Lezersrecensie
Science fiction over macht, tech en leugens
In The Penultimate Truth (de originele Engelse versie van Uur der waarheid) lijkt de Derde Wereldoorlog in de toekomst voort te duren, maar de oorlog is al vele jaren voorbij. De meeste mensen wonen in ondergrondse bunkers en denken dat de oorlog boven ze doorgaat. Ze worden echter misleid door de overheid en hoogstaande mannen genaamd ‘Yance-mannen’ zoals Joseph Adams, die speeches schrijven en deze als nieuws aan de ondergrondse bevolking brengen door hetzelfde hoofdfiguur, Talbot Yancy. Op een dag besluit de leider van een van de bunkers, Nicholas St. James, ondanks de ziektes en gevaren (en met een beetje dwang vanuit zijn mensen) naar boven te gaan om in levenden lijve mee te maken wat er nu speelt op de oppervlakte van de aarde.
Het boek gaat over hoe mensen beïnvloed kunnen worden door propaganda die wordt ingezet door machtige mensen en hoe de waarheid kan worden verborgen. Nicholas St. James komt erachter dat de wereld boven de grond veranderd is, wat hem doet nadenken over wat echt is en hoe belangrijk het is om zelf te zoeken naar wat waar is. Aan de andere kant is Joseph Adams een van de belangrijkste Yance-mannen, die juist graag zijn status quo wil behouden als speechschrijver, al is zijn leven saai en eenzaam. De ‘slechterik’ is Stanton Brose, de wereldbaas die zelfs alle kunstmatige organen en verbeteringen voor zichzelf houdt. En er zijn nog wat bijfiguren die later een grote rol gaan spelen in het boek, zoals de Yance-man David Lantano die niet blijkt te zijn hoe hij zich voordoet, een bouwer van bovengrondse cellen genaamd Louis Runcible (die zelf niet aan het woord komt maar waar vooral over wordt gepraat) en een precog detective met de naam Webster Foote.
Er is weinig evolutie door het verhaal heen bij de personages. Omdat het zoveel figuren zijn kan je je, ondanks dat er wel steeds van perspectief wordt gewisseld, minder goed inleven. Het zijn allemaal mannen en ze hebben wel belangrijke mensen in hun leven zoals partners, maar die worden zo kort ingeleid dat je met niemand echt een band krijgt. Er is daarnaast geen romantiek. Dat is ook zeker niet noodzakelijk bij science fiction, maar het kan wel zorgen voor meer binding. Wel zijn er bij alle personages inlevende fragmenten waarbij je hun tijdelijke emotionele staat begrijpt zoals angst en walging. Ook worden zeer herkenbare gedachtespinsels gedeeld. Maar verder blijft de groei van de karakters op een ‘Mad Men’-niveau hangen, met vooral logica en een snufje angst of juist macho in hun beredenering. Daarnaast wordt de slechterik Brose iedere keer als afgrijselijk geportretteerd, waardoor hij bijna een karikatuur wordt van zichzelf. Na een paar van dat soort beschrijvingen begrijp je wel dat niemand hem mag en hij lelijke trekken heeft. Hij had ook minder eenzijdig kunnen zijn als slechterik en ook goede trekken kunnen hebben zodat je je meer kon inleven in zijn motieven, maar ik kan me voorstellen dat die schrijftrend er nog niet was in 1964.
De schrijfstijl is afwisselend. Zowel spanning als reflectie komen aan bod. De dialogen zijn realistisch maar komen wel wat afstandelijk over, ook omdat het zoveel personages zijn die soms erg op elkaar lijken qua woordgebruik en zakelijkheid. Soms zijn de dialogen daardoor alsnog te gemaakt. Daarnaast wordt er veel uitgelegd over de wereld, vaak herhalend en worden sommige interessante snufjes en wapens wel erg uitgebreid uitgelegd, waardoor het wat technisch en droog overkomt. Verder zitten er wel mooie metaforen en filosofische stukken door het hele boek heen verwerkt.
De sfeer wordt aan het begin goed neergezet door hoe Nicolas St. James denkt over de buitenwereld. Angst voor de ziektes buiten is een grote drijfveer om juist beneden te blijven. Verder wordt de omgeving redelijk rijk beschreven zonder al te veel in detail te treden. Je krijgt een aardig beeld van hoe de wereld boven eruitziet, beneden iets minder maar je krijgt genoeg hints naar dat ze bijvoorbeeld dicht op elkaar wonen en badkamers moeten delen. Een paar elementen waren voor mij onnodig voor het verhaal en de sfeer, namelijk de uitbouw naar planeten toe die af en toe werd genoemd en dat Webster Foote precog krachten had. Dat laatste werd ook niet zo duidelijk ingezet, soms werkte het wel en soms niet. Die details hadden er allebei uit gemogen voor een strakker verhaal, of juist prominenter door het hele verhaal heen kunnen worden neergezet.
De manier waarop Philip K. Dick spanning opbouwt met inkijkjes vanuit verschillende perspectieven en subtiele plotwendingen is interessant. Het tempo zit er goed in met korte hoofdstukken die opeenvolgend zijn in de tijd. Soms wordt er iets te veel gewisseld van perspectief, waardoor je liever een paar hoofdstukken verder leest, met het hoofdpersonage mee bijvoorbeeld. En soms wordt het verwarrend door alle namen. Maar er zijn genoeg cliffhangers om door te lezen en de aandacht wordt goed vastgehouden door wat er misschien wel gaat komen. Uiteindelijk, wanneer alles bij elkaar komt, gaat het wel erg lijken op een whodunit, maar daardoor wordt het wel nog spannender en wil je het einde –dat niet teleurstelt– heel graag bereiken in die laatste hoofdstukken.
Ik vind het bijna onvoorstelbaar dat dit werk al in 1964 is gepubliceerd. Philip K. Dick was echt zijn tijd voorbij. Van de manier waarop robots worden ingezet tot aan hersenspinsels over AI die voor je schrijft, hij was al helemaal voorbereid op een toekomst die steeds meer werkelijkheid wordt. Ik heb meerdere boeken van hem gelezen en in elk boek word ik weer verrast door hoe origineel hij uit de hoek kan komen. Ik zou dit boek dus zeker aanraden door de creativiteit en de originaliteit ervan. Als je wilt meeleven met personages, is dit boek minder geschikt. Maar als je houdt van een combinatie van toekomstdenken met spanning zou ik deze zeker meepakken. Ik geef het boek drieënhalve ster.
Het boek gaat over hoe mensen beïnvloed kunnen worden door propaganda die wordt ingezet door machtige mensen en hoe de waarheid kan worden verborgen. Nicholas St. James komt erachter dat de wereld boven de grond veranderd is, wat hem doet nadenken over wat echt is en hoe belangrijk het is om zelf te zoeken naar wat waar is. Aan de andere kant is Joseph Adams een van de belangrijkste Yance-mannen, die juist graag zijn status quo wil behouden als speechschrijver, al is zijn leven saai en eenzaam. De ‘slechterik’ is Stanton Brose, de wereldbaas die zelfs alle kunstmatige organen en verbeteringen voor zichzelf houdt. En er zijn nog wat bijfiguren die later een grote rol gaan spelen in het boek, zoals de Yance-man David Lantano die niet blijkt te zijn hoe hij zich voordoet, een bouwer van bovengrondse cellen genaamd Louis Runcible (die zelf niet aan het woord komt maar waar vooral over wordt gepraat) en een precog detective met de naam Webster Foote.
Er is weinig evolutie door het verhaal heen bij de personages. Omdat het zoveel figuren zijn kan je je, ondanks dat er wel steeds van perspectief wordt gewisseld, minder goed inleven. Het zijn allemaal mannen en ze hebben wel belangrijke mensen in hun leven zoals partners, maar die worden zo kort ingeleid dat je met niemand echt een band krijgt. Er is daarnaast geen romantiek. Dat is ook zeker niet noodzakelijk bij science fiction, maar het kan wel zorgen voor meer binding. Wel zijn er bij alle personages inlevende fragmenten waarbij je hun tijdelijke emotionele staat begrijpt zoals angst en walging. Ook worden zeer herkenbare gedachtespinsels gedeeld. Maar verder blijft de groei van de karakters op een ‘Mad Men’-niveau hangen, met vooral logica en een snufje angst of juist macho in hun beredenering. Daarnaast wordt de slechterik Brose iedere keer als afgrijselijk geportretteerd, waardoor hij bijna een karikatuur wordt van zichzelf. Na een paar van dat soort beschrijvingen begrijp je wel dat niemand hem mag en hij lelijke trekken heeft. Hij had ook minder eenzijdig kunnen zijn als slechterik en ook goede trekken kunnen hebben zodat je je meer kon inleven in zijn motieven, maar ik kan me voorstellen dat die schrijftrend er nog niet was in 1964.
De schrijfstijl is afwisselend. Zowel spanning als reflectie komen aan bod. De dialogen zijn realistisch maar komen wel wat afstandelijk over, ook omdat het zoveel personages zijn die soms erg op elkaar lijken qua woordgebruik en zakelijkheid. Soms zijn de dialogen daardoor alsnog te gemaakt. Daarnaast wordt er veel uitgelegd over de wereld, vaak herhalend en worden sommige interessante snufjes en wapens wel erg uitgebreid uitgelegd, waardoor het wat technisch en droog overkomt. Verder zitten er wel mooie metaforen en filosofische stukken door het hele boek heen verwerkt.
De sfeer wordt aan het begin goed neergezet door hoe Nicolas St. James denkt over de buitenwereld. Angst voor de ziektes buiten is een grote drijfveer om juist beneden te blijven. Verder wordt de omgeving redelijk rijk beschreven zonder al te veel in detail te treden. Je krijgt een aardig beeld van hoe de wereld boven eruitziet, beneden iets minder maar je krijgt genoeg hints naar dat ze bijvoorbeeld dicht op elkaar wonen en badkamers moeten delen. Een paar elementen waren voor mij onnodig voor het verhaal en de sfeer, namelijk de uitbouw naar planeten toe die af en toe werd genoemd en dat Webster Foote precog krachten had. Dat laatste werd ook niet zo duidelijk ingezet, soms werkte het wel en soms niet. Die details hadden er allebei uit gemogen voor een strakker verhaal, of juist prominenter door het hele verhaal heen kunnen worden neergezet.
De manier waarop Philip K. Dick spanning opbouwt met inkijkjes vanuit verschillende perspectieven en subtiele plotwendingen is interessant. Het tempo zit er goed in met korte hoofdstukken die opeenvolgend zijn in de tijd. Soms wordt er iets te veel gewisseld van perspectief, waardoor je liever een paar hoofdstukken verder leest, met het hoofdpersonage mee bijvoorbeeld. En soms wordt het verwarrend door alle namen. Maar er zijn genoeg cliffhangers om door te lezen en de aandacht wordt goed vastgehouden door wat er misschien wel gaat komen. Uiteindelijk, wanneer alles bij elkaar komt, gaat het wel erg lijken op een whodunit, maar daardoor wordt het wel nog spannender en wil je het einde –dat niet teleurstelt– heel graag bereiken in die laatste hoofdstukken.
Ik vind het bijna onvoorstelbaar dat dit werk al in 1964 is gepubliceerd. Philip K. Dick was echt zijn tijd voorbij. Van de manier waarop robots worden ingezet tot aan hersenspinsels over AI die voor je schrijft, hij was al helemaal voorbereid op een toekomst die steeds meer werkelijkheid wordt. Ik heb meerdere boeken van hem gelezen en in elk boek word ik weer verrast door hoe origineel hij uit de hoek kan komen. Ik zou dit boek dus zeker aanraden door de creativiteit en de originaliteit ervan. Als je wilt meeleven met personages, is dit boek minder geschikt. Maar als je houdt van een combinatie van toekomstdenken met spanning zou ik deze zeker meepakken. Ik geef het boek drieënhalve ster.
2
Reageer op deze recensie