Lezersrecensie
Magnum opus of niet, lezen dat boek !
Oek de Jong heeft een prestatie van formaat neergezet. Ik was nog
niet op de helft van zijn boek ‘Pier en Oceaan’, toen ik al wist,
dat dit boek mijn top 20 van boeken van Nederlandse en Vlaamse
auteurs zou binnenstormen. Wat een genot om te lezen.
Ik vond het daarom ook heel vreemd dat ik een recensie zag waarin het boek tot op de grond toe werd afgebroken. Het zou allemaal in een te gezapig tempo gaan, het taalgebruik was oubollig en de hoofdpersoon was nogal gefixeerd op zichzelf, met weinig interesse in anderen, zo las ik.
Ik heb dat zelf heel anders beleefd, en ondanks dat het boek ruim 800 bladzijden telt, denk ik dat Oek nog fiks heeft zitten schrappen, omdat juist wat hij soms niet verteld zo mooi is. Dat kun je namelijk zelf invullen, en de een zal dat anders doen dan de ander, net als bijvoorbeeld bij een schilderij, en hiermee is meteen een link gelegd naar de titel van het boek dat is ontleend aan een serie schilderijen van Mondriaan.
Een paar voorbeelden: ‘…. Hij zei ook niets. Dat konden ze goed: zwijgend bij elkaar zijn.’ ‘Meneer Maelcote zweeg, zoals hij altijd deed wanneer zaken hem niet bevielen.’ en ‘Zwijgend zaten ze bij elkaar. Abel hield daarvan: als ze zonder te praten bij elkaar konden zitten.’
Deze “coming-of-age”-roman speelt zich af van 1952 tot en met 1971, toen alles nog niet zo snel ging als nu, en het taalgebruik ook iets minder hip was dan heden ten dage, dus daarmee wordt de sfeer goed neergezet, en ja mijnheer Arjan Peters van de Volkskrant, het gaat over de eerste negentien levensjaren van Abel Roorda, en voornamelijk over zijn puberteit, en pubers zijn nu eenmaal het meest geïnteresseerd in zichzelf, ze zijn druk bezig het leven te ontdekken.
Ik ga geen samenvatting geven van de gebeurtenissen in het boek, dat moet je echt zelf gaan lezen, ik geef nog wel even twee kleine fragmenten weer, zo staan er vele in dit prachtige boek, dat je het beste langzaam kunt lezen, want als je het snel leest, raad ik je aan om het maar meteen twee keer achter elkaar te lezen….
Fragment 1: ‘Eerst had Abel de polsstok laten liggen (…) maar ten slotte was hij ermee gaan springen over de sloot voor het huis en meteen op die eerste dag was het of de pols, die geweldige hefboom, hem ergens uit tilde; hij tilde hem uit zijn bedeesde bestaan en zette hem met een grote zwaai in de wereld. ‘
Fragment2: ‘Sinds hij kon lezen was hij voor zijn moeder een ander kind (…) Op een dag nam zijn vader hem mee naar een klein plein in de binnenstad, naar een groot en oud huis, waar een manke juffrouw een bibliotheek beheerde. Het bracht in zijn bestaan een net zo grote verandering als de verhuizing.’
Als laatste opmerking dacht ik dat ik nog enkele vingerwijzingen had opgemerkt naar een ander prachtig boek, het magnum opus van Mulisch, maar ik kan me vergissen. Aan de andere kant zou het zo maar kunnen, want ‘De Hemel’ (het geloof) speelt in dit boek een grote rol.
Tenslotte:
Dit boek past wat mij betreft in het rijtje ‘Joe Speedboot’ van Tommy Wieringa, ‘Yesterday’ van Lars Saabye Christensen, ‘De eenzaamheid van de priemgetallen’ van Paolo Giordano en de ‘Anton Wachter-romans’ van Vestdijk, en dat is een groot compliment voor Oek de Jong, dat hij zonder meer verdient.
Ik vond het daarom ook heel vreemd dat ik een recensie zag waarin het boek tot op de grond toe werd afgebroken. Het zou allemaal in een te gezapig tempo gaan, het taalgebruik was oubollig en de hoofdpersoon was nogal gefixeerd op zichzelf, met weinig interesse in anderen, zo las ik.
Ik heb dat zelf heel anders beleefd, en ondanks dat het boek ruim 800 bladzijden telt, denk ik dat Oek nog fiks heeft zitten schrappen, omdat juist wat hij soms niet verteld zo mooi is. Dat kun je namelijk zelf invullen, en de een zal dat anders doen dan de ander, net als bijvoorbeeld bij een schilderij, en hiermee is meteen een link gelegd naar de titel van het boek dat is ontleend aan een serie schilderijen van Mondriaan.
Een paar voorbeelden: ‘…. Hij zei ook niets. Dat konden ze goed: zwijgend bij elkaar zijn.’ ‘Meneer Maelcote zweeg, zoals hij altijd deed wanneer zaken hem niet bevielen.’ en ‘Zwijgend zaten ze bij elkaar. Abel hield daarvan: als ze zonder te praten bij elkaar konden zitten.’
Deze “coming-of-age”-roman speelt zich af van 1952 tot en met 1971, toen alles nog niet zo snel ging als nu, en het taalgebruik ook iets minder hip was dan heden ten dage, dus daarmee wordt de sfeer goed neergezet, en ja mijnheer Arjan Peters van de Volkskrant, het gaat over de eerste negentien levensjaren van Abel Roorda, en voornamelijk over zijn puberteit, en pubers zijn nu eenmaal het meest geïnteresseerd in zichzelf, ze zijn druk bezig het leven te ontdekken.
Ik ga geen samenvatting geven van de gebeurtenissen in het boek, dat moet je echt zelf gaan lezen, ik geef nog wel even twee kleine fragmenten weer, zo staan er vele in dit prachtige boek, dat je het beste langzaam kunt lezen, want als je het snel leest, raad ik je aan om het maar meteen twee keer achter elkaar te lezen….
Fragment 1: ‘Eerst had Abel de polsstok laten liggen (…) maar ten slotte was hij ermee gaan springen over de sloot voor het huis en meteen op die eerste dag was het of de pols, die geweldige hefboom, hem ergens uit tilde; hij tilde hem uit zijn bedeesde bestaan en zette hem met een grote zwaai in de wereld. ‘
Fragment2: ‘Sinds hij kon lezen was hij voor zijn moeder een ander kind (…) Op een dag nam zijn vader hem mee naar een klein plein in de binnenstad, naar een groot en oud huis, waar een manke juffrouw een bibliotheek beheerde. Het bracht in zijn bestaan een net zo grote verandering als de verhuizing.’
Als laatste opmerking dacht ik dat ik nog enkele vingerwijzingen had opgemerkt naar een ander prachtig boek, het magnum opus van Mulisch, maar ik kan me vergissen. Aan de andere kant zou het zo maar kunnen, want ‘De Hemel’ (het geloof) speelt in dit boek een grote rol.
Tenslotte:
Dit boek past wat mij betreft in het rijtje ‘Joe Speedboot’ van Tommy Wieringa, ‘Yesterday’ van Lars Saabye Christensen, ‘De eenzaamheid van de priemgetallen’ van Paolo Giordano en de ‘Anton Wachter-romans’ van Vestdijk, en dat is een groot compliment voor Oek de Jong, dat hij zonder meer verdient.
3
Reageer op deze recensie