Lezersrecensie
Ode aan het individu
Deze roman, die werd geschreven in 1964, gaat voor mij over de strijd van het individu tegen een maatschappij waarin de massa belangrijker is dan de mens als persoon.
Basile Jonas, de hoofdpersoon, vormt het symbool van het menselijke geweten. Hij maakt het boek tot een ode aan de mens in de straat, de naamloze, de enkeling. De vraag stelt zich hoeveel Ruyslinck er in Jonas zit. In zijn werk pleit Ruyslinck ook voor een menswaardiger wereld en zet hij zich aan de zijde van de verdrukten en de vereenzaamden. Jonas en Ruyslinck houden beiden van poëzie en muziek als uitdrukkingsvorm, als krachtbron.
Jonas is geen held, hij wil niet opvallen, wil opgaan in de massa, maar zet zich wel af tegen de utipro (utility and profit) maatschappij en stelt dat er nog andere waarden zijn. Waardeschalen zegt Ruyslinck zijn zaken die van bovenaf opgegeven worden zodat iedereen ze als normaal gaat bekijken. Iemand die het hier niet mee eens is, is een rustverstoorder en moet verdwijnen.
Martha Simons is een van de weinigen die weigert opgenomen te worden in de massa. Ze zegt wat ze denkt en stelt haar eisen, ze vindt eer belangrijker dan materie. Uiteindelijk kan ze niet volhouden en capituleert ten delen, waarvoor Ruyslinck alle begrip heeft.
Het Reservaat is de verzamelplaats voor diegenen die de achterhoede trouw blijven. Het zijn mensen die luisteren naar hun ziel, ze zijn anders dan anderen, ze moeten afgezonderd worden.
Ruyslinck zet de Kerk ook in de achterhoede, maar zet heel wat vraagtekens. Voor de kanunnik zijn zijn persoonlijke ambities belangrijker dan deze van de mensen, zodat hij een speelbal wordt van de Staat. Drexeler wordt niet tegengesproken omdat hij een milde schenker is. De Staat beknot de godsdienst zoveel mogelijk omdat men beseft dat deze levensbeschouwing de mens als hoogste goed plaatst, wat gevaarlijk kan zijn. De naam van het Reservaat "Paalberg" slaat mogelijk terug op de Calvarieberg. Ook hier werd een niet begrepen mens die vocht voor een betere wereld terecht gesteld na een schijnproces. Ruyslinck heeft problemen met de godsdienst, maar toch duiken er tal van referenties op naar het geloof in zijn werk, ook hier.
Ruyslinck zet zich af tegen een Europa die het materialisme van Amerika snel overneemt. Hij waarschuwt, dit werk is een toekomstvisie, waarbij Ruyslinck vraagt om te remmen, anders .... Merk op dat er vandaag reservaten zijn voor zigeuners, Indianen en vluchtelingen. Er worden complexen gebouwd voor ouderen, voor gehandicapten, liefst buiten de wooncentra.
Het boek is bijna 60 jaar geleden geschreven, in een wereld die snel veranderde na de woelige oorlogsjaren, maar ook in een tijd dat de mensen de vraag gingen stellen of de strijd naar steeds meer materiële welvaart wel goed was. Ik was 17 toen ik het boek las in 1970, het was een van de werken die me sterk hebben beïnvloed. Het is gedateerd, qua stijl misschien wat oubollig, maar als je het in zijn tijdskader zet heeft het nog niets van zijn kracht verloren. Ik kan er nog steeds van genieten.
Basile Jonas, de hoofdpersoon, vormt het symbool van het menselijke geweten. Hij maakt het boek tot een ode aan de mens in de straat, de naamloze, de enkeling. De vraag stelt zich hoeveel Ruyslinck er in Jonas zit. In zijn werk pleit Ruyslinck ook voor een menswaardiger wereld en zet hij zich aan de zijde van de verdrukten en de vereenzaamden. Jonas en Ruyslinck houden beiden van poëzie en muziek als uitdrukkingsvorm, als krachtbron.
Jonas is geen held, hij wil niet opvallen, wil opgaan in de massa, maar zet zich wel af tegen de utipro (utility and profit) maatschappij en stelt dat er nog andere waarden zijn. Waardeschalen zegt Ruyslinck zijn zaken die van bovenaf opgegeven worden zodat iedereen ze als normaal gaat bekijken. Iemand die het hier niet mee eens is, is een rustverstoorder en moet verdwijnen.
Martha Simons is een van de weinigen die weigert opgenomen te worden in de massa. Ze zegt wat ze denkt en stelt haar eisen, ze vindt eer belangrijker dan materie. Uiteindelijk kan ze niet volhouden en capituleert ten delen, waarvoor Ruyslinck alle begrip heeft.
Het Reservaat is de verzamelplaats voor diegenen die de achterhoede trouw blijven. Het zijn mensen die luisteren naar hun ziel, ze zijn anders dan anderen, ze moeten afgezonderd worden.
Ruyslinck zet de Kerk ook in de achterhoede, maar zet heel wat vraagtekens. Voor de kanunnik zijn zijn persoonlijke ambities belangrijker dan deze van de mensen, zodat hij een speelbal wordt van de Staat. Drexeler wordt niet tegengesproken omdat hij een milde schenker is. De Staat beknot de godsdienst zoveel mogelijk omdat men beseft dat deze levensbeschouwing de mens als hoogste goed plaatst, wat gevaarlijk kan zijn. De naam van het Reservaat "Paalberg" slaat mogelijk terug op de Calvarieberg. Ook hier werd een niet begrepen mens die vocht voor een betere wereld terecht gesteld na een schijnproces. Ruyslinck heeft problemen met de godsdienst, maar toch duiken er tal van referenties op naar het geloof in zijn werk, ook hier.
Ruyslinck zet zich af tegen een Europa die het materialisme van Amerika snel overneemt. Hij waarschuwt, dit werk is een toekomstvisie, waarbij Ruyslinck vraagt om te remmen, anders .... Merk op dat er vandaag reservaten zijn voor zigeuners, Indianen en vluchtelingen. Er worden complexen gebouwd voor ouderen, voor gehandicapten, liefst buiten de wooncentra.
Het boek is bijna 60 jaar geleden geschreven, in een wereld die snel veranderde na de woelige oorlogsjaren, maar ook in een tijd dat de mensen de vraag gingen stellen of de strijd naar steeds meer materiële welvaart wel goed was. Ik was 17 toen ik het boek las in 1970, het was een van de werken die me sterk hebben beïnvloed. Het is gedateerd, qua stijl misschien wat oubollig, maar als je het in zijn tijdskader zet heeft het nog niets van zijn kracht verloren. Ik kan er nog steeds van genieten.
2
Reageer op deze recensie