Vrouw in de nacht is een ‘zwaar’ boek. Niet dat het extra lijvig is, neen, met 190 bladzijden is het eerder dub uitgevallen. Maar wat een schrijverstalent! Hoewel, soms draaft Nilsen zichzelf nét niet voorbij.

Vrouw in de nacht vertelt het verhaal – in de ikvorm – van een schrijfster wier echtgenoot en twee dochtertjes voor een weekje met vakantie zijn vertrokken. Zij blijft thuis, met het idee een weekje door te kunnen werken. Ze heeft net een lezing achter de rug en besluit na nog wat nakaarten op café, een taxi naar huis te nemen. De taxichauffeur lijkt Oost-Indisch doof voor haar opmerkingen, ook als hij een verkeerde afslag neemt. Het duurt even eer zij beseft dat de man haar ontvoert en dat er niemand thuis op haar zit te wachten.
Wat dan volgt is een bange nacht, waarin de ontvoerder dan weer poeslief, dan weer geestesziek lijkt te zijn.
Tove Nilsen beschrijft in Vrouw in de nacht de ultieme nachtmerrie van iedere vrouw: door een blijkbaar geestesziek manspersoon ontvoerd te worden, zonder dat iemand haar zal missen. Nilsen beschrijft op sublieme wijze de handelingen, de angsten en de geestelijke vlucht die het slachtoffer doormaakt. De gedachtegang van het slachtoffer wordt op soms chaotische wijze verwoord, waardoor de lezer als het ware in de huid van het slachtoffer geperst wordt.
Dit boek lees je haast in ‘real-time’, gezien het hele verhaal zich binnen de beperkte tijdspanne van één nacht afspeelt. Dit versterkt nogmaals het inlevingsvermogen van deze roman, omdat de klok van de lezer haast synchroon met die van het slachtoffer loopt.

Een zeer aan te bevelen boek, bij voorkeur te lezen met iemand in de buurt.