Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Irritant

Kees de Bree 04 november 2013 Auteur

Over een komiek is het niet vreemd om te zeggen 'je houdt van hem' of 'je haat hem'. Over humor valt namelijk niet te twisten. Maar het is vreemder als de uitdrukking wordt gebruikt bij een misdaadauteur. Die is gewoon goed, minder goed of niet goed. Zelfs in het laatste geval komt 'haat' niet ter sprake. Merkwaardig genoeg is dat toch het geval bij de Vlaamse thrillerauteur Jos Pierreux, die met Graaiers en snaaiers  inmiddels zijn tiende boek rond zijn vaste speurder Luk Borré uit Knokke-Heist heeft afgeleverd. Hij kent de gevoeligheden bij zijn lezerspubliek en zit er niet mee. Daarom propt hij ook zijn nieuwste misdaadroman weer vol typische Pierreux-humor. Liever gehaat dan verzwegen, vindt de schrijver. En daar doet hij zijn uiterste best voor.

Graaiers en snaaiers  kent meerdere verhaallijnen. In de eerste verhaallijn wordt afwasser John Van Parijs ontslagen uit het chique restaurant waar hij werkt. Even later wordt hij op zijn fiets aangereden door een man in een dure Mercedes. John en de bestuurder krijgen ruzie en John slaat de man neer. Het is het begin van een reeks mistroostige gebeurtenissen waarbij John een hoofdrol speelt. Samen met een zestal gelegenheidsvrienden, die zich aan de onderkant van de samenleving bevinden, en die meer drugs snoepen dan goed voor hen is, beraamt hij een plan om overvallen te plegen. Het doel is ook eens van het goede leven te kunnen genieten, net als al die andere rijke snobs in het luxueuze vakantieoord. Maar daar is geld voor nodig en dat heeft de groep randfiguren niet.

In een tweede verhaallijn wordt politieman Luk Borré geconfronteerd met een vooraanstaand politicus die, naar eigen zeggen, zijn vrouw heeft doodgeslagen met een ijzeren staaf. De man bekent en de burgemeester van Knokke-Heist, Leopold Lippens, beschouwt de zaak als gesloten. Luk Borré vindt echter dat er te veel eigenaardigheden aan de zaak kleven en start eigenzinnig een onderzoek, tegen het bevel van zijn superieuren in.

In een derde verhaallijn wordt de politie gesommeerd onderzoek te doen naar de grote hoeveelheid juwelendiefstallen die er in Knokke-Heist plaatsvinden. Met name oudere, rijke dames zijn het slachtoffer.

Op zich deugdelijke verhaallijnen die garant zouden kunnen staan voor een lezenswaardige thriller. Maar het lezenswaardige is het grote probleem van het boek. De personages zijn weliswaar aardig, de maatschappijkritiek is vaak terecht en de hekel aan stramme gezagsdragers is invoelend, maar wat taalgebruik en opvattingen van zijn personages betreft, test Jos Pierreux de irritatiegrens van de lezer grondig uit. Niet af en toe, maar elke pagina opnieuw. Natuurlijk vormt het vette Vlaams al een leesdrempel op zich, zeker voor Nederlandse lezers, maar veel erger is de pompeuze woordenbrij vol miserabele beeldspraak, slechte schrijftafeldialogen en intens flauwe vergelijkingen en kwalificaties. Voeg daarbij dat de zinnen soms ellenlang zijn (niet zelden 7 tot 8 regels) en dat Pierreux zijn uiterste best doet om taalkundige grappen in te voeren en het wordt duidelijk dat hij opnieuw een uiterst vermoeiend boek heeft afgeleverd

Een andere bron van irritatie is de banale, puberale, oversekste manier waarop vrijwel alle mannelijke personages naar borsten en billen van de vrouwelijke karakters kijken en mijmeren over seksuele handelingen. Verder is het verhaal doordrenkt van platvloerse observaties: “De jonge vrouw heeft een kont als twee tractorbanden, alsof ze dag en nacht chocoladetaarten met slagroom vreet.” En ook alliteraties als “kankerkutkapitalisme” verhevigen de neiging om het boek vroegtijdig weg te leggen. Voor wie dat allemaal wenst vol te houden, is er het volgende taaljuweel: “Die kids: kleren van Ralph Lauren, Hilfiger, Burberry, …Miss Sixty... …Solden? Sodemieter-op-solden, stuk voor stuk new arrivals. Boys als minikontridders of kort afgezaagde Italiaanse lovers, girls als kapstertjes met stoephoer als bijberoep. Die speeltuin? Een natte droom voor penopauzende pedofielen.”

Pierreux schijnt te vergeten dat taal het vehikel is om een verhaal te vertellen, dat taal het verhaal nooit in de weg mag staan en dat enige vorm van beschaving zeker tot aanbeveling strekt. Maar goed, je houdt van hem of je haat hem. Waarvan acte.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Kees de Bree