De zeventienjarige Liesje woont samen met de twintiger Jos, die een riante baan bij de bank heeft en na zijn uren nog wat bijklust op de aandelenmarkt. Algauw wordt hun zoon Zoen geboren. Aan het luxueuze, onbekommerde leven van Liesje komt abrupt een einde als Jos verdwijnt. Ze is alleen (met haar familie heeft ze gebroken) en bijzonder onzeker. Heeft Jos zich in de nesten gewerkt? In een vlaag van verstandsverbijstering legt Liesje haar baby Zoen te vondeling. De twijfels laten haar kennismaken met zichzelf en met de buitenwereld zoals ze die nog niet kende. Een lange zoektocht brengt haar naar de uiteindelijke confrontatie.
