Lezersrecensie
Meer dan alleen Couperus en Emants
De roman “Tragische levens” uit 1900 is net Jeanne Reyneke van Stuwe (1874 – 1951), de schrijfster van de roman, zo goed als vergeten. Als haar naam tegenwoordig nog ergens wordt genoemd is dat meestal een verwijzing naar het feit dat ze de echtgenote was van de ‘Tachtiger’ Willem Kloos. ‘Vergeten’ is niet helemaal de juiste term, ‘genegeerd’ is toepasselijker. Rond 1900 werden romans van schrijfsters, op een enkele uitzondering na, door de literaire pers ‘automatisch’ buiten de literatuur geplaatst. Het werk van een schrijfster kon geen literatuur zijn, omdat het geschreven was door een vrouw, vanuit een vrouwelijk perspectief, met vrouwelijke hoofdpersonages en het waren bovendien vaak tendensromans waarin gepleit werd voor een gelijkere en gelijkwaardigere juridische- en maatschappelijke positie van vrouwen. Dit paste allemaal niet binnen het toen, en decennia nog daarna, heersende (literaire) wereldbeeld van de overwegend mannelijke literaire recensenten en andere literaire poortwachters. Dat veel van deze schrijfsters, waaronder Jeanne Reyneke van Stuwe, ook nog eens veel gelezen en goed verkocht werden en zal alleen maar verder hebben bijgedragen aan de weerstand van de mannelijke schrijvende collega’s om het werk van schrijfsters niet serieus te willen, kunnen en mogen nemen. Het is dan ook goed dat, ruim een eeuw later, Uitgeverij Geroosterde Hond met enige regelmaat werk van vergeten en genegeerde, maar in die jaren populaire, schrijfsters, als Cornélie Noordwal, Anna Kaulbach, Anna de Savornin Lohman en dus ook Jeanne Reyneke van Stuwe heruitgeeft in hedendaagse spelling. De heruitgave van “Tragische levens” heeft een goede inleiding geschreven door Bas Jongenelen. Door deze heruitgave hebben wij zelf de mogelijkheid om “Tragische levens” te beoordelen en zelf te bepalen of het al dan niet (goede) literatuur was en/of nog steeds is.
Reyneke van Stuwe plaats “Tragische levens” in de toenmalige door zowel recensenten als lezers positief gewaardeerde Nederlandse gematigd naturalistische-sensitivistische literatuur zoals die is ingezet door Lodewijk van Deyssel met “Een liefde” (1887) en Louis Couperus met “Eline Vere” (1888). In de beroemde, of beruchte, ‘masturbatiescene’ uit een “Een liefde” gaat het bij van Deyssel niet meer om de kenmerkende naturalistische beschrijving van de zintuigelijke ervaring, maar om de gevoelens, sensaties, extase die deze ervaring teweeg brengt. Hierdoor is er bij Van Deyssel en bij veel andere schrijvers en schrijfsters daarna meer aandacht voor de (diepere) psychologische beschrijving van personages in een roman. Zo is het psychologisch portret dat van Reyneke van Stuwe geeft van Carla, het hoofdpersonage in “Tragische levens” stukken scherper en dieper dan dat van bijvoorbeeld Eline Vere bij Couperus. Couperus blijft in “Eline Vere” vooral steken bij het beschrijven van de zintuigelijke ervaringen van Eline en anderen. Couperus wordt in zijn werk na “Eline Vere” ook stukken sensitivistischer. Denk alleen maar aan een titel als “Extaze”, een roman van hem uit 1892.
“Tragische levens” heeft een aantal opmerkelijke en relevante overeenkomsten met “Eline Vere”. Zo spelen beide romans af in de hogere Haagse kringen, is het hoofdpersonage een ‘femme fragile’ en hebben beide hoofdpersonages een neef die Vincent heeft, kunstenaar is en tot wie zij zich hevig voelen aangetrokken. Op basis van deze overeenkomsten, die we ook tegenkomen in andere literaire romans die in de jaren werden geschreven, past “Tragische levens” binnen de toenmalige literaire traditie.
“Tragische levens” draait om Carla die getrouwd is met de vriendelijke, brave, burgerlijke ambtenaar Frans. Frans wil een goed harmonieus huwelijk, Carla is op zoek naar hartstochtelijke liefde. Hartstocht, passie en liefde is wat haar kunstzinnige neef Vincent in overvloed te bieden heeft. Carla komt voor de keuze te staan tussen deze twee mannen en de daarbij horende totaal verschillende mogelijkheden om haar leven zin, inhoud, voldoening en misschien wel levensgeluk te geven. In hetzelfde jaar, 1900, publiceert Couperus “Langs lijnen van geleidelijkheid” waarin de gescheiden Cornélie in een vergelijkbare positie terecht komt en moet kiezen tussen haar voormalige burgerlijke echtgenoot en de door haar geliefde bohemien kunstenaar. “Langs lijnen van geleidelijkheid” werd en wordt nog altijd beschouwd als een van de betere romans van Couperus. “Tragische levens” staat dus ook wat betreft de wijze waarop een thema wordt uitgewerkt niet buiten de literatuur van die tijd. Dat wordt nog meer bevestigd wanneer we ook de in 1901 gepubliceerde roman “De bruidstijd van Annie de Boogh” van Herman Robbes er bij pakken. Ook in deze roman moet een vrouw kiezen tussen twee mannen; de ene broer is beurshandelaar, de andere broer is kunstenaar. Het is bij mij te lang geleden dat ik “Annie de Boogh” en “Langs lijnen van geleidelijkheid” heb gelezen om ze hier verder met “Tragische levens” te vergelijken.
Het is duidelijk dat “Tragische levens” wat betreft literaire stijl, inhoud en vorm zeker niet buiten de literatuur van die jaren staat. In tegendeel zelfs, de roman past heel erg goed binnen wat in die jaren zoal aan literatuur in Nederland werd uitgegeven. Dan blijft alleen nog de vraag over of “Tragische levens” goed geschreven is. Zijn stijl, inhoud en vorm goed uitgevoerd? Het antwoord is: JA. Het verhaal is geloofwaardig, juist door de inconsistenties in het gedrag, denken en voelen van Carla. De beschrijving en (impliciete) analyse door Reyneke van Stuwe van het psychisch gestel van Carla maakt deze inconsistenties zo geloofwaardig. Het verhaal is ook lineair door de tijd en vlot genoeg geschreven om de aandacht van de lezer vast te houden en Reyneke van Stuwe verliest geen momentum door al te veel uitweidingen in het leven van nevenpersonages en andere onnodige beschrijvingen van het ‘decor’ waarin het verhaal zich afspeelt. Een minpuntje is dat Reyneke van Stuwe er niet in slaagt om origineel te blijven in het beschrijven van de sensaties, momenten van extase en diepere emoties die de personages hebben. Af en toe is het te weinig ‘show and don’t tell'. Dit minpuntje is allesbehalve genoeg om “Tragische levens” niet tot de literatuur te rekenen en het te degraderen tot lectuur.
“Tragische levens” is een literaire roman uit het begin van de twintigste eeuw die ook vandaag de dag lezers en liefhebbers van de romans van onder andere Louis Couperus, Marcellus Emants en anderen uit die jaren zeker zal aanspreken.
Reyneke van Stuwe plaats “Tragische levens” in de toenmalige door zowel recensenten als lezers positief gewaardeerde Nederlandse gematigd naturalistische-sensitivistische literatuur zoals die is ingezet door Lodewijk van Deyssel met “Een liefde” (1887) en Louis Couperus met “Eline Vere” (1888). In de beroemde, of beruchte, ‘masturbatiescene’ uit een “Een liefde” gaat het bij van Deyssel niet meer om de kenmerkende naturalistische beschrijving van de zintuigelijke ervaring, maar om de gevoelens, sensaties, extase die deze ervaring teweeg brengt. Hierdoor is er bij Van Deyssel en bij veel andere schrijvers en schrijfsters daarna meer aandacht voor de (diepere) psychologische beschrijving van personages in een roman. Zo is het psychologisch portret dat van Reyneke van Stuwe geeft van Carla, het hoofdpersonage in “Tragische levens” stukken scherper en dieper dan dat van bijvoorbeeld Eline Vere bij Couperus. Couperus blijft in “Eline Vere” vooral steken bij het beschrijven van de zintuigelijke ervaringen van Eline en anderen. Couperus wordt in zijn werk na “Eline Vere” ook stukken sensitivistischer. Denk alleen maar aan een titel als “Extaze”, een roman van hem uit 1892.
“Tragische levens” heeft een aantal opmerkelijke en relevante overeenkomsten met “Eline Vere”. Zo spelen beide romans af in de hogere Haagse kringen, is het hoofdpersonage een ‘femme fragile’ en hebben beide hoofdpersonages een neef die Vincent heeft, kunstenaar is en tot wie zij zich hevig voelen aangetrokken. Op basis van deze overeenkomsten, die we ook tegenkomen in andere literaire romans die in de jaren werden geschreven, past “Tragische levens” binnen de toenmalige literaire traditie.
“Tragische levens” draait om Carla die getrouwd is met de vriendelijke, brave, burgerlijke ambtenaar Frans. Frans wil een goed harmonieus huwelijk, Carla is op zoek naar hartstochtelijke liefde. Hartstocht, passie en liefde is wat haar kunstzinnige neef Vincent in overvloed te bieden heeft. Carla komt voor de keuze te staan tussen deze twee mannen en de daarbij horende totaal verschillende mogelijkheden om haar leven zin, inhoud, voldoening en misschien wel levensgeluk te geven. In hetzelfde jaar, 1900, publiceert Couperus “Langs lijnen van geleidelijkheid” waarin de gescheiden Cornélie in een vergelijkbare positie terecht komt en moet kiezen tussen haar voormalige burgerlijke echtgenoot en de door haar geliefde bohemien kunstenaar. “Langs lijnen van geleidelijkheid” werd en wordt nog altijd beschouwd als een van de betere romans van Couperus. “Tragische levens” staat dus ook wat betreft de wijze waarop een thema wordt uitgewerkt niet buiten de literatuur van die tijd. Dat wordt nog meer bevestigd wanneer we ook de in 1901 gepubliceerde roman “De bruidstijd van Annie de Boogh” van Herman Robbes er bij pakken. Ook in deze roman moet een vrouw kiezen tussen twee mannen; de ene broer is beurshandelaar, de andere broer is kunstenaar. Het is bij mij te lang geleden dat ik “Annie de Boogh” en “Langs lijnen van geleidelijkheid” heb gelezen om ze hier verder met “Tragische levens” te vergelijken.
Het is duidelijk dat “Tragische levens” wat betreft literaire stijl, inhoud en vorm zeker niet buiten de literatuur van die jaren staat. In tegendeel zelfs, de roman past heel erg goed binnen wat in die jaren zoal aan literatuur in Nederland werd uitgegeven. Dan blijft alleen nog de vraag over of “Tragische levens” goed geschreven is. Zijn stijl, inhoud en vorm goed uitgevoerd? Het antwoord is: JA. Het verhaal is geloofwaardig, juist door de inconsistenties in het gedrag, denken en voelen van Carla. De beschrijving en (impliciete) analyse door Reyneke van Stuwe van het psychisch gestel van Carla maakt deze inconsistenties zo geloofwaardig. Het verhaal is ook lineair door de tijd en vlot genoeg geschreven om de aandacht van de lezer vast te houden en Reyneke van Stuwe verliest geen momentum door al te veel uitweidingen in het leven van nevenpersonages en andere onnodige beschrijvingen van het ‘decor’ waarin het verhaal zich afspeelt. Een minpuntje is dat Reyneke van Stuwe er niet in slaagt om origineel te blijven in het beschrijven van de sensaties, momenten van extase en diepere emoties die de personages hebben. Af en toe is het te weinig ‘show and don’t tell'. Dit minpuntje is allesbehalve genoeg om “Tragische levens” niet tot de literatuur te rekenen en het te degraderen tot lectuur.
“Tragische levens” is een literaire roman uit het begin van de twintigste eeuw die ook vandaag de dag lezers en liefhebbers van de romans van onder andere Louis Couperus, Marcellus Emants en anderen uit die jaren zeker zal aanspreken.
1
Reageer op deze recensie