Kierkegaard groeide op in een streng piëtistisch gezin en zijn vertrouwdheid met de vele zielsconflicten van zijn vader beïnvloedde zijn verder leven in hoge mate. Hij studeerde theologie, begaf zich echter niet in het predikambt, maar werd de felle bestrijder van het officiële christendom van de Deense staatskerk. Hij beoefende ook de wijsbegeerte hij ging daarvoor zelfs in Berlijn colleges volgen maar hij kon zich in geen enkel systeem thuis voelen, allerminst in dat van Hegel, die de grote man van die tijd was. Hij werd de vurige tegenspreker van alwat officieel was, van het gangbare, het systematische, van de grootste gemene deler op het gebied gemeenschap en godsdienst. Hem is van moraal, het te doen om de 'existentie' van de mens, dat is de enkeling in zijn persoonlijke verantwoordelijkheid tegenover het leven, waarvan geen stelsel, geen gemeenschap, ook geen kerk hem kan ontheffen. Uit deze rigoureuze houding valt wellicht ook die andere grote beïnvloeding van zijn leven te verklaren: het breken van de liefdeband met Regine Olsen, na een korteverlovingstijd van veel geluk en veel kwelling een beleving die voort aan ten grondslag ligt aan alles wat hij schrijft. Niet alleen voor de kenners van Kierkegaards werk, maar ook voor hen die deze merkwaardige denker willen leren kennen, zijn deze dagboeken van grote waarde. De bewerker koos het meest typerende ervan uit en gaf als enige commentaar een zeer gedetailleerd levensoverzicht, waardoor de lezer alle fragmenten in het juiste verband kan plaatsen.
