Lezersrecensie
Een fascinerend maar onmogelijk mens
Inge Lohmark is lerares biologie en gymnastiek. Binnen het bestek van deze roman betekent dat een combinatie van theorie en praktijk. Al op de eerste pagina maakt mevrouw Lohmark het duidelijk: “De belangrijkste vormen van samenleven zijn con-currentie en roofdier-prooirelatie.” Samenwerking is uitzonderlijk. Lohmarks wereld-beeld is compromisloos darwinistisch. Alle organismen hebben overlevingsstrate-gieën en de sterkste wint. Lohmark constateert zonder spijt dat er winnaars en ver-liezers zijn.
De pubers die voor haar zitten determineert ze op karakter, uiterlijke kenmerken en potentie. Ze noteert haar waarnemingen in steekwoorden op de plattegrond van de klas en daarmee zijn deze individuen als het ware voorbeschikt. Door middel van onaangekondigde proefwerken mogen de leerlingen ervaren wat natuurlijke selec-tie is. Als Lohmark getuige is hoe een van haar leerlingen, een gedoodverfd slacht-offer, wordt gepest grijpt ze niet in. Dat zal haar aan het eind van de roman opbre-ken.
Mevrouw Lohmark kijkt neer op collega’s die empathie tonen met leerlingen. Ze minacht degenen die zich na de Wende mentaal en gedragsmatig proberen aan te passen. Zelf behoudt ze de rigiditeit die in de DDR werd verondersteld. De mens wordt immers gevormd door “nature en nurture”. De natuur is wat zij is maar de om-standigheden kunnen worden geschapen. In de communistische heilstaat droeg Lohmark met overtuiging bij aan de vorming van modelburgers. Over de groteske pogingen om ook gewassen tot de gewenste eigenschappen en productie te dwin-gen doet zij schamper.
Nu het kapitalisme heeft gezegevierd blijft Lohmark ijzerenheinig haar principes volgen. Ze doet misprijzend over creativiteit en voor inbreng van de leerlingen laat zij geen ruimte. Ze is liever gevreesd dan geliefd. Lohmark moet onder ogen zien dat het systeem waarin zij functioneerde het in darwinistische zin heeft afgelegd. Ze moet aanvaarden dat het kapitalisme vitaler is. Ze is te intelligent om blind te zijn voor het falen van het communisme maar te star en te nuffig om mentaal stappen te zetten. Je zou kunnen zeggen dat het standpunt van Lohmark ten opzichte van de factor aanpassing inconsistent is.
Lohmarks dochter is net als veel streekgenoten weggetrokken vanwege de econo-mische en culturele malaise. Dat zij helemaal naar de Verenigde Staten is uitgewe-ken en niets meer van zich laat horen komt op het conto van de kille gevoelloosheid van de moeder. Dat blijkt aan het slot van de roman.
De echtgenoot van Lohmark blijft een bijfiguur. We komen te weten dat hij niet meer omkijkt naar zijn eerste vrouw en kinderen. Met zijn huidige echtgenote onderhoudt hij ook geen gevoelsbetrekkingen meer. Als struisvogelfokker is hij een lokale be-kendheid. Je zou kunnen zeggen dat hij in de nieuwe verhoudingen met enig suc-ces een nichemarkt heeft betreden. Mevrouw Lohmark vindt het wel best zo; de tijd van procreatie is voorbij en in dat licht heeft de relatie haar functie verloren. Zij overweegt een scheiding.
Eenmaal zoekt Lohmark toenadering tot een leerlinge die haar intrigeert op een ma-nier die zij zelf niet kan verklaren. Het blijft bij een onbeholpen poging die onmiddel-lijk strandt. Lohmark is niet in staat om de juiste toon te treffen en vertrouwen te win-nen. Wezenlijk contact blijkt onmogelijk.
Aan het slot van de roman wordt Lohman door de schooldirecteur op het matje ge-roepen. Eindelijk is aan het licht gekomen hoe bovengenoemde slachtoffer-leerling systematisch is getreiterd en gemolesteerd en hoe dat door Lohman is genegeerd. Lohman wordt uitgerangeerd. Op dat moment herinnert zij zich hoe zij jaren geleden haar dochter, op dat moment ook haar leerling, in de klas letterlijk van zich afstootte toen deze een beroep op haar deed als moeder. Ook de dochter was een slachtoffer. Toen het er op aankwam functioneerde Lohmark als lerares en was ze niet in staat om moeder te zijn.
Na het gesprek met de directeur en de herinnering aan haar falen als moeder maakt Lohmark haar waarschijnlijk laatste schooldag af. Er volgt geen emotionele ineen-storting, geen bezinning. Thuisgekomen vervalt zij in bespiegelingen over de struis-vogels die zij observeert. Laatste zin: “Inge Lohmark stond bij het hek en keek er-naar.” Een sobere en daardoor hartverscheurende evocatie van machteloosheid die nochtans geen mededogen oproept. Mevrouw Lohmark is een onmogelijk mens.
De pubers die voor haar zitten determineert ze op karakter, uiterlijke kenmerken en potentie. Ze noteert haar waarnemingen in steekwoorden op de plattegrond van de klas en daarmee zijn deze individuen als het ware voorbeschikt. Door middel van onaangekondigde proefwerken mogen de leerlingen ervaren wat natuurlijke selec-tie is. Als Lohmark getuige is hoe een van haar leerlingen, een gedoodverfd slacht-offer, wordt gepest grijpt ze niet in. Dat zal haar aan het eind van de roman opbre-ken.
Mevrouw Lohmark kijkt neer op collega’s die empathie tonen met leerlingen. Ze minacht degenen die zich na de Wende mentaal en gedragsmatig proberen aan te passen. Zelf behoudt ze de rigiditeit die in de DDR werd verondersteld. De mens wordt immers gevormd door “nature en nurture”. De natuur is wat zij is maar de om-standigheden kunnen worden geschapen. In de communistische heilstaat droeg Lohmark met overtuiging bij aan de vorming van modelburgers. Over de groteske pogingen om ook gewassen tot de gewenste eigenschappen en productie te dwin-gen doet zij schamper.
Nu het kapitalisme heeft gezegevierd blijft Lohmark ijzerenheinig haar principes volgen. Ze doet misprijzend over creativiteit en voor inbreng van de leerlingen laat zij geen ruimte. Ze is liever gevreesd dan geliefd. Lohmark moet onder ogen zien dat het systeem waarin zij functioneerde het in darwinistische zin heeft afgelegd. Ze moet aanvaarden dat het kapitalisme vitaler is. Ze is te intelligent om blind te zijn voor het falen van het communisme maar te star en te nuffig om mentaal stappen te zetten. Je zou kunnen zeggen dat het standpunt van Lohmark ten opzichte van de factor aanpassing inconsistent is.
Lohmarks dochter is net als veel streekgenoten weggetrokken vanwege de econo-mische en culturele malaise. Dat zij helemaal naar de Verenigde Staten is uitgewe-ken en niets meer van zich laat horen komt op het conto van de kille gevoelloosheid van de moeder. Dat blijkt aan het slot van de roman.
De echtgenoot van Lohmark blijft een bijfiguur. We komen te weten dat hij niet meer omkijkt naar zijn eerste vrouw en kinderen. Met zijn huidige echtgenote onderhoudt hij ook geen gevoelsbetrekkingen meer. Als struisvogelfokker is hij een lokale be-kendheid. Je zou kunnen zeggen dat hij in de nieuwe verhoudingen met enig suc-ces een nichemarkt heeft betreden. Mevrouw Lohmark vindt het wel best zo; de tijd van procreatie is voorbij en in dat licht heeft de relatie haar functie verloren. Zij overweegt een scheiding.
Eenmaal zoekt Lohmark toenadering tot een leerlinge die haar intrigeert op een ma-nier die zij zelf niet kan verklaren. Het blijft bij een onbeholpen poging die onmiddel-lijk strandt. Lohmark is niet in staat om de juiste toon te treffen en vertrouwen te win-nen. Wezenlijk contact blijkt onmogelijk.
Aan het slot van de roman wordt Lohman door de schooldirecteur op het matje ge-roepen. Eindelijk is aan het licht gekomen hoe bovengenoemde slachtoffer-leerling systematisch is getreiterd en gemolesteerd en hoe dat door Lohman is genegeerd. Lohman wordt uitgerangeerd. Op dat moment herinnert zij zich hoe zij jaren geleden haar dochter, op dat moment ook haar leerling, in de klas letterlijk van zich afstootte toen deze een beroep op haar deed als moeder. Ook de dochter was een slachtoffer. Toen het er op aankwam functioneerde Lohmark als lerares en was ze niet in staat om moeder te zijn.
Na het gesprek met de directeur en de herinnering aan haar falen als moeder maakt Lohmark haar waarschijnlijk laatste schooldag af. Er volgt geen emotionele ineen-storting, geen bezinning. Thuisgekomen vervalt zij in bespiegelingen over de struis-vogels die zij observeert. Laatste zin: “Inge Lohmark stond bij het hek en keek er-naar.” Een sobere en daardoor hartverscheurende evocatie van machteloosheid die nochtans geen mededogen oproept. Mevrouw Lohmark is een onmogelijk mens.
1
2
Reageer op deze recensie