Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Krijgsgevangen in Nederlands-Indië

kristofsjongers 15 oktober 2019 Hebban Recensent

In 2015 debuteerde Arjan Hoks met De verloren dochters, een thriller die zich afspeelt in Rotterdam. Voor zijn nieuwe boek, Afscheid van Java, gooit Hoks het over een andere boeg en trekt hij naar de andere kant van de wereldbol.  

De auteur baseert zich voor dit werk op de dagboeken van zijn grootvader Johannes Hoks. Die was in de jaren ’30 en vroege jaren ‘40 een succesvol tabaksplanter op het Indonesische eiland Java. Het zorgeloze leven van de Nederlandse plantagehouders en de familie Hoks wordt in de eerste hoofdstukken uitvoerig geschetst. Hierbij wordt gegoocheld met Indonesische woorden en termen, die vaak maar één keer worden vertaald.  

Dat veelal paradijselijk bestaan wordt abrupt onderbroken als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt en Japan een steeds groter deel van Zuidoost-Azië annexeert. Johannes, dan toch al een late dertiger, wordt onder de wapens geroepen en komt als sergeant bij de landstormers van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger terecht. In een stelling aan de Straat Bali kan het wachten beginnen. En dat doen ze; op een tegenstander die maar niet lijkt op te komen dagen. Als ze die vijand dan uiteindelijk te zien krijgen, is Nederlands-Indië gecapituleerd en zijn ze meteen krijgsgevangen.  

In de eerste dagen van de overgave is de verwarring totaal; niemand weet waar de landstormers terecht zullen komen. Blijven ze op een interneringskamp op Java of worden ze naar Siam overgebracht, het huidige Thailand? Of, nog erger, Japan? Uiteindelijk worden ze gedwongen afscheid te nemen van Java en hun families, en in mensonterende omstandigheden naar Siam gebracht op een militair transportschip.  

Daar belanden ze in het gevangenkamp Changi. Het is ooit opgetrokken door de Britse overheerser, maar wordt nu gebruikt als basiskamp voor de aanleg van de Birma-spoorlijn. Dit is  voor de Japanners een levensbelangrijk project, dwars door Birma (het huidige Myanmar) en Siam. Bij de aanleg van die spoorlijn, die ook een hoofdrol speelt in A Bridge over the River Kwai, kwamen door het moordende arbeidstempo en de vreselijke omstandigheden naar schatting honderdduizend geallieerde krijgsgevangenen om het leven, waaronder drieduizend Nederlanders.  

Aanvankelijk valt het leven in dit kamp best mee. Er is inderdaad vaak voedseltekort en ook Johannes krijgt zijn deel van het Japanse willekeurig geweld, maar er is relatief veel vrijheid binnen de gevangenismuren. Dat verandert allemaal als de mannen die nog enigszins op hun benen kunnen staan, na jaren van ontbering, worden overgebracht naar een kamp verder aan de spoorweg, diep in de jungle. Een belangrijk deel van het verhaal, waar het hele boek aan lijkt te zijn opgehangen. Helaas zijn er maar enkele hoofdstukken aan gewijd, omdat Johannes hier zelf weinig over neerschreef.  

Arjan Hoks heeft een knap staaltje persoonlijke familiegeschiedenis bij elkaar gepend; het boek bulkt van de feiten over de Nederlandse kolonieën kort voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Niet zelden beslaan de voetnoten een halve bladzijde. Jammer genoeg schuwt hij de archaïsche taal niet. Het boek is ook niet vrij van taalkundige slordigheden. Zo gebruikt hij bijvoorbeeld ergens in dezelfde alinea twee keer het gezegde ‘op de koop toe’.  

Niet dat het boek daardoor onleesbaar wordt. Op zijn beste momenten doet het denken aan Oorlog en terpentijn van Stefan Hertmans, maar dan zonder de majestueuze zinnen. Afscheid van Java is een onderhoudend werk, dat zeker zijn plaats verdient in de geschiedschrijving over de laatste jaren van Nederlands-Indië.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van kristofsjongers