Diplodocus Deks & De Jossen bevat twee nieuwe toneelstukken van Tom Lanoye. Ergens in een grensgebied niet ver van Frans-Vlaanderen is de tijd blijven stilstaan. Onder de grond zijn, door een amateurarcheoloog genaamd Deks, beenderen gevonden van een voorhistorisch beest – allicht een diplodocus. Maar de kleine gemeenschap die het gebied bewoont, ligt daar niet wakker van. Tot een vreemde snuiter met een buitenissig plan op de proppen komt: een dino-park beginnen. Hij voorspelt de gemeenschap een nieuw elan en grote winsten, zolang alles maar bij het oude blijft. Dat geconserveerde, tot fossiel geworden Vlaanderen heeft volgens hem alles om een toeristische trekpleister van wereldformaat te worden. Zijn plannen zetten de kleine gemeenschap op stelten. Het dino-park is weliswaar geen lang leven beschoren, maar de naschokken sparen niemand. De lijfspreuk van de Jossen luidt: 'Met of zonder sacoche: altijd een Jos, altijd de klos'. Maar pas op, Jossen zijn trots op hun Josdom. Ze wijden er liederen aan. Standbeelden. Triomfbogen. Maar 's morgens, voor de badkamerspiegel, kunnen ze de waarheid niet langer ontkennen. Ze haten de Jos in zichzelf en de Jos in de ander. Dan kammen de Jossen snel hun haar en vinden, al kammend, hun tevredenheid weer. Tot op een mooie dag een van de Jossen wil ontsnappen. Hij heeft zelfs gevonden hoé. Dan zijn de Jossen nooit meer wat ze tevoren waren: Jossen.