Dit boek laat (aankomende) orthopedagogen, psychologen, psychiaters, sociaal-pedagogische hulpverleners, leerkrachten en beleidsmakers zien hoe eenzaamheid bij jeugdigen ontstaat, welke schade het aanricht en wat eraan te doen is.
Eenzaamheid onder jeugdigen wordt vaak niet opgemerkt als probleem. Hulpverleners zijn vooral gefocust op problemen die in psychiatrische en psychologische handboeken worden vermeld. Eenzaamheid komt daar alleen als symptoom van andere problemen voor, terwijl eenzaamheid wel degelijk als een psychische stoornis is te beschouwen. Eenzame jeugdigen verkeren in een kwetsbare positie. Als de eenzaamheid aanhoudt, raken ze steeds meer geïsoleerd en treden serieuze sociale, psychische en fysieke problemen op.
Eenzaamheid bij jeugdigen bestaat uit achttien hoofdstukken. Eerst wordt het begrip eenzaamheid verkend en wordt ingegaan op aantallen eenzame jongeren. Daarna worden het ontstaan en de gevolgen van eenzaamheid besproken. Verder gaat het boek in op samenhang met andere onderwerpen, zoals vriendschap, suïcide, internet en gamen. Ten slotte beschrijft het wat hulpverleners, ouders en leerkrachten kunnen doen.
Prof.dr. J.D. van der Ploeg is emeritus hoogleraar orthopedagogiek aan de Universiteit Leiden. Hij is ook auteur van boeken als Stress bij kinderen, Agressie bij kinderen en De sociale ontwikkeling van het schoolkind.