Lezersrecensie
Volledig aanwezig op Rottumerplaat
Zet Jan Wolkers met wat klusmaterialen af op Rottumerplaat en hij laat vele voetsporen achter.
Het dagboek dat hij tijdens zijn verblijf van een week in juli 1972 schreef is vermakelijk, onroerend en activistisch.
Hij geeft zijn eigen blik op het leven in de wilde natuur, herkent planten en dier, houdt ze scherp in de gaten.
Ontroerend is de zorg die hij eerst heeft voor een scholekster met een gekneusde poot. Hij spalt hem, plaats 'm in een doos en geeft water en dagelijks vers gevangen garnalen. Een dode zwangere zeehond laat hem niet los. Hij moet van zichzelf het arme beest opensnijden om te kijken waaraan ze is overleden. Is het olie? En ziet dan een gaaf jong, klaar om geboren te worden:
'Daarna heb ik hem met stokken uit de buikholte gewipt zodat hij naast haar lichaam kwam te liggen. Het was net of ik bezig was hem toch nog ter wereld te brengen. Ik had hem willen aaien, zoonlief zag hij eruit, als het niet zo weerzinwekkend was geweest. Het roze vlies van de navelstreng zat tussen ze gespannen. Ik heb het niet doorgesneden. Hij was helemaal gaaf, af. Hij moest op het punt gestaan hebben om geboren te worden. Ik heb er foto's van gemaakt. Zoals hij daar lag met dat treurige kopje naast de staart van zijn moeder. En van de buikholte met de darmen en de roodbruine en zwartbruine zwamachtige organen. Van de ruimte die zijn wieg was geweest en zijn doodskist was geworden. Ik heb mijn fototoestel daar laten staan en ben eerst gaan zwemmen.'
In die zelfde dagen ziet hij een uitgehongerd zeehondje liggen, waarbij het hem lukt te voeden met een mengsel van koffieroom en water via een slang in zijn bek. Mooi hoe hij schrijft dat t beestje eerst bang van hem was, maar als hij liggend op hem af komt hij de beweging herkent en hem toelaat.
Mooi om dit boek in een vakantiehuis op Vlieland te vinden. En met Jan Wolkers meegenomen te worden naar het leven, rauw en vol zoals het is.
Het dagboek dat hij tijdens zijn verblijf van een week in juli 1972 schreef is vermakelijk, onroerend en activistisch.
Hij geeft zijn eigen blik op het leven in de wilde natuur, herkent planten en dier, houdt ze scherp in de gaten.
Ontroerend is de zorg die hij eerst heeft voor een scholekster met een gekneusde poot. Hij spalt hem, plaats 'm in een doos en geeft water en dagelijks vers gevangen garnalen. Een dode zwangere zeehond laat hem niet los. Hij moet van zichzelf het arme beest opensnijden om te kijken waaraan ze is overleden. Is het olie? En ziet dan een gaaf jong, klaar om geboren te worden:
'Daarna heb ik hem met stokken uit de buikholte gewipt zodat hij naast haar lichaam kwam te liggen. Het was net of ik bezig was hem toch nog ter wereld te brengen. Ik had hem willen aaien, zoonlief zag hij eruit, als het niet zo weerzinwekkend was geweest. Het roze vlies van de navelstreng zat tussen ze gespannen. Ik heb het niet doorgesneden. Hij was helemaal gaaf, af. Hij moest op het punt gestaan hebben om geboren te worden. Ik heb er foto's van gemaakt. Zoals hij daar lag met dat treurige kopje naast de staart van zijn moeder. En van de buikholte met de darmen en de roodbruine en zwartbruine zwamachtige organen. Van de ruimte die zijn wieg was geweest en zijn doodskist was geworden. Ik heb mijn fototoestel daar laten staan en ben eerst gaan zwemmen.'
In die zelfde dagen ziet hij een uitgehongerd zeehondje liggen, waarbij het hem lukt te voeden met een mengsel van koffieroom en water via een slang in zijn bek. Mooi hoe hij schrijft dat t beestje eerst bang van hem was, maar als hij liggend op hem af komt hij de beweging herkent en hem toelaat.
Mooi om dit boek in een vakantiehuis op Vlieland te vinden. En met Jan Wolkers meegenomen te worden naar het leven, rauw en vol zoals het is.
1
Reageer op deze recensie