Ellis Cohen-Paraira en Bernie Spier zijn zeventien jaar en smoorverliefd als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. In 1942 besluit de familie van Ellis onder te duiken. Het gezin Spier doet dat pas later, en zo worden de verliefden gescheiden. Ze spreken af allebei een dagboek bij te houden, zodat ze later de tijd die ze niet met elkaar hebben kunnen doorbrengen alsnog samen kunnen beleven. Bernie en Ellis houden zich aan de afspraak: tegen de achtergrond van de oorlog schrijven ze elkaar gepassioneerde, maar ook hartverscheurende dagboekbrieven.
Na de oorlog wacht Ellis op de afgesproken plaats en het afgesproken uur op Bernie, elke dag, maandenlang. Maar Bernie keert niet terug. Ellis trouwt met een soldaat uit Palestina, en verhuist met hem naar Israël. Uitgerekend op haar huwelijksdag ontvangt zij via via een pakketje: de dagboeken van de in Auschwitz vermoorde Bernie. Ellis leest ze niet. Ze bergt ze op in de kelder en laat ze daar liggen, meer dan zestig jaar lang.
Pas na de dood van haar man lukt het haar oudste dochter Shulamith Ellis over te halen ze tevoorschijn te halen en het verleden onder ogen te zien.
Na de oorlog wacht Ellis op de afgesproken plaats en het afgesproken uur op Bernie, elke dag, maandenlang. Maar Bernie keert niet terug. Ellis trouwt met een soldaat uit Palestina, en verhuist met hem naar Israël. Uitgerekend op haar huwelijksdag ontvangt zij via via een pakketje: de dagboeken van de in Auschwitz vermoorde Bernie. Ellis leest ze niet. Ze bergt ze op in de kelder en laat ze daar liggen, meer dan zestig jaar lang.
Pas na de dood van haar man lukt het haar oudste dochter Shulamith Ellis over te halen ze tevoorschijn te halen en het verleden onder ogen te zien.
