Lezersrecensie
Reviaans hoogtepunt of slap geouwehoer ?
Ik had tot nu toe van Reve alleen ‘De Avonden’ en ‘De vierde man’
gelezen. Het eerstgenoemde boek sprak mij niet zo erg aan, het
tweede daarentegen weer wel.
Ik was dus benieuwd, wat kon ik verwachten? Ik ben eergisteren aan het boek begonnen en heb het nu al uit. Het heeft mij wel kunnen bekoren, ik vond het een grappig boek, maar om nu te zeggen dat dit het boek is dat alle andere boeken overbodig maakt, nou nee, niet bepaald!
Ik snap überhaupt niet zo goed waarom Reve tot ‘De Grote Drie’ wordt gerekend. Van Hermans en Mulisch snap ik het wel, maar ik had dit duo liever aangevuld gezien met bijvoorbeeld Hella Haasse.
Ik vond Reve in de media altijd een beetje een aandachttrekker, een simulant en opportunist, maar ik heb wel erg moeten lachen om dit boek, dankzij een aantal passages, waarvan ik aan het eind van deze recensie wat voorbeelden zal citeren. Ik las in een recensie, dat hij zich met dit boek herhaalde, en met name werd er dan verwezen naar zijn romans ‘Op weg naar het einde’ en ‘Nader tot U’. Welnu die ga ik dan zeker ook lezen (!) wellicht dat ik na het lezen hiervan beter snap waarom hij deel uitmaakt van onze grootste drie naoorlogse schrijvers. Tenminste volgens Kees Fens dan…
Dit boek maakte op mij een humoristische indruk, waarbij een hoop anekdotes (parabels had Reve wellicht een beter woord gevonden), op mij overkomen als ‘geoudehoer’, maar dan wel zoals wij in Brabant zeggen ‘slappe klets, waar ge wel erg om kunt lachen’, je moet er alleen de humor van inzien, en dat zal niet iedereen gegeven zijn, vrees ik.
Voorbeelden van citaten die mij aan het lachen kregen of waarover je toch ernstige overpeinzingen kunt hebben:
[…] hij was van mijn leeftijd, zij het een flink stuk jonger.’
‘Kijk: er bestaan schrijvers die van alles verzinnen en God weet wat voor onzin opschrijven […] ik houd mij altijd aan de feiten, want die zij al krankzinnig genoeg.’
‘Verder ben ik niet tegen de dood, zoals veel domme mensen. Het werkelijke probleem is de verlatenheid. Alleen zijn is meestal nog te dragen, het zich verlaten weten nooit. ‘
‘Neen, geen politiek, alstublieft, want die vertroebelt het wereldbeeld.’
‘Later begreep ik pas dat er niets bestond dat normaal was.’
‘Nee, ik verzin niets. Ik zoude wel willen dat ik het kon, al is het misschien niet nodig.’
‘Het bizondere van deze man was dat hij nog nooit een boek gelezen had maar dat doet hier niet toe omdat een mens heel goed zonder kunst kan: het is even wennen maar al gauw gevoelt men zich een stuk beter.’
‘Wat zoude er van hem worden […] Hetero dat kon toch ook? Niet dat het leven dan een feest werd want alles werd vroeg of laat ellende: men kon beter helemaal niet leven.’
‘Wat ik hier ga nederschrijven gelijkt verzonnen, maar is het niet, want ik ben geen intellectueel.’
‘De problemen stapelden zich op, en een mens kon beter in het geheel niet leven.’
Ik kan U het boek van harte aanbevelen!!
Ik was dus benieuwd, wat kon ik verwachten? Ik ben eergisteren aan het boek begonnen en heb het nu al uit. Het heeft mij wel kunnen bekoren, ik vond het een grappig boek, maar om nu te zeggen dat dit het boek is dat alle andere boeken overbodig maakt, nou nee, niet bepaald!
Ik snap überhaupt niet zo goed waarom Reve tot ‘De Grote Drie’ wordt gerekend. Van Hermans en Mulisch snap ik het wel, maar ik had dit duo liever aangevuld gezien met bijvoorbeeld Hella Haasse.
Ik vond Reve in de media altijd een beetje een aandachttrekker, een simulant en opportunist, maar ik heb wel erg moeten lachen om dit boek, dankzij een aantal passages, waarvan ik aan het eind van deze recensie wat voorbeelden zal citeren. Ik las in een recensie, dat hij zich met dit boek herhaalde, en met name werd er dan verwezen naar zijn romans ‘Op weg naar het einde’ en ‘Nader tot U’. Welnu die ga ik dan zeker ook lezen (!) wellicht dat ik na het lezen hiervan beter snap waarom hij deel uitmaakt van onze grootste drie naoorlogse schrijvers. Tenminste volgens Kees Fens dan…
Dit boek maakte op mij een humoristische indruk, waarbij een hoop anekdotes (parabels had Reve wellicht een beter woord gevonden), op mij overkomen als ‘geoudehoer’, maar dan wel zoals wij in Brabant zeggen ‘slappe klets, waar ge wel erg om kunt lachen’, je moet er alleen de humor van inzien, en dat zal niet iedereen gegeven zijn, vrees ik.
Voorbeelden van citaten die mij aan het lachen kregen of waarover je toch ernstige overpeinzingen kunt hebben:
[…] hij was van mijn leeftijd, zij het een flink stuk jonger.’
‘Kijk: er bestaan schrijvers die van alles verzinnen en God weet wat voor onzin opschrijven […] ik houd mij altijd aan de feiten, want die zij al krankzinnig genoeg.’
‘Verder ben ik niet tegen de dood, zoals veel domme mensen. Het werkelijke probleem is de verlatenheid. Alleen zijn is meestal nog te dragen, het zich verlaten weten nooit. ‘
‘Neen, geen politiek, alstublieft, want die vertroebelt het wereldbeeld.’
‘Later begreep ik pas dat er niets bestond dat normaal was.’
‘Nee, ik verzin niets. Ik zoude wel willen dat ik het kon, al is het misschien niet nodig.’
‘Het bizondere van deze man was dat hij nog nooit een boek gelezen had maar dat doet hier niet toe omdat een mens heel goed zonder kunst kan: het is even wennen maar al gauw gevoelt men zich een stuk beter.’
‘Wat zoude er van hem worden […] Hetero dat kon toch ook? Niet dat het leven dan een feest werd want alles werd vroeg of laat ellende: men kon beter helemaal niet leven.’
‘Wat ik hier ga nederschrijven gelijkt verzonnen, maar is het niet, want ik ben geen intellectueel.’
‘De problemen stapelden zich op, en een mens kon beter in het geheel niet leven.’
Ik kan U het boek van harte aanbevelen!!
3
Reageer op deze recensie