De gezworen kameraden van overste Sinclair’s G. afdeling, houden bij de bloedige ernst van hun taak, gevoel voor kinderlijke humor en die humor speelt in dit verhaal een voorname rol. De naieve reus Ben Silver, de Kleine Benjamin, heeft zich door een aan de vruchtbare fantasie van de Treurige ontsproten verhaal laten verleiden naar de Llanos Estakado, de Texaanse woestijn te trekken om daar een einde te maken aan de misdadige activiteit van de bende der Paalmannen onder leiding van Jug Pascal. Deze Paalmannen maken er een lucratief bedrijf van de wegwijzers in de hete woestijn te verzetten, zodat karavanen aan het dwalen raken. Zijn de misleide woestijnreizigers uitgeput door vermoeienis en dorst dan hebben de Paalmannen niets anders te doen dan de vervoerde goederen als gemakkelijk verworven buit weg te voeren. De sheriffs in de onaanzienlijke nederzettingen, in of aan de rand der woestijn, weten er geen weg mee en doen een beroep op overste Sinclair. Niemand heeft zin in het karwei, tot de Treurige bij wijze van grap Kleine Benjamin een oase voorgoochelt, waar de graag veel en lekker etende reus zonder twijfel door de dankbare bevolking vorstelijk onthaald zal worden. En zo trekt Ben Silver de woestijn in, naar Highway, het paradijsje, dat in waarheid een armzalig nest blijkt te zijn, waar de bewoners niet eens huisdieren kunnen houden omdat er geen drinkwater genoeg is. De Paalmannen zijn druk in de weer en Kleine Benjamin ontmoet, behalve hun voorposten, merkwaardige mensen, onder wie Teddy Speelman, de coureur van Henry Ford’s jonge automobielfabriek. Intussen is Conny Coll eveneens naar de Llanos getrokken omdat men Ben niet voor de gevolgen van de wat al te gepeperde grap kan laten opdraaien. Aanvankelijk niet wetend van eikaars nabijheid, later in broederlijke samenwerking en met de onvoorziene medewerking van Woestijnapachen en een tornado rollen zij de Pascalbende op. Teddy Speelman en diens „benzineezel” hebben een werkzaam aandeel in de gebeurtenissen.
