Lezersrecensie
"Alleen de modder wist de waarheid"
Zo'n dertig jaar geleden las ik graag diverse boeken van de Albanees Ismail Kadare, die toen als een potentiële - om niet te zeggen: op voorhand zekere- Nobelprijswinnaar gold. Onlangs werd zijn debuut "De generaal van het leger" weer heruitgegeven, in dezelfde heel leesbare vertaling als toen (uit het Frans door Henne van der Kooy), maar met een nieuw en informatief nawoord van Kadare- kenner Piet de Moor. In dat nawoord wordt gezegd dat Kadare in dit debuut nog intuïtief op zoek was naar een thema dat in zijn latere meesterwerken pas echt vorm en inhoud zou krijgen: het thema van "de als dictatuur vermomde hel waaruit de mens zich sinds de vroegste tijden krachtens het recht probeert te ontworstelen. Want in het wereldbeeld van [Kadare] is de hel een voor iedereen zo ondraaglijke plaats, dat het concept van het recht er onvermijdelijk uit moest worden geboren". Een erg trefzekere zin, die bij mij meteen het verlangen aanwakkerde om ook andere boeken van Kadare weer te herlezen. En dat verlangen werd nog sterker aangewakkerd door "De generaal van het dode leger" zelf. De door Kadare in zijn latere boeken zo indringend geschetste sferen van dictatoriale verdrukking en van oergeweld zijn in dit boek nog gedempt, net als de mythische oerkrachten die zo fascinerend naar boven komen in b.v. "De nis der schande". Maar de onderdompeling in de irrationele hel is in dit debuut al op meeslepende wijze aanwezig.
De opmerkelijk absurde titel van dit boek dekt de lading: we volgen een naamloze Italiaanse generaal die, samen met een al even naamloze Italiaanse priester, de opdracht heeft om twintig jaar na de Tweede Wereldoorlog de in Albanië gevallen Italiaanse militairen op te graven en weer naar huis te brengen. De absurde onwerkelijkheid van deze opdracht grijpt de generaal soms totaal bij de strot: "Daar beneden lag het leger, buiten de tijd, verstijfd, verkalkt, met grond bedekt. Zijn opdracht was het uit die modder te voorschijn te brengen. En die taak joeg hem angst aan. Het was een buitennatuurlijke opdracht, met eraan iets blinds, doofs en absurds'. Tegelijk poogt hij zich in te prenten dat het om een heroïsche onderneming gaat: eer bewijzen aan de doden, respect voor de gevallenen, te vergelijken met de eervolle bejegening der doden in de Trojaanse oorlogen. Maar steeds dringender dringt het besef zich op dat de zinloze modder en de redeloosheid alles overwint: "Niets was zeker. Alleen de modder wist de waarheid". Steeds navranter dring zich het besef op dat deze oorlog zinloos was, zoals elke oorlog, en dat juist dat leger van lichaamsresten die zinloosheid goed laten zien. ""Dit is de oorlog zelf", zo zegt een van de personages in een somber gesprek over alle dode soldaten onder de grond. "Die resten vormen er de essentie van, wat er tenslotte van overblijft, als de neerslag van een chemische reactie".
Die volstrekte absurditeit van elke oorlog, en het totale existentiële isolement van de generaal, wordt op elke pagina indringend voelbaar gemaakt. Bijvoorbeeld door de suggestieve beschrijvingen van het vijandige, onherbergzame, van zompige modder vergeven Albanese landschap. En van de voor de generaal ondoorgrondelijke Albanezen, die een door eeuwenlange onderdrukking gevoede innerlijke hardheid en ondoorgrondelijkheid lijken te hebben waar de generaal geen enkele vat op krijgt. Bovendien komt soms een wraaklust en woede bij die Albanezen naar boven waar de generaal nauwelijks greep op krijgt, Waardoor het verhaal een paar keer op fascinerende wijze ontspoort. De zinloosheid van zijn maandenlange dooltocht langs modderige graven komt mooi naar voren in zinnen als "De generaal had steeds meer de indruk dat zijn leven niets was dan een eindeloze opeenvolging van drijfnatte, buitenlandse kruispunten". Te meer omdat de generaal en zijn manschappen vaak helemaal niets hebben aan hun zo exacte kaarten en meetinstrumenten, en daardoor veel van de gevallen Italiaanse militairen helemaal niet kunnen vinden in de vormloze modder. Zodat de generaal zich meer en meer de machteloze bevelhebber voelt van een "tot een paar ton fosfor en kalk gereduceerd leger". Zijn belevenissen worden naarmate de roman vordert bovendien steeds irrationeler en grotesker, en zijn innerlijke desoriëntatie neemt hand over hand toe. Wat ook mooi in de stijl naar voren komt, want die wordt steeds verbrokkelder en heterogener, steeds meer het symbool van een man die al zijn houvast verliest.. Ook wordt de generaal meer en meer gekweld door indringend beschreven nachtmerries. Daarnaast heeft hij vluchtige dromen van schoonheid en verlossende lichtheid, maar die zijn "als een bloem die aan de rand van de afgrond bloeit". En dus is ook die gedroomde schoonheid weerloos tegen de zinloosheid, de absurditeit, de kaalheid, de vormeloze modder.....
Oorlog is ten diepste een zinloze hel, zo maakt deze roman wel duidelijk. Maar nog indringender dan dat vond ik de existentiële absurditeit van de generaal, die weerlozer en weerlozer wordt tegen de zompige modder van zijn groteske bestaan. Want hij is niet alleen een generaal van een uit doden bestaand leger, maar vooral ook een volstrekte vreemdeling in een volkomen onherbergzame wereld. Hij is de prototypische anti- held in een wereld waarin geen helden kunnen bestaan. Dat maakt hem even grotesk als tragisch, even lachwekkend als tranentrekkend. En in al zijn desolate zinloosheid ook heel overtuigend. Net als Kadares beschrijvingen van de eindeloze opeenvolging van modderige kruispunten en kale, mistige bergen. Op die manier dompelde Kadare mij onder in een grillige wereld die niet alleen voor de generaal radicaal onvertrouwd is, maar voor mij ook: een wereld die geheel andere wetten lijkt te volgen dan de wereld die ik denk te kennen. En dat vond ik fascinerend. Dat alles maakte dat ik graag mee doolde met deze tragikomische generaal, in een wereld waarin alleen de modder de waarheid weet.
De opmerkelijk absurde titel van dit boek dekt de lading: we volgen een naamloze Italiaanse generaal die, samen met een al even naamloze Italiaanse priester, de opdracht heeft om twintig jaar na de Tweede Wereldoorlog de in Albanië gevallen Italiaanse militairen op te graven en weer naar huis te brengen. De absurde onwerkelijkheid van deze opdracht grijpt de generaal soms totaal bij de strot: "Daar beneden lag het leger, buiten de tijd, verstijfd, verkalkt, met grond bedekt. Zijn opdracht was het uit die modder te voorschijn te brengen. En die taak joeg hem angst aan. Het was een buitennatuurlijke opdracht, met eraan iets blinds, doofs en absurds'. Tegelijk poogt hij zich in te prenten dat het om een heroïsche onderneming gaat: eer bewijzen aan de doden, respect voor de gevallenen, te vergelijken met de eervolle bejegening der doden in de Trojaanse oorlogen. Maar steeds dringender dringt het besef zich op dat de zinloze modder en de redeloosheid alles overwint: "Niets was zeker. Alleen de modder wist de waarheid". Steeds navranter dring zich het besef op dat deze oorlog zinloos was, zoals elke oorlog, en dat juist dat leger van lichaamsresten die zinloosheid goed laten zien. ""Dit is de oorlog zelf", zo zegt een van de personages in een somber gesprek over alle dode soldaten onder de grond. "Die resten vormen er de essentie van, wat er tenslotte van overblijft, als de neerslag van een chemische reactie".
Die volstrekte absurditeit van elke oorlog, en het totale existentiële isolement van de generaal, wordt op elke pagina indringend voelbaar gemaakt. Bijvoorbeeld door de suggestieve beschrijvingen van het vijandige, onherbergzame, van zompige modder vergeven Albanese landschap. En van de voor de generaal ondoorgrondelijke Albanezen, die een door eeuwenlange onderdrukking gevoede innerlijke hardheid en ondoorgrondelijkheid lijken te hebben waar de generaal geen enkele vat op krijgt. Bovendien komt soms een wraaklust en woede bij die Albanezen naar boven waar de generaal nauwelijks greep op krijgt, Waardoor het verhaal een paar keer op fascinerende wijze ontspoort. De zinloosheid van zijn maandenlange dooltocht langs modderige graven komt mooi naar voren in zinnen als "De generaal had steeds meer de indruk dat zijn leven niets was dan een eindeloze opeenvolging van drijfnatte, buitenlandse kruispunten". Te meer omdat de generaal en zijn manschappen vaak helemaal niets hebben aan hun zo exacte kaarten en meetinstrumenten, en daardoor veel van de gevallen Italiaanse militairen helemaal niet kunnen vinden in de vormloze modder. Zodat de generaal zich meer en meer de machteloze bevelhebber voelt van een "tot een paar ton fosfor en kalk gereduceerd leger". Zijn belevenissen worden naarmate de roman vordert bovendien steeds irrationeler en grotesker, en zijn innerlijke desoriëntatie neemt hand over hand toe. Wat ook mooi in de stijl naar voren komt, want die wordt steeds verbrokkelder en heterogener, steeds meer het symbool van een man die al zijn houvast verliest.. Ook wordt de generaal meer en meer gekweld door indringend beschreven nachtmerries. Daarnaast heeft hij vluchtige dromen van schoonheid en verlossende lichtheid, maar die zijn "als een bloem die aan de rand van de afgrond bloeit". En dus is ook die gedroomde schoonheid weerloos tegen de zinloosheid, de absurditeit, de kaalheid, de vormeloze modder.....
Oorlog is ten diepste een zinloze hel, zo maakt deze roman wel duidelijk. Maar nog indringender dan dat vond ik de existentiële absurditeit van de generaal, die weerlozer en weerlozer wordt tegen de zompige modder van zijn groteske bestaan. Want hij is niet alleen een generaal van een uit doden bestaand leger, maar vooral ook een volstrekte vreemdeling in een volkomen onherbergzame wereld. Hij is de prototypische anti- held in een wereld waarin geen helden kunnen bestaan. Dat maakt hem even grotesk als tragisch, even lachwekkend als tranentrekkend. En in al zijn desolate zinloosheid ook heel overtuigend. Net als Kadares beschrijvingen van de eindeloze opeenvolging van modderige kruispunten en kale, mistige bergen. Op die manier dompelde Kadare mij onder in een grillige wereld die niet alleen voor de generaal radicaal onvertrouwd is, maar voor mij ook: een wereld die geheel andere wetten lijkt te volgen dan de wereld die ik denk te kennen. En dat vond ik fascinerend. Dat alles maakte dat ik graag mee doolde met deze tragikomische generaal, in een wereld waarin alleen de modder de waarheid weet.
1
Reageer op deze recensie