Lezersrecensie
Van een gevaarlijke hobby tot een multinational industrie
De populariteit van de Formule 1 is groter dan ooit en bestaat dit jaar 75 jaar, een hele mijlpaal. Tijd om eens aandacht te schenken aan de geschiedenis ervan met het boek 75 jaar Formule 1. Er valt genoeg te vertellen over de oorsprong en overname van teams, de coureurs, hun onderlinge competitiestrijd en de organisatie rondom deze autosport.
Levensverhalen
In 75 jaar Formule 1 van de welbekende reporter Olav Mol neemt hij je mee vanaf de oorsprong in 1950 waarin maar 6 races in Europa en 1 in Amerika, de Indianapolis 500, verreden werd. Waar vroeger coureurs in meerdere klassen meereden vanwege het prijzengeld is dat nu wel anders met 24 races en 6 sprintraces per jaar. Het deelnemersveld ligt dichter bij elkaar dan ooit.
In het boek wordt de hoofdzaak van elke periode samengevat aan de hand van levensverhalen van de constructeurs, teams en coureurs. Grote namen als Fangio, Clark, Stewart, Hunt, Lauda, Prost, Senna en Schumacher hebben hun eigen hoofdstuk gekregen waarin je hun ervaringen met de sport en het gevaar dat steeds aanwezig was leest. En natuurlijk ontbreken de verhalen over Hamilton en Verstappen niet.
Gevaarlijke auto’s
In de beginjaren waren de f1-bolides gevaarlijke auto’s en zaten coureurs vrijwel zonder enige bescherming in een kwetsbare auto. Er zijn in de eerste 3 decennia heel wat dodelijke ongelukken met coureurs en toeschouwers te betreuren geweest. 1994 was een tumultueus en dramatisch jaar met de dood van Ratzenberger en Senna in Imola.
Daarna werd voor alle teams een houten plank onder de auto, het zogenaamde skid block, verplicht van een voorgeschreven dikte om het grondeffect te verminderen. Sinds de zeventiger jaren zijn er heel wat wijzigingen aan de formule 1 auto’s geweest om deze veiliger te maken. De avonturiers van vroeger die hun leven riskeerden bij het uitoefenen van hun hobby zijn nu goedbetaalde werknemers van multinationals.
Indeling in 3 delen
Het boek is ingedeeld in 3 delen. Het eerste deel verhaalt uitgebreid over het ontstaan van de formule 1 en hoe coureurs van hobbyist tot professionals uitgroeiden, motoren en auto’s aan verandering onderhevig waren en de veiligheid niet om over naar huis te schrijven was. Deel 2 gaat over de periode van 1950 tot en met 1986. Het derde gedeelte gaat verder vanaf 1987 tot 2025. In deze gedeeltes worden overzichten gegeven over onder andere motor- en bandenleveranciers, de steeds wisselende motorinhoud en ook belangrijk, de opbouw van de puntenverdeling wordt uitgelegd.
Als afsluiter van het boek staan de records en statistieken van coureurs, zoals wereldkampioenen per jaar, constructeurs en hun nationaliteiten vermeld.
Er staan genoeg schilderachtige personen in dit mooie naslagwerk waarmee je de liefhebber van formule 1 kunt verblijden. Mol vertelt op zijn welbekende geestdriftige en meeslepende wijze fascinerende anekdotes over de gevechten tussen de bestuurders van de F1-bolides, karakters die botsen en je voelt de spanning tijdens zijn raceverslagen.
Eerder verschenen op Boekenkrant.
Levensverhalen
In 75 jaar Formule 1 van de welbekende reporter Olav Mol neemt hij je mee vanaf de oorsprong in 1950 waarin maar 6 races in Europa en 1 in Amerika, de Indianapolis 500, verreden werd. Waar vroeger coureurs in meerdere klassen meereden vanwege het prijzengeld is dat nu wel anders met 24 races en 6 sprintraces per jaar. Het deelnemersveld ligt dichter bij elkaar dan ooit.
In het boek wordt de hoofdzaak van elke periode samengevat aan de hand van levensverhalen van de constructeurs, teams en coureurs. Grote namen als Fangio, Clark, Stewart, Hunt, Lauda, Prost, Senna en Schumacher hebben hun eigen hoofdstuk gekregen waarin je hun ervaringen met de sport en het gevaar dat steeds aanwezig was leest. En natuurlijk ontbreken de verhalen over Hamilton en Verstappen niet.
Gevaarlijke auto’s
In de beginjaren waren de f1-bolides gevaarlijke auto’s en zaten coureurs vrijwel zonder enige bescherming in een kwetsbare auto. Er zijn in de eerste 3 decennia heel wat dodelijke ongelukken met coureurs en toeschouwers te betreuren geweest. 1994 was een tumultueus en dramatisch jaar met de dood van Ratzenberger en Senna in Imola.
Daarna werd voor alle teams een houten plank onder de auto, het zogenaamde skid block, verplicht van een voorgeschreven dikte om het grondeffect te verminderen. Sinds de zeventiger jaren zijn er heel wat wijzigingen aan de formule 1 auto’s geweest om deze veiliger te maken. De avonturiers van vroeger die hun leven riskeerden bij het uitoefenen van hun hobby zijn nu goedbetaalde werknemers van multinationals.
Indeling in 3 delen
Het boek is ingedeeld in 3 delen. Het eerste deel verhaalt uitgebreid over het ontstaan van de formule 1 en hoe coureurs van hobbyist tot professionals uitgroeiden, motoren en auto’s aan verandering onderhevig waren en de veiligheid niet om over naar huis te schrijven was. Deel 2 gaat over de periode van 1950 tot en met 1986. Het derde gedeelte gaat verder vanaf 1987 tot 2025. In deze gedeeltes worden overzichten gegeven over onder andere motor- en bandenleveranciers, de steeds wisselende motorinhoud en ook belangrijk, de opbouw van de puntenverdeling wordt uitgelegd.
Als afsluiter van het boek staan de records en statistieken van coureurs, zoals wereldkampioenen per jaar, constructeurs en hun nationaliteiten vermeld.
Er staan genoeg schilderachtige personen in dit mooie naslagwerk waarmee je de liefhebber van formule 1 kunt verblijden. Mol vertelt op zijn welbekende geestdriftige en meeslepende wijze fascinerende anekdotes over de gevechten tussen de bestuurders van de F1-bolides, karakters die botsen en je voelt de spanning tijdens zijn raceverslagen.
Eerder verschenen op Boekenkrant.
1
Reageer op deze recensie