Deze roman draait om Max Becker, een schrijver die in zijn jonge jaren met veel maatschappelijke contacten, veel vrouwelijke aandacht en landelijke bekendheid wordt omringd. Als Max door een noodlottige ziekte blind wordt en zijn vrouw verliest, trekt hij zich terug in zijn studeerkamer. Daar vindt hij een andere modus van schrijven: hij besluit zijn verhalen te dicteren. En zo begint hij aan een nieuwe roman, waarin hij op zoek gaat naar het wezen van de perfecte vrouw. Daarbij komt vanuit de diepten van zijn herinneringen, geholpen door tastbare voorwerpen in zijn boekenkast, steeds nadrukkelijker een ontmoeting met een vrouw in Afrika naar boven. Zij blijkt een bepalende rol in zijn leven te hebben gespeeld, de perfecte vrouw die hij zijn leven lang heeft getracht terug te vinden. Tijdens het schrijfproces wordt Max geconfronteerd met zichzelf en met zijn relaties, met zijn mooie talentvolle vrouw die tragisch aan haar eind is gekomen en met zijn dochter aan wie hij zijn nieuwe roman dicteert en met wie hij algauw in conflict komt. Eenzaamheid en verbittering liggen op de loer. Slaagt de schrijver er in zich hieraan te ontworstelen tijdens een zinderende reis in Afrika?
