Na een ruzie met haar ouders ontvlucht Muchteld Stekeling het statige Oude Huis. Ze komt terecht in een hachelijk avontuur met een fanfare, een fontein en de brutale mot Motsart. Diep in de nacht keert ze terug in de Keizerlaan en ontmoet de Sanggrant; een vreemde man die in de kelders van het Oude Huis blijkt te wonen en bij hoog en laag beweert géén vampier te zijn. Hij trekt haar mee zijn eeuwenoude leven in. Als het Oude Huis in gevaar komt door het verleden van de Sanggrant, moeten ze hun krachten bundelen om het tij te keren. Dan blijken een mug en een Sanggrant heel anders over het leven te denken. Kunnen ze ondanks hun verschillen toch samen de vijand verslaan en het Oude Huis redden?
Caro Hegt reisde met haar gezin over de hele wereld. Ze vertelde haar kinderen verhalen als ze moesten wachten op vliegvelden of treinstations, als ze uren in een auto door een vreemd land reden, of als ze op plekken logeerden zonder internet en elektriciteit. Nu ze weer in Nederland woont schrijft ze die verhalen op. In dit boek vind je zo’n verhaal.
Caro Hegt reisde met haar gezin over de hele wereld. Ze vertelde haar kinderen verhalen als ze moesten wachten op vliegvelden of treinstations, als ze uren in een auto door een vreemd land reden, of als ze op plekken logeerden zonder internet en elektriciteit. Nu ze weer in Nederland woont schrijft ze die verhalen op. In dit boek vind je zo’n verhaal.
