Na haar promotie in Denemarken, accepteert Olivia, een onderzoekster naar luchtkwaliteit in gebouwen, het aanbod van een onderzoeksinstituut in Delft om daar te komen werken. Een bezoek aan de Porceleyne fles vanwege een stankprobleem, zet een reeks van gebeurtenissen in gang waardoor Olivia steeds dieper in de problemen komt. De aanschaf van een grachtenpandje met een verassende kelder in het centrum van Delft; een rondreis door het middellandse zeegebied, waar ze een ontmoeting met haar verleden heeft; een uitnodiging van de Rotary club en een sollicitatie bij de Technische Universiteit Delft, maken dat Olivia steeds meer verstrikt raakt in het complot. Ze wordt achtervolgd, met de dood bedreigd en ontvoerd. Samen met haar jeugdvriend Nick, neuroloog aan de Leidse Universiteit, en ex-vriend Eric-Jan, een advocaat met toegang tot de onderwereld, komen ze er langzaam achter hoe de vork in de steel zit. Iedereen is verdacht. De nieuwe buurman, haar oud-directeur, zelfs haar moeder raakt betrokken. Uiteindelijk wordt alles ontrafeld, met een onverwachte draai aan het einde.
