De EO is vooral opgericht als reactie op de woelige jaren zestig toen theologen gingen zeggen dat God 'dood' is en linkse gewelddadige revoluties werden gezien als iets waarvoor je je moest inzetten. De auteur heeft zelf die jaren bewust meegemaakt en er een indringend hoofdstuk aan gewijd. De jaren zestig en zeventig markeerden tegelijk het hoogtepunt van de Koude Oorlog. De auteur ontdekte al vroeg dat Russische, Oost-Duitse en Poolse geheime diensten probeerden christelijke organisaties en kerken te infiltreren. Nu verschijnen daarover in Engeland, Duitsland en Polen dikke boeken. De auteur onthult dat hij zelf werd dwarsgezeten door 'Tulpe', codenaam voor een medewerkster van de Oost-Duitse geheime dienst. De auteur onthult bovendien dat een aan de EO geestverwante omroep in Wetzlar (Duitsland) doelwit van infiltratie is geweest.
