Liefde op een andere manier definiëren

Met veel overgave heb ik dit vierde deel gelezen met opnieuw gemengde gevoelens wat betreft inhoud.

Blijkbaar zijn de uitvoerige persoonsbeschrijvingen tijdens aristocratische en mondain burgerlijke matinees, lunches en diners niet aan mij besteed.

Van andere verhaallijnen ben ik dan wel heel aangenaam verrast geweest:
- De eerste ontmoeting op het hotel binnenplein tussen M. de Charlus en Jupien, vanuit een schuilplaats is de verteller ongewild getuige van een vermoedelijke relatie (Sodom).
- De vermoede vrouwelijke homoseksuele relatie tussen Albertine en Mlle Vinteuil (Gomora).
- De intrede van de automobiel versus paardengespan.

Toppunt is de beschrijving van de anders aangevoelde liefde die de verteller overkomt naar aanleiding van zijn normale verliefdheid tot Albertine.

Begin citaat:
Ik ben zelfs geneigd te geloven, bij die liefdes, dat wij ons in de verschijning van de vrouw richten tot die onzichtbare krachten waarvan zij accidenteel vergezeld gaat, als tot duistere godheden.

Die zijn het wier welgezindheid wij van node hebben, tot wie wij toenadering zoeken zonder er een tastbaar genot in te vinden. Met die godinnen brengt de vrouw ons tijdens het rendez-vous in contact en meer doet zij nauwelijks.
Einde citaat.

Op naar de laatste delen van dit meesterwerk.