Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Broederland zingt, schuurt en ademt harde liefde

16 april 2017
Als een verhaal een prijs wint, zou je er zomaar nieuwsgierig naar worden. Vandaar dat ik vlug begonnen ben aan En ik herinner me Titus Broederland, nadat dit boek de Harland Award Romanprijs won. Is dit boek een terechte winnaar? Het antwoord daarop lijkt wat problematisch. Wat mij betreft mag dit boek de komende tijd alle prijzen winnen die er te winnen zijn in het Nederlands taalgebied. Alleen – deze specifieke prijs was bedoeld voor het beste Fantastische Boek, dus behorend tot de fantasy, sciencefiction en horror in de ruimste zin van het woord.
Maar hoe ruim genomen ook, in mijn ogen is Ik herinner me Titus Broederland geen fantastiek. Niet helemaal. Het leunt er zwaar tegenaan, maar dat heeft dan meer te maken met verdichting van de werkelijkheid, en dat is natuurlijk in de literatuur niet ongebruikelijk. Of de mate van verdichting bepaalt of iets tot de fantastische genres gerekend moet worden, is een interessante vraag.
Enfin, ik wil er ook niet teveel woorden aan vuil maken, want als het een prijs moet winnen laat het dan in Godsnaam ook maar deze zijn!
Buiten kijf staat dat dit een fenomenaal boek is, in het Nederlands taalgebied een categorie op zichzelf.


Ik herinner me Titus Broederland is het verhaal van tweelingbroers, Titus en de naamloze verteller (overigens is dat iets wat totaal niet opvalt. Pas bij het schrijven van de recensie kwam ik erachter dat de naam van de vertellende broer nergens wordt genoemd. Hij wordt bij verschillende namen genoemd, Joa, Brae, maar zijn naam komen we niet te weten.) Duivelskinderen, zo worden tweelingen in het primitieve, godsdienstige land genoemd waarin Broederland speelt.
Ze groeien op in een huis buiten het dorp, in de bossen. Hun moeder is overleden tijdens hun geboorte. De vader is een beetje een randfiguur, een wat hopeloze man die voor zijn tweelingzonen opkomt en ze niet ombrengt, zoals hij zou moeten doen volgens overgeleverde volkswijsheid. Een gezin waar in het geheim muziek gespeeld wordt, waar de broers op een goede dag een gitaar op hun bed aantreffen. Het is een plaats buiten de werkelijkheid.
Toch schuilt de rot in de idylle. Er zijn regelmatig aanvaringen met 'het dorp'. De vader kan nauwelijks de kost verdienen, omdat het dorp hem mijdt. Maar ook onderling broeit er iets. De verteller kan niet begrijpen waarom zijn broer Titus zo hard is, cynisch. Waarom hij zijn broer nooit toestaat al te vertrouwelijk met zijn vader te worden en hem openlijk trotseert en afwijst. En waarom de vader dat lijkt te verdragen. Gaandeweg het verhaal wordt dat allemaal duidelijk, in fragmenten en brokstukken.
Wat dat betreft is de opzet van het boek erg mooi. De verhouding tussen de broers is prachtig neergezet: hoe zie je de ander, als die ander jijzelf bent en tegelijkertijd vrijwel je tegenpool lijkt? Een verhaal over eenzaamheid, verlies, misschien wel van jezelf.


Een land waar bloedaarde gewonnen wordt uit de aarde, een rode grondstof die dienst doet als brandstof, en waar een kwezelige godsdienst iedereen in haar greep houdt. Muziek is er verboden. Boeken ook. Een land waar gitaarmannen rondtrekken, maar met gevaar voor eigen leven. Tegen deze achtergrond worden de broeders Broederland groot. Nietsontziende grondstofwinning – bloedaarde is een schitterende benaming voor de grondstof die mensenlevens en uiteindelijk het land opslokt – coorporaties, landbouw, kwezelige, fundamentalistische godsdienstbeoefening, het scheert allemaal heel dicht langs vervlogen tijden in ons eigen land. En toch ook weer niet, want door enkele elementen te veranderen trekt Hulst het verhaal een verdieping hoger, het metafysische in. Het ademt de rauwe en wijdse sfeer van Amerikaanse literatuur.
De veranderingen zijn vrij eenvoudig eigenlijk, een eigen grondstof, andere boeken waarop de godsdienst is gebaseerd, gitaarmannen die door het landschap trekken, allemaal geintegreerd in het beeld van een Nederlands aandoend verloren gegaan tijdperk. Het verhaal speelt begin vorige eeuw of zo, in een vroeg-industriele agrarische gemeenschap. De omgeving doet Noordnederlands aan, met typische woorden uit het noorden, zoals bokkeblaadje en fladderak,een sterke drank. Ook het verzakken van de grond door grondstofwinning verwijst natuurlijk vrij makkelijk naar het noorden van ons land, net als de aangrenzende zee en de beschreven natuur, maar Hulst tilt het verhaal hier wel bovenuit. Godzijdank vermijdt Hulst de valkuil van het ouderwetse taalgebruik (het pseudo-historische formele taalgebruik met de gekunstelde zinnen), waardoor Broederland nou juist niet aanvoelt alsof je van grote afstand naar het verhaal kijkt.
De verteller doet hun jeugd uit de doeken. Langzaam wordt duidelijk wat het gezin Broederland uit elkaar drijft. Dan stort de aarde niet ver van hun huis in, een zinkgat ontstaat, een gapende wond in de aarde die steeds groter wordt en alles opslokt wat het tegenkomt. Het zinkgat, veroorzaakt door de grondstofwinning, drijft de broers van huis. Ze trekken naar het westen, naar een mythische zee die volgens de vader niet bestaat. In een wereld zonder boeken is de werkelijkheid samengetrokken rondom zijn bewoners tot wat zichtbaar en tastbaar is.

De taal is fenomenaal. Diep, rijk, duister, poetisch.
Hulst legt een prachtig ritme in zijn zinnen. Ieder woord staat op de juiste plaats. Hulst verstaat de kunst om de dingen achter de dingen te beschrijven.

“Eten heeft een eigen muziek, zei hij vaak – ik begreep er niets van. Hij probeerde het me uit te leggen door wilde kruiden en bessen voor me te plukken. Ik begreep het nog steeds niet.
Ik was vreselijk moe in die tijd, een vermoeidheid die was als een doffe druk op elke lichaamscel. O, zou het niet geweldig zijn om even uit te rusten tegen die wipkar daar, of tegen dat verdwaalde veldmuurtje vol zachte muurvlier, om dan de tranen te laten stromen tot ik volledig droog zou staan en mezelf zou kunnen verkruimelen tot kippenvoer?”

“De ene dag stapelde zich op de andere en heel soms zagen we een oeros of een ander groot dier in de ontvolkte verten. Mensen zagen we nooit. Ik dacht het nabeeld van paden te ontwaren, daar waar het gras in kronkellijnen leek te zijn uitgedund – zulke spookpaden kruisten met doorwaadbare geulen vol zandbruin water. Het zal mijn fantasie zijn geweest, een angst voor eenzaamheid die nog dieper was dan mijn angst voor mensen. We zijn tenslotte maar een verzameling angsten.”


En ik herinner me Titus Broederland is een coming of ageverhaal, een verhaal over eenzaamheid en nabijheid, over familiebanden en hoe deze ons tekenen en belemmeren. Tegelijkertijd is het een genadeloos portret van mensen die tegen de klippen op vasthouden aan hun overtuigingen en routines. Het laat zien hoe het voor outsiders net iets makkelijker is om ervoor te kiezen zekerheden achter te laten. Misschien omdat er minder is dat hen bindt.
Broederland leeft, het zingt. Als er momenten van afstand zijn is dat omdat de auteur die schept, om je het volgende moment weer aan je nekvel onder de tekst te sleuren.

Dit is een boek dat duidelijk geschreven moest worden. Het zindert na.
Mocht je net als ik een grote hekel aan Nederlandse literatuur hebben, lees dan vooral dit boek. Lees het hoe dan ook.
2

Reageer op deze recensie

Meer recensies van