Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een fraai geconstrueerde, pluriforme en surrealistische vertelling over een niet vertelbaar verleden

De grote vertaler Karol Lesman, devoot fan en vertaler van Wieslaw Mysliwski, heeft sinds kort twee favoriete schrijvers: de geniale Mysliwski, maar ook de jongere Pool Jakub Malecki. En na de door Lesman fraai vertaalde romans "Roest" en "Saturnin" snap ik dat volkomen, al vind ik Mysliwski's prachtwerken (met name "De horizon" en "Steen op steen") duidelijk sterker. Want "Roest" vond ik duizelingwekkend: vol met perspectiefwisselingen waardoor je voortdurend van het ene naar het andere markante personage meebeweegt, vol met ingenieuze flashbacks en flash forwards zodat je ook nog eens voortdurend tussen verschillende tijden heen en weer reist, erg origineel van stijl, heel poëtisch, en ook nog eens bovengemiddeld verrassend en ontroerend. Over dat boek schreef ik niks, maar ik genoot er wel van. En dat deed ik ook van "Saturnin", dat ik meteen las na "Roest".

"Saturnin" begint mysterieus, met een kort hoofdstukje in cursieve zinnen waarin ene Irka ons vertelt over de verschillende beelden uit verschillende tijden die zij ziet, de verschillende levens die zij zich herinnert (sommige echt, andere gefantaseerd) en hoe zij leeft en de wereld waarneemt "als een niet goed afgestemde radio die een signaal van verschillende stations opvangt". En haar openingszinnen- tevens de openingszinnen van de roman als geheel- zijn op zijn zachtst gezegd tantaliserend: "Ik weet heel weinig, alleen dat mijn broer een slang is, dat ikzelf niet leef en nog een paar dingen. Alles loopt door elkaar, misschien moet het zo zijn". Daarna volgen we een tijd lang de ik- figuur Saturnin, die ons meeneemt in - heel levendige- herinneringen aan zijn kindertijd, maar ook in zijn huidige bestaan. Met name die herinneringen getuigen van veel aanstekelijke fantasie. Bijvoorbeeld de herinnering aan het buskaartje van Kwilno (Saturnins geboortedorp) naar Radziedjow (waar zijn lyceum staat), dat volgens het buskaartje 7 kilometer aangeeft, terwijl hetzelfde traject in omgekeerde richting 9 kilometer zou zijn. Dat is voor Saturnins vriendjes de aanleiding voor veel grappen, maar Saturnin zelf gaat er van mijmeren en dromen. "Ik wist echter dat hier veel meer aan de hand was. Ik vermoedde dat op de terugweg van Radzjiedow onze bus een andere wereld aandeed en daar in dat magische rijk die overtallige twee kilometer aflegde". En die droomachtige fantasie houdt hem zijn hele lyceumtijd bezig: "Als ik naar huis terugkeerde, probeerde ik steeds aan het raam te zitten en zelfs als dat niet mogelijk was observeerde ik aandachtig de details van het landschap achter het glas, speurend naar een plek waar de twee werelden - de onze en de andere- zo vloeiend in elkaar overgingen dat geen van de passagiers er erg in had".

Aandachtig speurend naar details van de andere wereld, die schuil moet gaan ergens in deze wereld..... Zo leeft Saturnin. Ook omdat zijn huidige bestaan, als eenzame en veel te dikke dertiger met een mislukte carrière als gewichtheffer, hem teleurstelt. Zodat hij vaak terugdenkt aan de andere, veel mooiere werelden die zijn enorme maar gefnuikte talent als gewichtheffer hem ooit leek te beloven. En wellicht ook omdat zijn familie eveneens in meerdere werelden leeft: zijn vader verdwijnt bijvoorbeeld soms helemaal in een wereld vol depressies en stemmingswisselingen, zijn opa lijkt soms te verzinken in de werelden van een verleden waarover hij niets loslaat en waarin hij een heel andere persoon lijkt te zijn geweest dan nu, en zijn praatgrage moeder leeft - alleen al omdat ze in Kwilno is blijven wonen - in een heel andere wereld dan de naar Warschau verhuisde Saturnin. Wat nog versterkt wordt door haar omslachtige wijze van praten, die - althans volgens haar zoon Saturnin- sterk de suggestie wekt dat ze in geen enkele wereld ook maar enige greep heeft op de dingen. Het lijkt kortom wel alsof iedereen in deze roman in meerdere werelden tegelijk leeft, of op zijn minst ervan droomt dat te doen. En dat dus niemand solide is geworteld in één duidelijk omlijnde en gedefinieerde wereld. Bovendien worden we als lezers na een tijdje met allerlei perspectiefwisselingen verrast: na een tijd lang Saturnin als ik- figuur gevolgd te hebben volgen we ineens de brieven van zijn moeder, daarna komt Saturnins opa Tadeusz op meerdere verschillende manieren aan het woord, en ook de mysterieuze Irka spreekt ons in meerdere hoofdstukken in raadselen toe. Waardoor we, net als in "Roest", weer een fascinerende reis beleven tussen verschillende personages, plaatsen en perioden. En waardoor we ook als lezer vertoeven in meerdere raadselachtige werelden.

De roman wordt kortom steeds pluralistischer, en steeds meer een caleidoscoop van verschillende perspectieven en invalshoeken. En dat vond ik heel intrigerend. Maar nog intrigender vond ik hoe er steeds meer ingezoomd wordt op de verzwegen geschiedenis van Saturnins opa: zijn nauwelijks na te vertellen belevenissen in WO II, zijn ontluisterende belevenissen op het slagveld, hoe hij na een bijna- dood ervaring (hij denkt zelfs dat hij ECHT in bruut oorlogsgeweld is gesneuveld) als een soort nachtmerrieachtig spook voortleeft in een wereld die alle zin verloren heeft, en hoe hi als in een soort surrealistische droom de ene na de andere Duitse soldaat op groteske wijze ombrengt. "Na die veldslag was hij alleen nog.... degene die u hoogstwaarschijnlijk niet kent. Er was van hem net genoeg over om te kunnen lopen, te kunnen werken en te kunnen eten", zo zegt een vriend. En ook al voor die veldslag was het soldatenleven voor hem van onwerkelijkheid doordesemd: "Misschien is, nadat ik de grens van het dorp ben overgegaan, daar niets meer van mij? Misschien bestaat Tadeusz Markiewicz wel niet meer, ben ik alleen maar hier, een gewone soldaat in een grauw soldatenpak, dezelfde als die anderen, aangezien ik niet eens meer een naam heb".

Wat hij na die veldslag allemaal aan oorlogservaringen heeft beleefd wordt zelfs alleen in surrealistische beelden gevat. In beelden dus die de onwerkelijkheid en onbevattelijkheid onderstrepen, omdat die beelden voortdurend op de grens bewegen tussen hallucinatie en werkelijkheid, of tussen mogelijkheid en onmogelijkheid. Bovendien zijn het beelden die zich op geen enkele manier rationeel laten duiden of in een betekenisvol verhaal laten gieten, en die haaks staan op de gedachte aan een betekenisvol leven in een betekenisvolle wereld. Precies daardoor maakt Tadeusz' verhaal op zijn kleinzoon, Saturnin, een verpletterende indruk: "Vandaag heb ik hem voor het eerst van mijn leven naakt gezien, zonder enig detail dat niet hem was. Iedereen ziet er dan anders uit, grappiger of verschrikkelijk. Alleen huid, nagels, haren en al die bijzonderheden, die zichtbaar zijn in hun hele afschuwelijke eenvoud, vormen samen het ultieme bewijs dat God niet bestaat: knoedelachtige littekens, een penis die op een dode larve lijkt, en overal die trillende vlekken van een bedervend lichaam". En die betekenisloze naaktheid dringt zich ook aan Tadeusz zelf dwingend op: "Later probeert Tadeusz te begrijpen of de man werkelijk geloofde in wat hij zei. In de ogen van hen allemaal ziet hij hetzelfde plotselinge verlangen naar een geloof in wat dan ook. Hij heeft geleerd dat te begrijpen. Het leven is de korte tijd tussen de ene en de andere grauwheid, die iedereen probeert te verzadigen met betekenis, want hoe dichter bij de volgende grauwheid, des te moeilijker het is te berusten in het bonkende gebrek aan die betekenis". Geloof heeft Tadeusz zelf echter nauwelijks meer: voor hem is er alleen die betekenisloze grauwheid. Daarom is hij volgens Saturnin ook "naakt", en daarom is die naaktheid het ultieme bewijs dat God niet bestaat.

"Saturnin" wordt dus meer en meer het niet na te vertellen verhaal van en over Saturnins grootvader, dat ons vanuit meerdere tastende perspectieven wordt verteld. Ook vanuit het tastende en niet- wetende perspectief van de allang gestorven Irka, die Tadeusz' innig geliefde zus blijkt te zijn. Maar zij noemt zichzelf niet voor niets "een niet goed afgestemde radio die een signaal van verschillende stations opvangt", en ze zegt niet voor niets dat ze heel weinig weet en dat alles door elkaar loopt. Ze weet immers nauwelijks of wat ze ziet echt is of niet, en ze ziet ook meerdere werelden voor zich waarin zij en haar broer op geheel andere wijzen leefden en stierven. Zonder te weten welke van die werelden nou de echte was en welke niet. Alsof het hele leven volgens haar niets meer is dan een onbevattelijke droom, en alsof elk gedroomd leven ook heel anders had kunnen verlopen en alleen door toevalligheden zo verloopt als dat het verloopt. Of alsof ons leven niet één leven is, maar de optelsom van verschillende mogelijke en onmogelijke levens. Waardoor elk leven nog sterker het karakter van voorlopigheid en toevalligheid krijgt. En dus het karakter van onwerkelijke grilligheid zonder duidelijk omlijnde zin of betekenis.

Er zit veel somberheid en tragiek in "Saturnin", vooral door de gruwelijkheden die Tadeusz heeft doorgemaakt en veroorzaakt en door de nadrukkelijke onvertelbaarheid daarvan. Dat vond ik allemaal wel heel enerverend, net als de gedachte dat elk leven een kort maar onbevattelijk ogenblik is tussen de ene en de andere betekenisloze grauwheid. Waarbij dat korte ogenblik tussen die grauwheden vluchtig en onwerkelijk is als een droom, en bovendien ook zelf veel grauwheid kent, zeker voor Tadeusz. Maar toch vond ik "Saturnin" bepaald geen deprimerend boek. Ik bewonder vooral de manier waarop Malecki de onbevattelijkheid van Tadeusz' leven en lot voelbaar weet te maken door de veelheid van verschillende perspectieven en door de indringende surrealistische beelden. Dat doet Malecki reteknap, met veel fantasie, zo knap datik daar gewoon vrolijk van wordt. Intrigerend is bovendien hoe Tadeusz' familieleden tegen diens onthullingen aankijken, en hoe ook zij - ook al voordat ze Tadeusz enerverende verhaal leerden kennen- op de tast ronddwalen door hun eigen ongewisse bestaan. Dat laat Malecki eveneens mooi zien. Zoals hij ook heel innemend hun kleine vreugden schetst, hun voorbijgaande momenten van intens geluk (ook die van de gekwelde Tadeusz), de tijdelijke troost die zij putten uit hun soms heel rijke fantasie, en hun voorzichtige, misschien vergeefse maar niettemin onontbeerlijke hoop. En dat alles gebeurt in een boek dat voortdurend verrast door zijn verbeeldingskracht en door zijn originele stijl en vorm.

Jakub Malecki schijnt in Polen een gevierd auteur te zijn, maar daarbuiten is hij nog maar weinig bekend. Nu echter heeft Karol Lesman hem dus in Nederland gelanceerd, door zijn fraaie vertalingen van "Roest" en "Saturnin". Hopelijk komt er nog veel meer!

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.