Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Te onevenwichtig

Kees de Bree 30 oktober 2005 Auteur

Rood kwik is het debuut van Alwin van Ee. Hoofdpersoon is Ruben Sender, specialist in gevaarlijke stoffen die free lance werkzaamheden verricht voor de soja verwerkende fabriek Protenol, die met sluiting wordt bedreigd.

Ruben verdenkt salesmanager Ludo Corvinus ervan zich bezig te houden met illegale handel in pesticiden. Hij gaat op amateuristische wijze op onderzoek uit. Vlak voordat hij in een Rotterdamse loods wordt neergeslagen, vindt hij een capsule met een raadselachtige stof, die later het levensgevaarlijke Rood kwik blijkt te zijn. Tijd om verder te zoeken is er niet omdat Rubens baas en vriend Charles Lafevre hem naar Cuba stuurt met de opdracht zijn vriendin Maria te zoeken en haar, als het kan, mee te nemen naar Nederland. Het snoepreisje krijgt een sinister tintje als Italiaanse maffiosi proberen Ruben te vermoorden en als blijkt dat er wat betreft de handel in illegale chemische stoffen een connectie is tussen Nederland en Cuba. Terug in Nederland raakt Ruben verzeild in een maalstroom van levensbedreigende situaties en ontdekt hij de ware samenhang tussen de gebeurtenissen.


Rood kwik is een echte eersteling, met alle fouten van dien. Van Ee kan schrijven, dat moet gezegd, maar een volwaardige roman heeft hij nog niet in de vingers. Daarvoor worstelt hij met teveel roman-technische problemen. De toonzetting bijvoorbeeld is volstrekt inconsequent: soms is het verhaal geschreven in een soort Hollandse Hard Boiled stijl: “Als de boel explodeerde moest je er natuurlijk niet met je snufferd bovenop staan” en als Ruben bij iemand schaatsmedailles ziet, overpeinst hij stoer: “Het leek me een troep van likmevestje, die een ander in een schoenendoos op zolder zou smijten”. Als hij Rotterdam beschrijft: “De onderwereld sijpelde hier door de riolen naar boven, moorddadig, verpauperd, smerig, onpersoonlijk, in een woord:een wereldstad.” Aan de ander kant is het taalgebruik super braaf: “Ik nam voldoende proviand mee. Wie weet zou het een langdurige aangelegenheid worden.”


Wat karakterbeschrijving betreft begaat Van Ee de fout in door zijn hoofdpersoon dusdanig negatief neer te zetten dat de lezer zich op geen enkele wijze met hem kan identificeren. Ruben Sender wordt neergezet als een onaardige, zelfzuchtige man die lijdt aan zelfoverschatting, een vrijgezel die zichzelf beschouwt als luxe paard, die neerkijkt op arbeiders, die rondsnuffelt in het kantoor van een collega, die spullen van de zaak mee naar huis neemt voor eigen gebruik, die er op Cuba niet voor terugdeinst om met de vriendin van zijn vriend naar bed te gaan, die hoereert en die laf is. Verder is de humor van Van Ee gekunsteld en vermoeiend: Zo zegt de secretaresse: “Soep en vrouwen moeten heet zijn”. De boekhouder roept: “Water is alleen te drinken als het bij de brouwerij is geweest.” Over de ex-vriendin van Charles en hemzelf zegt Ruben: “We waren dus zogezegd  kutzwagers”. En ook de kreet “Tante Neel, je bent een juweel” roept bij mij geen glimlach op. Deze quasi humor is storend en staat veelal het verhaal in de weg.   


Maar het grootste manco van Rood kwik is het ontbreken van een deugdelijke spanningsboog. Het begin van het boek is stroef, de aanleiding tot het ondernemen van actie is erg afhankelijk van toeval. Het onlogische vervolg is een enorm blok van bijna 90 pagina’s waarin Ruben op Cuba van links naar rechts reist en zich regelmatig laat verwennen door welwillende dames. Het is een stuk tekst dat het goed zou doen in een reisgids, maar dat het verhaal niet wezenlijk verder helpt. Ook de verdere ontwikkeling en de ontknoping in Nederland hangen allemaal van toevalligheden aan elkaar. Steeds als je denkt dat het boek uit is, gaat het weer verder. Kortom, de opbouw van spanning is ver te zoeken. En in een misdaadroman is dat de grootste fout die je kunt maken, want spanning is nu eenmaal de levensader van elke goede thriller. 

In een interview zegt Van Ee dat hij vindt dat humor erg belangrijk is. “Thrillers lees je voor je plezier. Het boek is in de eerste plaats entertainment.” Hiermee geeft hij perfect weer wat zijn doel is: publiek behagen, entertainen. Een duidelijker definitie van ontspanningslectuur is niet denkbaar. Maar ook ontspanningslectuur moet goed zijn, wil hij echt ontspannen. Daar is Rood kwik helaas te onevenwichtig voor.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Kees de Bree