Wie werkelijk het goede wil, wel één ding. En wie werkelijk één ding wil, die wil het goede. In de langste toespraak die Kierkegaard schreef komt aan de orde hoe belangrijk het is om onverdeeld te zijn. Maar hoe leer je dat, hoe leer je om je niet te versnipperen en werkelijk op het goede uit te zijn?