Deze semi-autobiografische verhaaltjes gaan over het wel en wee van ‘Marcel Tebbes’, kunstschilder van beroep en woonachtig in het Westbrabantse Putte. Bijna elke doordeweekse dag bezoekt Tebbes zijn vaste coffeeshop in het centrum van zijn geboortestad Tilburg. Prettig gestoord en met vaak (te) scherpe tong, laat hij ongevraagd zijn ongezouten mening los op de vaste bezoekers, andere klanten en voorbijgangers. Een dosis cynisme, sarcasme en meligheid vormen in dit boek de ingrediënten voor een brede grijns.