In 2004 verscheen bij uitgeverij Lannoo, als eerste deel in een nieuwe reeks, "Gedichten" van Jos de Haes. Na Jos de Haes is er nu Hugues C. Pernath H.C. Pernath (1931 - 1975) stond mee aan de wieg van de experimentele poëzie in Vlaanderen In een redactie van Dr. Yves T'Sjoen en in samenwerking met het Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie Verschijnt 30 jaar na de dood van de dichter Hugues C. Pernath (1931-1975) is, in de woorden van Dirk van Bastelaere, 'de meest besmettelijke dichter van Vlaanderen'. Hugo Claus vereeuwigde hem in het lange gedicht "Het graf van Pernath" (1977). Pernath gaf samen met Gust Gils en Paul Snoek het tijdschrift gard-sivik uit, en werd zo spoedig een van de spilfiguren van de tweede experimentele generatie, de Vijfenvijftigers, en een van de grondleggers van de Nederlandse poëzie na 1955. Zijn De tien gedichten van de eenzaamheid kunnen tot de canon van de Nederlandse lyriek gerekend worden. Pernath was lid van het artistieke genootschap Pink Poets. Tijdens de Nacht van de Poëzie in Amsterdam (in mei 1975) leest hij nog het fragment "Amsterdam" voor, met de slotregel: 'Alles zegt weinig, maar niets niet genoeg.' Op 4 juni 1975 wordt hij dood aangetroffen onder aan de trap van de privé-club waar de Pink Poets hun bijeenkomsten hielden. Inzet van de poëzie van Pernath is niet meer of niet minder dan de authenticiteit van de eigen bestaanservaring. Cyclus na cyclus worden op magistrale wijze de kwetsuren en de pijn, de verminking en ontgoochelingen, de miskenning en onderschatting van dat bestaan geregistreerd. Deze nieuwe, wetenschappelijk onderbouwde leeseditie van de gedichten van Pernath brengt al zijn poëzie samen: gebundeld en ongebundeld werk, aangevuld met een aantal kunstwerken waarin hij op zijn zo typische wijze beeld en tekst samenbracht tot een fascinerend geheel.