In al zijn proza en poëzie -zowel voor kinderen als voor volwassenen- documenteert Gür op beeldende wijze zijn dagelijks leven en de werelden waarin hij leeft en leefde: de Nederlandse en de Turkse. Dit leidt tot een grensoverschrijdende, poëtische vertaling van universele thema's.
In Derwisj ben ik, dansende derwisj daagt hij de lezer uit zich open te stellen en met hem mee te gaan op een reis door het universum om van bovenaf neer te kijken op Moeder Aarde. Hij streeft ernaar met zijn dichterschap de wereld tot een eenheid te maken. In weerwil van de trend van vandaag om muren en hekken te bouwen, sluit Gür zich aan bij de 13e-eeuwse, tijdloze soefidichter en mysticus Rumi: "Kom, kom, wie je ook bent."
Met illustraties van Gijs Kast en een voorwoord van Erik Jan Harmens.