In een park komen Max Burger en Jan-Lodewijk Bottine regelmatig samen om er een praatje te slaan. Bottine zit in de politiek, extreem rechts. Hij is een hele piet, met achter hem zijn vrouw. Zij drijft hem voort en prent de rechtse ideeën goed in zijn kop. Deze komen letterlijk van Jörg Haider, Adolf Hitler en publicaties van het Partijbestuur van het toenmalige Vlaams Blok & Filip De Winter. Het kleurrijke leven in het park verwordt tot een grijze uitzichtloze schijnwereld. Uiteindelijk moet Max Burger vluchten en gaat hij ten onder. Ook Bottine komt binnen de klassieke vijfledige structuur tot nieuwe inzichten.