'Han CG Kemper belandt in Bussum' is het derde en laatste deel van de trilogie over het leven van een jongen, geboren en getogen in het centrum van Amsterdam op het randje van de Jordaan (Deel I) en opgegroeid als tiener in de Watergraafsmeer (Deel II).
In dit Deel III zijn de herinneringen opgetekend van een sportstudent, die bij zijn moeder op kamers woonde en aan de Amsterdamse Academie voor Lichamelijke Opvoeding (alo) studeerde.
Hij werd lid van de studentenvereniging, kwam in de senaat en genoot van het studentenleven, zoals het dansen in statige kleding en speechen op diesvieringen. Werd verliefd op een studiegenote en ging sport- en jeugdkampen leiden. In zijn derde alo-jaar werd hij uitgezonden naar de Internationale Olympische Academie in Olympia (Griekenland).
Na het afstuderen trouwde hij en kocht samen met zijn toenmalige echtgenote een flat in Weesp. Vervolgens ging het snel: een promotie in Brussel en de geboortes van twee dochters. Naast een baan ‘s ochtends als gymleraar op zijn oude vwo-school in trainingspak, werkte hij ’s middags in witte jas als onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn droom om wetenschappelijk onderzoek te doen naar het belang van (1) lichamelijke oefeningen in het onderwijs en (2) sport en bewegen op de gezondheid van jongeren, werd stap voor stap werkelijkheid.
Het gezin verhuisde naar een hofje in Bussum-Zuid. De kinderen gingen naar school en maakten daar vrienden voor altijd. In de tuin bouwden ze met buurtkinderen een zwemparadijs met glijbaan. In de kelder vonden verjaardagspartijtjes en sinterklaasfeesten plaats. Het leven werd gevierd en was soms ook spannend.
De herinneringen zijn fragmenten die in het geheugen staan geprent en die door vrienden, collega’s en kinderen voor zover mogelijk zijn gecheckt. Soms zijn ze geplaatst tegen de achtergrond van prominente gebeurtenissen uit die heftige zestiger en begin zeventiger jaren van de vorige eeuw. Af en toe wordt ook vooruit geblikt. Zo eindigt dit derde deel met het behalen van een prijs voor sportonderzoek en een tv- optreden in 1973. Maar heden ten dage hangt er ook een portret van de auteur aan de Wall of Fame van de Amsterdamse alo.
Dat dit leven vaak van toevalligheden aan elkaar hangt is geïllustreerd met foto’s en afbeeldingen uit analoge familiealbums en digitale foto’s van vrienden en collega’s.
In dit Deel III zijn de herinneringen opgetekend van een sportstudent, die bij zijn moeder op kamers woonde en aan de Amsterdamse Academie voor Lichamelijke Opvoeding (alo) studeerde.
Hij werd lid van de studentenvereniging, kwam in de senaat en genoot van het studentenleven, zoals het dansen in statige kleding en speechen op diesvieringen. Werd verliefd op een studiegenote en ging sport- en jeugdkampen leiden. In zijn derde alo-jaar werd hij uitgezonden naar de Internationale Olympische Academie in Olympia (Griekenland).
Na het afstuderen trouwde hij en kocht samen met zijn toenmalige echtgenote een flat in Weesp. Vervolgens ging het snel: een promotie in Brussel en de geboortes van twee dochters. Naast een baan ‘s ochtends als gymleraar op zijn oude vwo-school in trainingspak, werkte hij ’s middags in witte jas als onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn droom om wetenschappelijk onderzoek te doen naar het belang van (1) lichamelijke oefeningen in het onderwijs en (2) sport en bewegen op de gezondheid van jongeren, werd stap voor stap werkelijkheid.
Het gezin verhuisde naar een hofje in Bussum-Zuid. De kinderen gingen naar school en maakten daar vrienden voor altijd. In de tuin bouwden ze met buurtkinderen een zwemparadijs met glijbaan. In de kelder vonden verjaardagspartijtjes en sinterklaasfeesten plaats. Het leven werd gevierd en was soms ook spannend.
De herinneringen zijn fragmenten die in het geheugen staan geprent en die door vrienden, collega’s en kinderen voor zover mogelijk zijn gecheckt. Soms zijn ze geplaatst tegen de achtergrond van prominente gebeurtenissen uit die heftige zestiger en begin zeventiger jaren van de vorige eeuw. Af en toe wordt ook vooruit geblikt. Zo eindigt dit derde deel met het behalen van een prijs voor sportonderzoek en een tv- optreden in 1973. Maar heden ten dage hangt er ook een portret van de auteur aan de Wall of Fame van de Amsterdamse alo.
Dat dit leven vaak van toevalligheden aan elkaar hangt is geïllustreerd met foto’s en afbeeldingen uit analoge familiealbums en digitale foto’s van vrienden en collega’s.
