Arrogantie is de kwaal van een naar zijn ondergang gaande civilisatie. Van kwaad tot erger, zoals men zegt. De 'Meester' is ten einde raad als hij op zijn vijftigste vervroegd gepensioneerd wordt. Zijn huwelijk is al een ingestort kaartenhuis waar onverschilligheid hoogtij viert. De studenten zijn de ingebeelde toehoorders van deze cynisch-sarcastische, soms burleske betoog waarin de protagonist zich van zijn wanhoop tracht te bevrijden. Stamt de mens toch af van de droom? Is er nog ergens een greintje hoop in deze wereld van wreedheid?