Lezersrecensie
Recensie Poort van de zon
Te lang gewacht met het schrijven van een reactie maar wilde er toch nog wat over zeggen omdat ik het een belangwekkend en fascinerend boek vind. Het viel me in het begin niet mee maar toen ik had losgelaten om àlles te willen snappen en te weten wie, wie is, ging het beter. Het verhaal springt namelijk nogal van de hak op de tak, waardoor ik bijvoorbeeld moeite had met de chronologie en omdat er zoveel personages genoemd worden, is het soms lastig om ze uit elkaar te houden. Maar ja, de werkelijkheid in de Palestijnse regio is ook nogal chaotisch en wordt door Khoury beschreven aan de hand van uiteenlopende herinneringen van gewone mensen. ‘Mensen die ‘leefden met de angst, met het militaire bewind en met de dood van degenen die hadden geprobeerd de grens over te steken. De mensen kenden zichzelf, hun familie en hun land niet meer’
De verpleger Khaliel vertelt deze verhalen aan de oude strijdmakker van zijn vader, Joenis, deze is getroffen door een herseninfarct en ligt in het Galilea-ziekenhuis in een kamp nabij Beiroet. Hij heeft er vertrouwen in dat deze verhalen Joenis uit zijn coma zullen halen. Het zijn verhalen over dertig jaar Palestijnse en Libanese geschiedenis, het ene verhaal roept het andere op. Herinneringen aan gruwelijkheden, bloedbaden, belegering, vernietiging, verlaten en verwoeste dorpen. Verhalen over vluchten en weer terugkeren, almaar op pad zijn. Met bijzondere aandacht voor de Palestijnse vrouwen die achterbleven om voor de kinderen en ouderen te zorgen.
Centraal in de roman staat de liefdesrelatie tussen Joenis en zijn vrouw Nahiela, zij leiden een gescheiden leven. Joenis is na de nakba (de tragedie) van 1948 naar Libanon gegaan om groepen voor de fedajien op te zetten om daarvandaan strijd te voeren voor het vaderland. Hij bezoekt regelmatig Nahiela in het geheim in de grot van Baab as-Sjams (Poort van de zon) en ondanks de grensblokkades lukt dit maar dan stelt Nahiela hem voor de keus om voorgoed weg te blijven of om terug te keren. Maar Joenis heeft zich zojuist aangesloten bij de Fatah en heeft een verantwoordelijke functie…
Joenis vertelde ooit aan Khaliel over de gebeurtenissen in 1948: ‘Het was geen oorlog, maar eerder een droom. Je moet niet geloven dat de joden de oorlog van ’48 hebben gewonnen, mijn zoon. In ’48 hebben we niet gevochten, omdat we het niet wisten. Zij hebben gewonnen, omdat wij niet hebben gevochten. Maar zijzelf hebben ook niet gevochten, ze hebben alleen gewonnen. Het leek wel een droom’ en ‘De waarheid is, dat zij die Palestina hebben bezet, ervoor hebben gezorgd dat we ons vaderland ontdekten op het moment dat we het verloren’
Khaliel is in vluchtelingenkampen opgegroeid en heeft Palestina nooit gezien, zijn vader is vermoord, zijn moeder verdwenen en hij is opgegroeid bij zijn grootmoeder Sjahiena in het kamp Shatila. ‘Net als de andere jongens van mijn generatie, was ik nooit serieus naar school geweest. We waren tot de vierde klas van de lagere school gekomen, waarna we ons hadden aangesloten bij een van de militaire jeugdkampen die onder de strijdkrachten vielen. We waren op pad gegaan om de wereld te veranderen en ineens hadden we ontdekt dat we soldaten waren geworden’
En altijd weer die strijd, die zoektocht naar hun verloren dorpen. ‘Waarom moeten wij, van alle volkeren op de wereld, elke dag weer ons vaderland uitvinden, om te voorkomen dat alles verloren gaat en wij in een eeuwigdurende slaap verzinken?’ Een vaderland waar ze niet meer welkom zijn, waar hun huizen of verwoest zijn of bewoond door anderen, de traditionele olijfbomen vervangen door palmbomen, waar Palestijnse kindertjes Hebreeuws leren op school.
De Libanees Khoury schreef uit eigen ervaring over de Libanese Burgeroorlog, hij vocht met de Palestijnen tegen de falangisten.
Het is behoorlijk doorbijten maar dan wel zeer de moeite waard, een bijzonder mooie en boeiende roman en het geeft weer meer begrip voor de uitzichtloze situatie in deze regio: ’Het vaderland, dat is als je in een afgrond valt, dat je voelt dat je deel bent van een geheel en dat je doodgaat omdat het vaderland dood is… de mensen vielen omdat alles viel’
De verpleger Khaliel vertelt deze verhalen aan de oude strijdmakker van zijn vader, Joenis, deze is getroffen door een herseninfarct en ligt in het Galilea-ziekenhuis in een kamp nabij Beiroet. Hij heeft er vertrouwen in dat deze verhalen Joenis uit zijn coma zullen halen. Het zijn verhalen over dertig jaar Palestijnse en Libanese geschiedenis, het ene verhaal roept het andere op. Herinneringen aan gruwelijkheden, bloedbaden, belegering, vernietiging, verlaten en verwoeste dorpen. Verhalen over vluchten en weer terugkeren, almaar op pad zijn. Met bijzondere aandacht voor de Palestijnse vrouwen die achterbleven om voor de kinderen en ouderen te zorgen.
Centraal in de roman staat de liefdesrelatie tussen Joenis en zijn vrouw Nahiela, zij leiden een gescheiden leven. Joenis is na de nakba (de tragedie) van 1948 naar Libanon gegaan om groepen voor de fedajien op te zetten om daarvandaan strijd te voeren voor het vaderland. Hij bezoekt regelmatig Nahiela in het geheim in de grot van Baab as-Sjams (Poort van de zon) en ondanks de grensblokkades lukt dit maar dan stelt Nahiela hem voor de keus om voorgoed weg te blijven of om terug te keren. Maar Joenis heeft zich zojuist aangesloten bij de Fatah en heeft een verantwoordelijke functie…
Joenis vertelde ooit aan Khaliel over de gebeurtenissen in 1948: ‘Het was geen oorlog, maar eerder een droom. Je moet niet geloven dat de joden de oorlog van ’48 hebben gewonnen, mijn zoon. In ’48 hebben we niet gevochten, omdat we het niet wisten. Zij hebben gewonnen, omdat wij niet hebben gevochten. Maar zijzelf hebben ook niet gevochten, ze hebben alleen gewonnen. Het leek wel een droom’ en ‘De waarheid is, dat zij die Palestina hebben bezet, ervoor hebben gezorgd dat we ons vaderland ontdekten op het moment dat we het verloren’
Khaliel is in vluchtelingenkampen opgegroeid en heeft Palestina nooit gezien, zijn vader is vermoord, zijn moeder verdwenen en hij is opgegroeid bij zijn grootmoeder Sjahiena in het kamp Shatila. ‘Net als de andere jongens van mijn generatie, was ik nooit serieus naar school geweest. We waren tot de vierde klas van de lagere school gekomen, waarna we ons hadden aangesloten bij een van de militaire jeugdkampen die onder de strijdkrachten vielen. We waren op pad gegaan om de wereld te veranderen en ineens hadden we ontdekt dat we soldaten waren geworden’
En altijd weer die strijd, die zoektocht naar hun verloren dorpen. ‘Waarom moeten wij, van alle volkeren op de wereld, elke dag weer ons vaderland uitvinden, om te voorkomen dat alles verloren gaat en wij in een eeuwigdurende slaap verzinken?’ Een vaderland waar ze niet meer welkom zijn, waar hun huizen of verwoest zijn of bewoond door anderen, de traditionele olijfbomen vervangen door palmbomen, waar Palestijnse kindertjes Hebreeuws leren op school.
De Libanees Khoury schreef uit eigen ervaring over de Libanese Burgeroorlog, hij vocht met de Palestijnen tegen de falangisten.
Het is behoorlijk doorbijten maar dan wel zeer de moeite waard, een bijzonder mooie en boeiende roman en het geeft weer meer begrip voor de uitzichtloze situatie in deze regio: ’Het vaderland, dat is als je in een afgrond valt, dat je voelt dat je deel bent van een geheel en dat je doodgaat omdat het vaderland dood is… de mensen vielen omdat alles viel’
1
Reageer op deze recensie