Daniël Sanborn is een weldoener, een raadselachtig figuur. Hij is chirurg en reist door de derde wereld, om misvormde gezichten te herstellen. Maar op de terugweg naar New York wordt de auto van de aartsbisschop van Malaga waarin de dokter reist, in Spanje vanuit een hinderlaag beschoten. Sanborn en zijn beide assistenten worden gedood. Zouden de kogels, die naar men meende de aartsbisschop hadden moeten doden, wellicht toch voor Sanborn zijn bestemd? En als dat zo was, waarom moest Sanborn dan uit de weg geruimd worden? Terwijl zijn zuster Vivian de raadselachtige leemten in Daniëls leven tracht in te vullen wordt de vraag waarom hij werd vermoord haast klemmender dan de vraag wie zijn moordenaar was. Wie was Daniël Sanborn eigenlijk? Zelfs zijn verleden is een raadsel. Vivian weet slechts dat haar rijke joodse ouders hem als ontheemd kind uit Jeruzalem meebrachten naar Amerika. Daniëls pleegouders hadden de beste bedoelingen en waren goed voor hem, maar hij had niet gevraagd om dit leven en er evenmin mee ingestemd. Zijn biologische moeder - een strijdvaardige vrouw - was eveneens van goede wil, maar ze deed afstand van hem zonder zijn instemming. Zonder instemming was Daniël Sanborn niet in staat lief te hebben. Wat moet een goed mens beginnen als hij niet kan liefhebben? Naarmate Vivian meer te weten komt over haar pleegbroer, neemt haar verwarring toe. Waarom heeft hij het grootste deel van zijn geld nagelaten aan Jack Ripstein, een ordinaire nachtclubartiest? De verwarring neemt nog toe als Ripstein - 'Jack de Ripper' - aanvankelijk beweert Daniël Sanborn niet te kennen. Uiteindelijk moet Vivian de belangrijkste vraag onder ogen zien: was Daniël Sanborn in feite wel de grote man die ze altijd in hem had gezien?