'Het goede' lijkt een oeverloos begrip, dat je op talloze manieren kunt benaderen. Maar het hoort bij mensen om erover na te denken, ernaar op zoek te zijn. De Grieken al onderscheidden het goede, het schone en het ware. Met vragen rond die zoektocht houdt Kierkegaard zich bezig, ook in de vier opbouwende toespraken en de eindexamenpreek die in dit boekje zijn opgenomen. Hij gaat daarbij uit van verhalen of teksten uit de Bijbel, met alle nadruk op wat zich innerlijk in de mens afspeelt. Wat doet Job als hij door het kwaad wordt overspoeld? 'Het goede komt van boven' is gemakkelijk gezegd, maar wat houdt het in?