De historie van de Bokkerijders is voor velen interessant en ook door veel auteurs vastgelegd in boeken. Echter, deze mensen hadden ook veelal kinderen. Over deze kinderen is weinig of helemaal niets geschreven maar ze waren er wel. Ook erfden ze de nadelen van hun geëxecuteerde ouders. Ze werden wees, bedelarm, dakloos en wat dies meer zij. De o zo humane, menslievende geestelijkheid, die hier eigenlijk iets aan had moeten doen, keek gewoon de andere kant uit. Van de adel en de rijken hadden ze uiteraard helemaal niets te verwachten. Ook justitie deerde het niet wat met deze kinderen gebeurde. Is het dan vreemd dat ook deze kinderen zich schuldig gingen maken aan diefstal enzovoorts en zelfs in latere bendes op het toneel verschijnen? Dit zou in onze tijd hoogstwaarschijnlijk nooit zover komen, alhoewel het hier en daar toch nog gebeurd. Het verhaal in dit boek licht een tipje van de sluier op hoe het deze kinderen verging en hoe justitie, adel en de geestelijkheid hun plicht schromelijk verzuimden. Het lot van deze kinderen werd bezegeld door hun handelwijze van machtwellust, materialisme en hoogmoed.