De Bijbel, het meest gelezen boek op aarde, heet door God gedicteerd of geïnspireerd te zijn. Daar kun je grote vraagtekens bij zetten, al is het maar omdat de Bijbel op een aantal punten tegenstrijdige fragmenten bevat. Laten we die Bijbel eens ontleden, ontvlechten, zoals je de braakbal van een roofvogel uitpluist.
Dan kom je allerlei elementen tegen. Om te beginnen is daar de opdracht van Jahweh om het Beloofde Land te veroveren, alle tegenstand verpletterend. Ook vinden we de dreiging van de Dag des Oordeels, waarop wij op onze daden worden afgerekend. Wie het goed heeft gedaan, maakt kans op een eeuwig leven. Voorts wordt herhaaldelijk een messias aangekondigd die ons van naderend onheil zal redden. En we vinden een afwijzing van en vlucht uit het aardse, het banale, in ruil voor het Hogere, het heilige, het sacrale, waartoe God en de hemel behoren. Ook bevat de Bijbel boeiende geschiedenissen, al dan niet waar gebeurd, en praktische leefregels, een soort Oma’s huis-, tuin- en keukentips.
Maar er is ook een heel andere, pragmatische kant aan de Bijbel, die van de medemenselijkheid, in de Bijbel, onder andere door Paulus, als ‘liefde’ betiteld. Dit element van medemenselijkheid, met name in de eerste drie evangeliën te vinden maar met een basis in de joodse traditie, wordt door christenen traditioneel gezien als goddelijke opdracht. De focus op medemenselijkheid kan echter ook worden beschouwd als een diepgaande psychologische en sociologische benadering zonder verwijzing naar een hogere macht. Jezus zegt: zie dat de ander is zoals je zelf bent. ‘Wie zonder zonden is, werpe de eerste steen,’ sprak hij toen een menigte een overspelige vrouw wilde stenigen.
De auteur kiest hiermee van een aardse benadering van de Bijbel. Volgens hem heeft Jezus als persoon niet bestaan, maar is hij de personificatie van de joodse stroming der Essenen. De naam Jezus is slechts een marketinginstrument om het gedachtegoed van die stroming begrijpelijk te maken voor een breed publiek.
Nóg een conclusie: God is een menselijk bedenksel om structuur aan de wereld te geven en normen en waarden aan te ontlenen, maar medemenselijkheid is veel krachtiger als uitgangspunt voor een ‘moreel kompas’. De Bijbel biedt bovendien tal van praktische aanwijzingen om met menselijke fouten en zwakheden om te gaan. Blijf de Bijbel dus lezen, maar wel met de kanttekeningen die door de auteur van ‘God is in een Mesthoop’ worden gezet.
Dan kom je allerlei elementen tegen. Om te beginnen is daar de opdracht van Jahweh om het Beloofde Land te veroveren, alle tegenstand verpletterend. Ook vinden we de dreiging van de Dag des Oordeels, waarop wij op onze daden worden afgerekend. Wie het goed heeft gedaan, maakt kans op een eeuwig leven. Voorts wordt herhaaldelijk een messias aangekondigd die ons van naderend onheil zal redden. En we vinden een afwijzing van en vlucht uit het aardse, het banale, in ruil voor het Hogere, het heilige, het sacrale, waartoe God en de hemel behoren. Ook bevat de Bijbel boeiende geschiedenissen, al dan niet waar gebeurd, en praktische leefregels, een soort Oma’s huis-, tuin- en keukentips.
Maar er is ook een heel andere, pragmatische kant aan de Bijbel, die van de medemenselijkheid, in de Bijbel, onder andere door Paulus, als ‘liefde’ betiteld. Dit element van medemenselijkheid, met name in de eerste drie evangeliën te vinden maar met een basis in de joodse traditie, wordt door christenen traditioneel gezien als goddelijke opdracht. De focus op medemenselijkheid kan echter ook worden beschouwd als een diepgaande psychologische en sociologische benadering zonder verwijzing naar een hogere macht. Jezus zegt: zie dat de ander is zoals je zelf bent. ‘Wie zonder zonden is, werpe de eerste steen,’ sprak hij toen een menigte een overspelige vrouw wilde stenigen.
De auteur kiest hiermee van een aardse benadering van de Bijbel. Volgens hem heeft Jezus als persoon niet bestaan, maar is hij de personificatie van de joodse stroming der Essenen. De naam Jezus is slechts een marketinginstrument om het gedachtegoed van die stroming begrijpelijk te maken voor een breed publiek.
Nóg een conclusie: God is een menselijk bedenksel om structuur aan de wereld te geven en normen en waarden aan te ontlenen, maar medemenselijkheid is veel krachtiger als uitgangspunt voor een ‘moreel kompas’. De Bijbel biedt bovendien tal van praktische aanwijzingen om met menselijke fouten en zwakheden om te gaan. Blijf de Bijbel dus lezen, maar wel met de kanttekeningen die door de auteur van ‘God is in een Mesthoop’ worden gezet.
