Lezersrecensie
Miltzucht
Zutphen, Hans Heesen weet dat, is de hoofdstad van een met ondoorgrondelijkheden gevulde wereld die, na elkaar strikt eenmalig aangeraakt te hebben, hun eigen weg gaan. Zeker in de kop van een hoofdpersoon van achttien die het bewandelen van zijn eigen pad verward heeft met het nog maar even uitstellen van zijn vertrek. Want dan gebeuren er rare dingen. En gebeurt er niets.
Zutphen is namelijk een mooie stad. Maar wel een stad die toegangspoort tot de Achterhoek is. En daarom een stad om naar terug te keren; niet een om te blijven.
Zo gaat het: in Een naderend begin van iets nieuws gebeuren rare dingen. De hoofdpersoon vertelt terugblikkend hoe hij, ergens laat in de jaren zeventig, een kamer bemachtigt via een oom. Daarin mag hij wonen voor nop. Maar wel met als tegenprestatie dat hij voor een vermogende huisjesmelker cash de huur moet innen bij de huurders van diens panden.
Hij leeft van een schamel baantje in een boekhandel en van het schrijven van synopses voor een wannabe-filmproducent.
De novelle is een poëtisch geschreven vertelling:
“Ik pakte een boek en las tot het ochtend werd en een nieuwe dag nevelig en schuw de kade op kroop.”
Met de ethisch lijkende afwegingen van een joch dat zichzelf boeiende vragen stelt:
“Maar die overweging kwam pas bij me op nadat ik aan de kans op ontdekking en de daaruit voortvloeiende nadelige consequenties had gedacht. Wat zei dit over mij?”
Over een jongen die complot vermoedende observaties doet:
“Nu pas zag ik de naambordjes bij de voordeur. Het waren er twee, terwijl er vijf bewoners waren. (..) Allebei namen uit de categorie ‘alledaags en nietszeggend'.”
En een vertelling ook, waarin een koffertje met naaktfoto’s opspeelt; waarin circus Boltini-achtige daadwerkelijke schrijvers van daadwerkelijke boeken opduiken; en waarin jonge vrouwen tot de verbeelding spreken die zowel Tanja, Iris als Annie heten; maar ook randfiguren die dat misschien alleen maar zijn als De Ander.
En zo gaat het óók: er gebeurt niets. Behalve dat er, net als in een echt leven, veel gedroomd wordt, veel niet gekend is, en veel kwijt raakt. Maar noem dat maar niets.
“Het leven als oefening. Geconfronteerd worden met dat wat er niet is en het ontbrekende proberen in te vullen.”
Tsja.
Het boek heeft weliswaar een schitterende omslag (een foto van de IJsselkade uit de Collectie Zeylemaker). Maar alleen daarom al is het ronduit jammer dat Uitgeverij IJzer het uitbracht als te goedkoop gelijmde paperback; als een fijnbesneden figuur in een schaamlap.
Dat leest niet lekker, IJzer!
Een naderend begin van iets nieuws gun je een stevige rug en garen. En daar willen we dan echt wel voor betalen.
Titel: Een naderend begin van iets nieuws (120 pagina’s)
Auteur: Hans Heesen (Zutphen, 1959)
ISBN 9789086842285
Uitgever: IJzer
Zutphen is namelijk een mooie stad. Maar wel een stad die toegangspoort tot de Achterhoek is. En daarom een stad om naar terug te keren; niet een om te blijven.
Zo gaat het: in Een naderend begin van iets nieuws gebeuren rare dingen. De hoofdpersoon vertelt terugblikkend hoe hij, ergens laat in de jaren zeventig, een kamer bemachtigt via een oom. Daarin mag hij wonen voor nop. Maar wel met als tegenprestatie dat hij voor een vermogende huisjesmelker cash de huur moet innen bij de huurders van diens panden.
Hij leeft van een schamel baantje in een boekhandel en van het schrijven van synopses voor een wannabe-filmproducent.
De novelle is een poëtisch geschreven vertelling:
“Ik pakte een boek en las tot het ochtend werd en een nieuwe dag nevelig en schuw de kade op kroop.”
Met de ethisch lijkende afwegingen van een joch dat zichzelf boeiende vragen stelt:
“Maar die overweging kwam pas bij me op nadat ik aan de kans op ontdekking en de daaruit voortvloeiende nadelige consequenties had gedacht. Wat zei dit over mij?”
Over een jongen die complot vermoedende observaties doet:
“Nu pas zag ik de naambordjes bij de voordeur. Het waren er twee, terwijl er vijf bewoners waren. (..) Allebei namen uit de categorie ‘alledaags en nietszeggend'.”
En een vertelling ook, waarin een koffertje met naaktfoto’s opspeelt; waarin circus Boltini-achtige daadwerkelijke schrijvers van daadwerkelijke boeken opduiken; en waarin jonge vrouwen tot de verbeelding spreken die zowel Tanja, Iris als Annie heten; maar ook randfiguren die dat misschien alleen maar zijn als De Ander.
En zo gaat het óók: er gebeurt niets. Behalve dat er, net als in een echt leven, veel gedroomd wordt, veel niet gekend is, en veel kwijt raakt. Maar noem dat maar niets.
“Het leven als oefening. Geconfronteerd worden met dat wat er niet is en het ontbrekende proberen in te vullen.”
Tsja.
Het boek heeft weliswaar een schitterende omslag (een foto van de IJsselkade uit de Collectie Zeylemaker). Maar alleen daarom al is het ronduit jammer dat Uitgeverij IJzer het uitbracht als te goedkoop gelijmde paperback; als een fijnbesneden figuur in een schaamlap.
Dat leest niet lekker, IJzer!
Een naderend begin van iets nieuws gun je een stevige rug en garen. En daar willen we dan echt wel voor betalen.
Titel: Een naderend begin van iets nieuws (120 pagina’s)
Auteur: Hans Heesen (Zutphen, 1959)
ISBN 9789086842285
Uitgever: IJzer
1
Reageer op deze recensie