Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Smullen maar!

Helma Koot 19 juni 2018 Hebban Recensent

Taalkundige Wim Daniëls publiceerde al tal van boeken, schrijft columns en treedt in het theater op als taalcabaratier. Onder het motto ‘Eet woorden’ schotelt hij in zijn nieuwste bundel Koken met taal woordvondsten en woordspelletjes voor alsof het om recepten gaat en haakt hij met een knipoog in op de kook- en bakgekte die Nederland overspoelt.  

De bundel is verdeeld in veertien delen, die op hun beurt weer zijn opgedeeld in verschillende korte hoofdstukken. De eerste 56 pagina’s is het vooral een grote opsomming van woorden. Grappig om eens een keertje een gesprek mee op te leuken, maar toch een beetje teleurstellend als je verwacht de verrukkelijkste gerechten voorgeschoteld te krijgen. Maar vanaf pagina 57 verandert dit en kan gelukkig het grote smullen beginnen. Daniëls vertelt hoe woorden zijn ontstaan en waar andere woorden op hun beurt weer zijn van afgeleid. Sommige woorden leiden tot humoristische afdwalingen die niets met het oorspronkelijke woord te maken hebben. Zoals in het hoofdstukje ‘Kok’ waarin hij uitlegt dat kok een afkorting van koken is, omdat een kok kookt, om vervolgens te concluderen dat een kok natuurlijk ook bakt en dus net zo goed een ‘bak’ had kunnen heten. Om direct verder te gaan dat je bij ‘een goede bak’ dan natuurlijk al gauw denkt aan een mop, waarna hij een mop over twee blondjes in de Kalverstraat vertelt.  

Al lezende zit je regelmatig met een grote glimlach op je gezicht en soms kan je een schaterlach niet onderdrukken. Je bent dus gewaarschuwd als je het boek in openbare ruimtes aan het lezen bent. Bijvoorbeeld het hoofdstuk over de plaats van de spatie. Door het al dan niet plaatsen van de spatie ontstaan soms hele andere betekenissen. Een zoete witte wijnprofessor is toch heel anders dan een zoetewittewijnprofessor. Ook de aanprijzing in een supermarkt rond Kerstmis is daar een mooi voorbeeld van:  

‘Daar hadden ze bij de vleesafdeling een aanbieding met daarbij de tekst: konijnen bouten in zoet zure saus. Ik heb er met verbazing naar gekeken. Ik zag ze niet, de konijnen niet en de keutels evenmin, maar ik heb op die vleesafdeling toch maar niks gekocht.’  

Op uiterst smakelijke wijze, om maar in het kookjargon te blijven, schrijft Daniëls onder meer over de plaats van de komma en het belang van de klemtoon. Als die eerste anders geplaatst wordt of, in het geval van de klemtoon, de woorden anders worden uitgesproken, kan de betekenis van de zin totaal veranderen. Als je bijvoorbeeld in je cv je hobby’s als volgt omschrijft: ‘honden koken, surfen en stijldansen’ zorgt het vergeten van de komma achter honden toch voor een wel heel bizarre hobby.  

Zo behandelt de auteur op droog-humoristische wijze de meest uiteenlopende onderwerpen in de Nederlandse taal en geeft daar zijn eigen draai aan. Als tegenhanger van aptoniemen (namen die uitstekend passen bij de beroepen van de naamdragers zoals weervrouw Diana Woei of uitvaartverzorger Edwin Kist) bedenkt hij aptonieten (namen die juist niet bij de beroepen van de naamgever passen, zoals tandarts Snoep, slagerij Vis of huisarts Griep). Een ander voorbeeld is de palingdroom (niet te verwarren met palindroom) dat bestaat uit een vraag en antwoord waarin op de een of andere manier een dier in voorkomt: ‘Wat zegt een Japanse boer ’s ochtends bij het melken? Haiku’. Het grapje is niet nieuw, maar nog steeds erg grappig.  

Alles bij elkaar is het een boekje vol taalgrapjes, dat door de korte hoofdstukken uitermate geschikt is om tussen de bedrijven door even op te pakken en te lezen. Het nodigt uit om het – ook als je het al uit hebt – nog eens op te pakken, er doorheen te bladeren en opnieuw van taalrecepten te smullen.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Helma Koot