De renner

'De schrik van het peloton, een toonbeeld van wilskracht,' schreef de Midi Libre over Tim Krabbé, die meer dan driehonderdvijftig wielerwedstrijden reed. De Renner is zijn inmiddels klassieke verslag van de driehonderdnegende, een zware klimkoers in Zuid-Frankrijk.
Het boek ‘ De renner’ van Tim Krabbé werd een, inmiddels algemeen erkend, klein meesterwerkje, zeker binnen de Nederlandse sportliteratuur. Het behoort tot de sportliteratuur, hij vertelt namelijk wat er zoal in het hoofd van een wielrenner omgaat als hij afziet en over de wielersport in zijn algemeenheid. Daarnaast vindt men in het boek verschillende wieleranekdotes en het ‘Klein wieleralfabet’. Ook is het boek autobiografisch omdat hij vertelt over zijn leven als wielrenner en hoe hij een echte wielrenner is geworden. Het boek gaat over de driehonderdvijftigste wielerwedstrijd van Tim Krabé namelijk de ronde van de Mont Aigoual, die start en finisht in Meyrueis. Het is een wedstrijd van 137 kilometer met verschillende cols. Tim wil deze wedstrijd graag winnen en heeft deze dus verkent om er zo goed mogelijk voor te staan. Na 1 km is er al een eerste demarrage van ene Despeuch, die poging is volgens Tim een zelfmoord. Na 70 km ontsnapt Tim zelf in zit samen met Reilhan, Teissonniere , Lebusque , Barthelemy , Kléber en de renner van Cycles Goff , die hij niet herkent. Als er nog maar 5 man in de kopgroep zit , besluit Tim om zelf te gaan. Zijn trainingsmaat Kléber volgt, alles gaat dus zoals gepland. Na een tijdje komt Reilhan na een grote achterstand terug. Dan gaat Kléber er vandoor en er ontstaat een gat. Reilhan doet wat hij al heel de wedstrijd doet, niet overnemen. Op een gegeven moment is Tim het beu en probeert het gat dicht te rijden. Na deze versnelling is zijn fiets defect en moet dus achtervolgen op Reilhan die op zijn beurt achtervolgt op Kléber. Tim is helemaal uitgeput wanneer Lesbusque naast hem komt fietsen die hem aanraad te volgen. Op een gegeven moment zien zij 2 de koplopers rijden en met 7 km te gaan zijn ze met z’n vieren. In de laatste paar meter schiet Krabbé in de laatste bocht voorop en stuift weg. Reilhan wacht nog even en gaat hem dan achterna. Lesbusque en Kléber zullen niet meer winnen: het gaat tussen Krabbé en Reilhan. Reilhan komt steeds dichterbij en met nog drie stappen voor de finish haalt Reilhan Krabbé in. Reilhan wint van Krabbé met een voorsprong van maar tien centimeter. Na de wedstrijd meet Krabbé de achterstanden van de geloste renners. Ondertussen komt er een man naar hem toe die hem aanspreekt en zegt dat hij 50 meter te vroeg was weggegaan. Als hij nog 50 meter had gewacht had hij gewonnen. Het doel van de schrijver was om een rit van een wielrenner te beschrijven en hoe hij zelf wielrenner geworden is. Dit doel is geslaagd hij heeft de lezer namelijk in het hoofd van een wielrenner laten kijken , als lezer had je zelf spanning door de goede beschrijving van de schrijver. Ook de informatie van zijn wielerleven was niet oninteressant.
Ik vond het een goed boek, Krabbé brengt de lezer in het hoofd van de wielrenner en laat het afzien duidelijk zien. Het combinatie van de wedstrijd en het tot renner worden gaat goed alleen is het op het einde spannend en daar mag dan de wedstrijd overheersen.