Thomas Verbogt schrijft vaak over de vluchtigheid van onze taal. Over waaiwoorden, die naar je toe komen waaien vanuit de pers en op straat, en die gelukkig snel weer verdwijnen. Woorden die veel zeggen over de tijdgeest en de staat van het land. Met geamuseerde verontrusting analyseert hij woorden als voorjaarshaar, socialbesitas, koopkracht, sierbestrating, zonzeker, doucheplassen, nieuwjaarsdipje, begrazingsactiviteiten, Mongoolse ochtendsla, Dolomieterse hapjes, oergraan, ontspullen en al die andere woorden die sluipenderwijs onze taal binnendringen.