Lezersrecensie
Progressief populisme in de provincie
In de Burgerbaron vertelt Luc Panhuysen het verhaal van de Overijsselse baron Joan Derk van der Capellen, die bijna eigenhandig het vermolmde regenteske politieke systeem in de Republiek van eind 18e eeuw ontmantelde. De onderwerpskeuze is actueel en origineel. Van der Capellen zag al vroeg in zijn leven in dat hij ‘het volk’ nodig had om het ancien regime van ridderschap en stedelijke elites te bestrijden. Dat hij dit deed in en vanuit de staten van Overijssel, ver buiten de Haagse macht, maakt het extra bijzonder. Het boek geeft zo en passant een beeld van de politieke werkelijkheid op het platteland.
Panhuysen beperkt zich in zijn boek tot de politieke activiteiten van Van der Capellen. Zijn persoonlijk leven, een moeilijke jeugd, de slechte verhouding met zijn vader en zijn slechte mentale en fysieke gezondheid, komt slechts zijdelings aan de orde, en dan vooral waar het helpt om Van der Capellen’s politieke idealen te duiden. Tussen de regels door wekt Panhuysen de indruk dat hij veel meer over zijn onderwerp weet dan hij in zijn boek gebruikt, wat ook naar meer informatie doet verlangen. Ook de revolutionaire sfeer in Europa, en dan met name Frankrijk, aan het eind van de 18e eeuw komt nauwelijks aan de orde, waardoor het lijkt of Van der Capellen zijn revolutionaire activiteiten los van de politieke context ontplooide.
Een politieke vergelijking die ook niet wordt benoemd is het populisme van Van der Capellen. Waar het populisme vandaag de dag voornamelijk van rechts komt en soms op gespannen voet met de rechtsstatelijkheid staat, was het populisme van Van der Capellen juist gericht op democratisering en vrijheid van meningsuiting. Evengoed zocht hij wel de grenzen van de wet op.
In een kleine 200 pagina’s schetst Panhuysen een interessant beeld van een door ziekte geplaagde edelman die zijn leven inzette om, meer dan eens met onorthodoxe middelen, de democratie in Nederland van de grond te krijgen. Het boek leest daarmee goed weg. Een dubbel zo dik boek met meer persoonlijke en politieke context en duiding was echter ook beslist geen straf geweest.
Panhuysen beperkt zich in zijn boek tot de politieke activiteiten van Van der Capellen. Zijn persoonlijk leven, een moeilijke jeugd, de slechte verhouding met zijn vader en zijn slechte mentale en fysieke gezondheid, komt slechts zijdelings aan de orde, en dan vooral waar het helpt om Van der Capellen’s politieke idealen te duiden. Tussen de regels door wekt Panhuysen de indruk dat hij veel meer over zijn onderwerp weet dan hij in zijn boek gebruikt, wat ook naar meer informatie doet verlangen. Ook de revolutionaire sfeer in Europa, en dan met name Frankrijk, aan het eind van de 18e eeuw komt nauwelijks aan de orde, waardoor het lijkt of Van der Capellen zijn revolutionaire activiteiten los van de politieke context ontplooide.
Een politieke vergelijking die ook niet wordt benoemd is het populisme van Van der Capellen. Waar het populisme vandaag de dag voornamelijk van rechts komt en soms op gespannen voet met de rechtsstatelijkheid staat, was het populisme van Van der Capellen juist gericht op democratisering en vrijheid van meningsuiting. Evengoed zocht hij wel de grenzen van de wet op.
In een kleine 200 pagina’s schetst Panhuysen een interessant beeld van een door ziekte geplaagde edelman die zijn leven inzette om, meer dan eens met onorthodoxe middelen, de democratie in Nederland van de grond te krijgen. Het boek leest daarmee goed weg. Een dubbel zo dik boek met meer persoonlijke en politieke context en duiding was echter ook beslist geen straf geweest.
2
Reageer op deze recensie