Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Excentrieke zoektochten naar andere realiteiten en werkelijkheden

Nico van der Sijde 04 februari 2023
Ik ben sinds kort een vurige fan van de vergeten Engelse schrijver John Cowper Powys. Zijn vaak idolate volgelingen roemen vooral zijn vier Wessex Novels - "Wolf Solent" (1929), "A Glastonbury Romance" (1933), "Weymouth Sands" (1934) en "Maiden Castle" (1936) -, zijn onnavolgbare "Autobiography" (1934), en zijn twee historische romans "Owen Glendower" (1941) en "Porius" (1951). Die zeven highlights ben ik dus allemaal aan het lezen, in chronologische volgorde. Daar ben ik trouwens ook best ver mee: in 2022 las ik zijn eerste drie Wessex- novels en de "Autobiography". En ik amuseerde mij als een kleuter. Vooral "A Glastonbury Romance" vond ik echt een grandioos boek, en zelfs het mooiste van alle mooie boeken die ik in 2022 las.

Onlangs las ik dus mijn vijfde Powys: "Maiden Castle", de laatste van de vier "Wessex Novels". Ook weer dik (480 bladzijden), ook weer onnavolgbaar excentriek, ook weer vol magie die het wereldraadsel nog vergroot. Kortom: helemaal Powys. Maar volgens velen is het ook verreweg de minste van zijn higlights, en IS het zelfs geen highlight. Welnu, dat begrijp ik helaas volkomen. Het boek kwam oorspronkelijk in een sterk ingekorte versie op de markt, wat vast niet goed was voor zijn reputatie. Maar ik las de niet ingekorte versie, en ook die beviel mij echt veel minder goed dan de andere Powyssen die ik tot nu toe las.

Zeker, ook "Maiden Castle" bevat weer de nodige passages waar ik flink van zat te smullen. En zeker, ook dit boek zat weer vol met intrigerende excentrieke invalshoeken. Ook is het weer doorregen met aanstekelijke verlangens naar glimpen van het onbekende, het bovennatuurlijke, het buiten- rationele, het raadselachtig Goddelijke dat nog niet een begrijpelijke vorm heeft aangenomen in een religieus verhaal of een navolgbaar geloof. Bovendien zijn er veel verrassende en intrigerende plotwendingen. Maar deze keer vond ik de personages vaak te excentriek, te bordkarton-achtig en karikaturaal, en daardoor soms bijna oninteressant. De vele grillige plotwendingen vond ik soms heel aanstekelijk en verrassend, maar het waren er mij te veel en ik vond ze vaak geforceerd. Andere boeken van Powys zijn vol, want doseren is niet zijn ding, maar "Maiden Castle" vond ik door al die plotwendingen echt overvol. De dialogen zijn bovendien vaak best fascinerend, maar vaak ook behoorlijk onnatuurlijk en soms zelfs ongewild lachwekkend. Uitlezen van dit boek was dus echt een kwestie van doorzetten. Maar toch ben ik blij dat ik het gedaan heb, want anders zou ik de nodige mooie passages hebben gemist.

De hoofdpersoon heet, bizar genoeg, "Dud No- Man": een bastaard, een buitenmaatschappelijke excentriekeling, een gemarginaliseerde buitenstaander die losgezongen is van de conventies, en dus inderdaad een "niemand" met heel andere gevoelens en gedachten dan een normaal "iemand". Al tien jaar lang heeft hij een vreemdsoortige, perverse en tegelijk idealiserende, quasi- erotische en tegelijk seksloze verhouding met het alleen in zijn verbeelding bestaande spook van zijn gestorven vrouw. Met wie hij nooit het huwelijk consumeerde, ook niet bij leven en welzijn. Alsof hij ook tijdens haar leven liever het fantasiebeeld lief had dan de vrouw van vlees en bloed. Dud krijgt echter een verhouding met Wizzie Ravelston: een veel jonger circusmeisje, al jarenlang wees, en nu geadopteerd door o.a. de volstrekt bizarre Funky: een karikaturaal- groteske figuur die op momenten toch ontroerend is, ook al blijkt later dat hij Wizzie heeft misbruikt en met een onecht kind heeft opgezadeld. Maar Dud koopt Wizzie van dit circusgezin, en heeft vervolgens met haar een wel heel buitenissig soort relatie: zonder conventionele seks, zonder formele huwelijksband, en op normale wijze samenwonen doen ze ook al niet. Ook zijn er nog diverse andere, zeer merkwaardige personages. Bijvoorbeeld Thuella, schilderes van wolken die een mond heeft die oogt als een tragische wond. Of de stinkende Enoch Quirm, die - naar ineens blijkt- de biologische vader is van Dud, en die zich "Urien" noemt omdat hij zich helemaal vereenzelvigt met de irrationeel- duistere sferen van oeroude Welshe mythen en sagen. En ook zijn er nog een excentrieke communist, een tamelijk groteske fascist en een wereldvreemde Platonist: drie karikaturale dromers die vergeefs zoeken naar zingeving en transcendentie. Alle personages - ik heb ze bewust niet allemaal genoemd- hebben zo hun eigen markante en vreemde trekken. En ze hebben ook nog eens zo hun eigen vreemde verhouding tot "Maiden Castle", een oeroude vestingheuvel vlak in de buurt, die de belichaming is van oud- Romeinse, oud- Keltische en oud- Welshe invloeden. De belichaming ook - althans, voor sommigen- van magische of goddelijke figuren die aan elke ons nu bekende godsdienst voorafgaan, of van magische krachten van goed en kwaad die zich door geen enkele logica laten vatten.

Kortom: een rariteitenkabinet, nog gekker dan het gekste boek van Dickens. Daar moet je als lezer wel tegen kunnen. Maar volgens Powys IS de wereld gewoon een rariteitenkabinet, een grotesk pantomime, een carnavaleske circusvoorstelling. En precies DAT zet hij in al zijn zo gekke boeken bewust op de voorgrond. Bovendien, juist mensen die buiten de conventies staan hebben volgens Powys meer gevoel voor de raadselachtige grilligheden van onze wereld dan brave burgermannen zoals u en ik. De alwetende vertellers van zijn boeken zijn juist in die grilligheden geïnteresseerd, en kijken daarom graag in de hoofden van buitenissige personages die deze grilligheden vanuit een heel eigen perspectief bekijken. En die dan heel andere dingen ervaren dan wij. Wat soms medelijden en afkeer oproept, maar soms ook enige jaloezie. Zo van: konden ook wij maar op een vergelijkbare wijze kijken naar onszelf en de wereld.

In het eerste deel volgen we vooral de blik van Dud, die zich, zelfs naar aanleiding van de meest gewone dingen, helemaal in allerlei barokke associaties onderdompelt, dromend van werkelijkheden voorbij de werkelijkheid en realiteiten voorbij de realiteit. Zie bijvoorbeeld zijn verrukte mijmeringen bij het zien van doodgewone "cuckoo- flowers" (pinksterbloemen): "What they have about them is something that you lose after the first glance, something that belongs to things seen through mist, through rain, through water, something that belongs to things seen IN water, seen in mirrors, seen in glass, seen in polished silver! Generation after generation must have felt what I felt a minute ago. It's gone now, because I've begun counting their petals and examining their little fretted leaves. What WAS it that I felt, all of a sudden, just now? It was a glimpse of a reality just beyond our reality, a reality that I've been longing for all my days, a reality that has nothing hurting or harsh or sour or comic in it. But why can't those marsh marigolds give me this peculiar feeling? It must have something to do with this faint lilac colour, like the first ripples of dawn, or the drifting of spray over twilight sands. Too rich colours, too emphatic shapes, dam up our escape into this reality behind reality, hinder our dipping into these pure springs where each generation washes away its brutality, its blood, its executions [...]!". Juist die zo bescheiden pinksterbloemen doen Dud dus dromen van een ongrijpbare "reality just beyond reality", die zo fragiel en ongrijpbaar is als spiegelingen in water, en die meteen vervliegt zodra je die pinksterbloem (of die beelden die de pinksterbloem oproept) aanraakt en analyseert. Maar juist door zijn fragiele ongrijpbaarheid, zijn altijd intacte raadselachtigheid, is die "reality just beyond reality" voor Dud ook zeer onontbeerlijk. Want de realiteit van alledag, of die van de conventionele wereld om hem heen, is voor Dud te eendimensionaal, te versimpelend, te armoedig, te opdringerig en te banaal. Dus koestert hij zijn associaties en zijn dromen, als een voor hem onmisbare "life- illusion".

Ik vond Duds snakkende dromen vaak mooi en aanstekelijk. Maar op een gegeven moment ook wat irritant, vooral omdat we steeds alleen maar in zijn egocentrisch- excentrieke hoofd zitten. Terwijl we in "A Glastonbury Romance" en "Weymouth Sands" steeds in verschillende excentrieke hoofden zitten, en daardoor een fascinerend en pluriform multiversum krijgen aangeboden vanuit meerdere heel verschillende perspectieven. En in "Maiden Castle" miste ik aanvankelijk dat fascinerende multiversum, die bonte veelvormigheid. Dat veranderde echter zodra ik over de helft van het boek was, omdat we dan plotseling de wereld zien door de ogen van Wizzie. Zij verrast ons dan met een intrigerend kritische blik op de volgens haar belachelijke dromen en gedragingen van Dud. Dat is naar mijn smaak echt heel opmerkelijk, omdat Duds associaties sterk doen denken aan die van Wolf in "Wolf Solent", en die van Cowper Powys zelf in zijn "Autobiography". Dus Wizzie werpt niet alleen nieuw licht op de associatieve dromerijen van Dud, maar ook op die van Wolf Solent (de hoofdpersoon van Powys' meest populaire roman) en Powys zelf. Zij heeft zelf bovendien veel aardsere dromen en verlangens, die weliswaar duidelijk minder magisch zijn dan die van Dud maar zeker even ontroerend en aanstekelijk. En zij volgt deze dromen ook, op een wel heel verrassende manier die ik niet ga verklappen.

Dat leidt naar mijn smaak helaas wel tot een aantal behoorlijk drakerige en melodramatische passages en plotwendingen. Maar andere passages las ik weer met rode oren: bijvoorbeeld die over Wizzies passie om een "circusgirl" te zijn, acrobatisch rondrijdend en sprongen makend op de rug van een paard, opgetild door het applaus en de buiten-wereldse vreugden van de circus- arena. Dus ook dromend van een "reality just beyond reality", zij het een veel aardsere en concretere dan die van Dud. Dus misschien eerder een alternatieve realiteit "within reality", en juist niet "beyond". Bovendien, juist haar zo van Dud afwijkende perspectief onderstreept dat diens dromen niet de enig mogelijke zijn, en dat de wereld dus wel degelijk een pluriform multiversum is dat zich vanuit veel verschillende perspectieven laat genieten. Temeer omdat ook Thuella, schilderes van wolken, eveneens - al schilderend- van " realities beyond reality" droomt. Op haar heel eigen wijze. Net als haar vader (de eerder gememoreerde Platonist), net als de even excentrieke als dromerige communist die ook nog een rol heeft in dit (overvolle) boek. Ook zij ontvluchten de conventionele realiteit, net als Dud, maar op heel andere manieren. Ook zij dromen, maar anders en op een andere wijze intens en aanstekelijk. Dat vond ik, na bladzijden lang in het fascinerende maar ook nogal vermoeiende hoofd van Dud te hebben gezeten, zonder meer een verademing. En bij vlagen ook inspirerend.

Bovendien staan Duds dromen in een intrigerend contrast met die van zijn biologische vader, Enoch "Urien" Quirm. Want Urien geeft niks om pinksterbloemen of associaties naar aanleiding van gewone objecten of natuurverschijnselen. Hij droomt namelijk niet van een "reality JUST beyond reality", zoals Dud, maar van een totaal en radicaal ANDERE realiteit. Dus wil hij al het bekende en vertrouwde TOTAAL doorbreken. Ten koste van alles. Daarom geeft hij zich helemaal over aan de pre- logische werelden van de Welshe mythologie, zoals beschreven door John Rhys (een door Powys zeer bewonderd auteur) en de mysterieuze Taliesin. Hij denkt zelfs dat hij het medium is geworden van deze mythisch- magische wereld. En ook van de magische transcendentie waarnaar in deze wereld zo wanhopig werd verlangd. Dat leidt tot gepassioneerde en eruptieve monologen als: "If John Rhys were alive, I would have left you all, years ago, and gone to tell HIM the whole thing. He'd have understood, for he put me on the track of it. He knew how all Taliesin's prophesies were about me. He knew how all the old bards worshipped what works through me. He knew the mysterious secret of my race, of his race - that straining, that longing, that yearning, that craving, that meadnes to break through. "Hiraeth" is our word for it - no other tongue on earth has a word like that! - and he knew what it meant. Desire, but not ordinay desire. Desire grown beside itself! Desire driven against custom, driven against habit, driven against the cowardice of mankind - that's what "hiraeth" is!". Dud droomt van realiteiten voorbij de realiteit, en daarvan dromend wandelt hij rond in de wereld om hem heen. Urien daarentegen snakt naar werelden die aan elke realiteit vooraf gaan, naar magische bovenwerelden die zelfs nog ongrijpbaarder zijn dan die van welk geloof dan ook, en wil dus door alle grenzen heen breken. Ook door de grenzen van leven en dood, zoals later blijkt. Met een verlangen dat zelfs de grenzen van elk verlangen te buiten gaat: "desire grown beside itself". Hij snakt kortom naar het onmogelijke, het ongrijpbare, het onbereikbaar ultieme. En precies dat maakt hem naar mijn smaak fascinerend en groots.Al ben ik uiteraard te laf of te pragmatisch om dit na te willen doen.

"Maiden Castle" gaf mij kortom best veel te genieten, hoe moeizaam leesbaar ik het vaak ook vond. Het excentrieke gehalte van de personages en hun perspectieven vond ik intrigerend, hoe drakerig en over the top soms ook. En hun zo verschillende verlangens naar een "reality beyond reality" boeiden mij. Iemand die met Cowper Powys begint kan beter een ander boek kiezen, zoals "Wolf Solent". Maar voor Powys- liefhebbers als ik was dit boek prima te pruimen, ondanks alles. Mooi dus dat ik het gelezen heb. En op naar "Owen Glendower" en "Porius".

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.