Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Veel randzaken, weinig diepgang

Kim Schreurs 17 juni 2019
“Het gaat over machines zoals ik en mensen zoals jullie en onze gezamenlijke toekomst…”

Als dertiger Charlie een androïde van de eerste lichting koopt, weet hij niet goed wat hij kan verwachten. Hij had zeker niet zien aankomen dat deze Adam hem het perfecte excuus zou geven om meer tijd door te brengen met zijn bovenbuurvrouw Miranda, op wie hij heimelijk verliefd is, en dat zij hem zou bedriegen met een ‘fucking machine’. Al snel blijkt Adam levensechter dan gedacht. Hij verklaart dat hij ook verliefd is op Miranda en zaait tegelijkertijd twijfel over haar door Charlie te waarschuwen dat zijn nieuwe geliefde mogelijk niet helemaal te vertrouwen is.

Ian McEwan staat bekend als auteur die fundamentele vraagstukken en morele dilemma’s niet schuwt. In Machines zoals ik filosofeert hij over wat ons menselijk maakt. Naast de androïde met de niet bepaald originele naam Adam (de Eva’s waren al uitverkocht) voert hij het verwaarloosde jongetje Mark ten tonele en verhaalt hij uitgebreid over Miranda’s botte vader en twee personen uit haar verleden die haar aanzetten tot een daad die haar in de ogen van de androïde een mogelijke leugenaar maakt. Het morele dilemma heeft dan ook meer met hen te maken dan met Adam en de andere machines zoals hij. En daarin schuilt meteen een groot probleem met dit boek: er wordt te veel uitgeweid en veel situaties lijken er aan de haren bijgesleept; verplichte nummertjes die afgewerkt moeten worden.
Waar je zou verwachten dat de romance centraal staat, wordt er in werkelijkheid weinig aandacht aan besteed. Er wordt amper naar opgebouwd. Charlie en Miranda zijn al snel een stel en binnen niet al te lange tijd blijkt ook Adam verliefd op haar te zijn. Dit uit zich vooral in de productie van duizenden haiku’s. Het gaat allemaal erg makkelijk en je voelt er weinig emotie bij. De focus ligt dan ook meer op randzaken. De politieke situatie. De kleine, mishandelde Mark. Het verleden van Miranda. Uiteindelijk blijkt alles wel met elkaar te maken te hebben, maar de samenhang is te mager en komt te laat aan het licht. Bovendien is het allemaal wel erg vergezocht. Dat maakt dat je je nauwelijks druk kunt maken om het lot van de personages.

In tegenstelling tot in zijn vorige roman Notendop kiest McEwan verrassend genoeg niet voor een bijzonder perspectief, terwijl Adam heel geschikt is voor de rol van verteller. We moeten het doen met Charlie, die het verhaal achteraf vertelt en die overkomt als een enorm onbetrouwbare verteller. Naar de reden voor beide keuzes kunnen we slechts gissen, aangezien niets in het boek dit verklaart. Een andere opvallende zet is het situeren van het boek in een futuristische versie van 1982, waarin Engeland de Falklandoorlog verliest, The Beatles weer bij elkaar komen voor een nieuw album en Alan Turing nog leeft. Dit laatste heeft ertoe geleid dat de technologische ontwikkelingen in een stroomversnelling zijn geraakt en er in de jaren tachtig al zelfrijdende auto’s, mobiele telefoons en androïden waren.
Naast dat dit bij vlagen enorm verwarrend is omdat aanvankelijk totaal onduidelijk is hoe er zo vroeg al androïden gemaakt kunnen zijn en welke technologische snufjes er nog meer zijn, is dit totaal overbodig. Dat het verhaal in het verleden speelt voegt helemaal niets toe. Buiten de slaapverwekkende politieke situatie is er niets wat de lezer eraan herinnert dat dit niet onze moderne tijd is. Dit lijkt dan ook alleen gedaan om Turing te kunnen opvoeren. Voor iedereen die weinig weet van de jaren tachtig is het ook lastig om te zien wat echt gebeurd is en wat McEwan verzonnen heeft en het boek nodigt niet uit om dit op te gaan zoeken.

Als je de opsmuk wegdenkt is Machines zoals ik een mager verhaaltje over drie verwarde personages die hun weg in het leven moeten vinden. Nergens maakt het boek indruk. Het zegt genoeg dat het grappigste moment de scène is waarin Charlie voor de robot wordt aangezien en dat niemand verrast is als hij dat uiteindelijk toch niet blijkt te zijn. De mooie maar soms ook wijdlopige schrijfstijl kan niet verhullen dat het boek inhoudelijk op veel punten tekortschiet, hoe prachtig het ook vertaald is door vaste McEwan-vertaler Rien Verhoef.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Kim Schreurs

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.