Lezersrecensie
Een onstilbare hebzucht
In de Indiase stad Ghazipur draait nog altijd de grootste opiumfabriek ter wereld. In de 19e eeuw stonden hier al opiumfabrieken en werd in de omgeving papaver geteeld. De handel in opium was, naast de handel in contractarbeiders die op suikerplantages gingen werken, uiterst lucratief voor de Britse Oost-Indische Compagnie. China was de grootste afzetmarkt. Opium had door de wijdverbreide verslaving eraan grote maatschappelijke gevolgen. In 1839 brak de Eerste Opiumoorlog uit tussen Engeland en China.
De veelgeprezen Indiase schrijver Amitav Gosh neemt de lezer mee naar de aanloop en het uitbreken van deze opiumoorlog en doet de mensen in die koloniale tijd herleven. Ghosh heeft het historisch epos op archieven gebaseerd en de gaten daarin met fictieve personen en verhalen gevuld. Hij geeft een stem aan de contractarbeiders, soldaten en matrozen, die analfabeet waren en van wie in de archieven weinig is terug te vinden. De lezer staat verhalen te wachten over verraad, chantage, hebzucht, gevaarlijke liefdesverhoudingen, spionage, hypocrisie, corruptie, het genot van verdovende middelen, moord, doodslag, zeeslagen en veldslagen.
De Ibis-trilogie bestaat uit de delen Zee van papaver (Sea of Poppies), Rivier van mist (River of Smoke) en Vloed van vuur (Flood of Fire). De delen zijn in de periode van 2008 tot 2016 verschenen en omvatten in totaal 1728 bladzijden. Het eerste deel stond in 2008 op de shortlist van de Booker Prize en won de Tagore Literature Award in 2012. Hoewel het mogelijk is elk deel afzonderlijk te lezen, zul je er meer uit halen als je de hele trilogie leest.
De trilogie bevat meeslepende en historisch diepgaande verhalen over de opiumproductie in Oost-India, de opiumhandel in Kanton en bovenal de vernietigende gevolgen ervan zoals verslaving en hebzucht. De kooplui zijn misschien nog wel zwaarder verslaafd aan hun woekerwinsten dan de gebruikers aan hun genotmiddel.
Het eerste deel richt zich op de angstaanjagende gevolgen van de opiumproductie op de bevolking in India. Een bonte stoet personen uit verschillende windstreken en uit alle lagen van de bevolking gaat aan boord van de schoener Ibis, die hoofdzakelijk koelies (contractarbeiders) vervoert. De reis gaat van Calcutta naar Mauritius, waar arbeiders voor de Britse plantages worden gezocht. De Brit Benjamin Burnham heeft het schip de Ibis gekocht en is een nietsontziende koopman. Zijn assistent is de Bengaal Baboo Nob Kissin Pander. De kapitein is Mr Chillingworth. Andere bemanningsleden zijn de Amerikaanse stuurman Zachary Reid en matroos Serang Ali. Deeti is een weduwe en komt uit een dorp aan de Ganges waar papaver wordt geteeld. Haar man Hukam Singh werkte in de opiumfabriek in Ghazipur en is aan een overdosis opium overleden. Zij probeert aan haar oom Bhyro Singh en aan de traditionele weduweverbranding te ontkomen. Met hulp van haar nieuwe geliefde Kalua lukt het aan boord te komen. Twee gevangenen die naar een strafkolonie op Mauritius worden gestuurd zijn Neel Raitan Haidar, een grootgrondbezitter, en Ah Fatt, een piraat. Ook aan boord zijn opiumtycoon Bahram Modi, zijn purser Vico, zijn vriend Zadig Karabedian, Paulette Lambert en haar pleegbroer Jodu. Alle hoofdpersonen hebben iets te verbergen. Eenmaal op zee gebeuren er allerlei zaken waardoor de twee gevangenen steeds meer celgenoten krijgen. Op het moment dat het schip in een zware storm verzeild raakt, breken de gevangenen uit en weten een sloep te bereiken.
De personages zijn zeer levendig en vertegenwoordigen elk een bevolkingsgroep die bij de opiumketen betrokken was. Deeti staat voor de groep van weduwen uit een hogere kaste of landarbeiders die voor een bestaan als contractarbeider kozen, vaak om aan hongersnood te ontkomen. De verhalen zijn avontuurlijk en optimistisch. Ze lopen dwars door elkaar, ook binnen de hoofdstukken, wat aardig wat van de lezer vraagt om de structuur van de roman te doorgronden. Ghosh vertelt traag met zeer veel historische details. Bijzonder is het gebruik van scheepvaarttaal, plat dialect en mengtalen zoals Engels met Indiase talen, Arabisch en Chinees.
Recensie van deel 2: https://www.hebban.nl/recensie/pirayaani-over-rivier-van-mist
De veelgeprezen Indiase schrijver Amitav Gosh neemt de lezer mee naar de aanloop en het uitbreken van deze opiumoorlog en doet de mensen in die koloniale tijd herleven. Ghosh heeft het historisch epos op archieven gebaseerd en de gaten daarin met fictieve personen en verhalen gevuld. Hij geeft een stem aan de contractarbeiders, soldaten en matrozen, die analfabeet waren en van wie in de archieven weinig is terug te vinden. De lezer staat verhalen te wachten over verraad, chantage, hebzucht, gevaarlijke liefdesverhoudingen, spionage, hypocrisie, corruptie, het genot van verdovende middelen, moord, doodslag, zeeslagen en veldslagen.
De Ibis-trilogie bestaat uit de delen Zee van papaver (Sea of Poppies), Rivier van mist (River of Smoke) en Vloed van vuur (Flood of Fire). De delen zijn in de periode van 2008 tot 2016 verschenen en omvatten in totaal 1728 bladzijden. Het eerste deel stond in 2008 op de shortlist van de Booker Prize en won de Tagore Literature Award in 2012. Hoewel het mogelijk is elk deel afzonderlijk te lezen, zul je er meer uit halen als je de hele trilogie leest.
De trilogie bevat meeslepende en historisch diepgaande verhalen over de opiumproductie in Oost-India, de opiumhandel in Kanton en bovenal de vernietigende gevolgen ervan zoals verslaving en hebzucht. De kooplui zijn misschien nog wel zwaarder verslaafd aan hun woekerwinsten dan de gebruikers aan hun genotmiddel.
Het eerste deel richt zich op de angstaanjagende gevolgen van de opiumproductie op de bevolking in India. Een bonte stoet personen uit verschillende windstreken en uit alle lagen van de bevolking gaat aan boord van de schoener Ibis, die hoofdzakelijk koelies (contractarbeiders) vervoert. De reis gaat van Calcutta naar Mauritius, waar arbeiders voor de Britse plantages worden gezocht. De Brit Benjamin Burnham heeft het schip de Ibis gekocht en is een nietsontziende koopman. Zijn assistent is de Bengaal Baboo Nob Kissin Pander. De kapitein is Mr Chillingworth. Andere bemanningsleden zijn de Amerikaanse stuurman Zachary Reid en matroos Serang Ali. Deeti is een weduwe en komt uit een dorp aan de Ganges waar papaver wordt geteeld. Haar man Hukam Singh werkte in de opiumfabriek in Ghazipur en is aan een overdosis opium overleden. Zij probeert aan haar oom Bhyro Singh en aan de traditionele weduweverbranding te ontkomen. Met hulp van haar nieuwe geliefde Kalua lukt het aan boord te komen. Twee gevangenen die naar een strafkolonie op Mauritius worden gestuurd zijn Neel Raitan Haidar, een grootgrondbezitter, en Ah Fatt, een piraat. Ook aan boord zijn opiumtycoon Bahram Modi, zijn purser Vico, zijn vriend Zadig Karabedian, Paulette Lambert en haar pleegbroer Jodu. Alle hoofdpersonen hebben iets te verbergen. Eenmaal op zee gebeuren er allerlei zaken waardoor de twee gevangenen steeds meer celgenoten krijgen. Op het moment dat het schip in een zware storm verzeild raakt, breken de gevangenen uit en weten een sloep te bereiken.
De personages zijn zeer levendig en vertegenwoordigen elk een bevolkingsgroep die bij de opiumketen betrokken was. Deeti staat voor de groep van weduwen uit een hogere kaste of landarbeiders die voor een bestaan als contractarbeider kozen, vaak om aan hongersnood te ontkomen. De verhalen zijn avontuurlijk en optimistisch. Ze lopen dwars door elkaar, ook binnen de hoofdstukken, wat aardig wat van de lezer vraagt om de structuur van de roman te doorgronden. Ghosh vertelt traag met zeer veel historische details. Bijzonder is het gebruik van scheepvaarttaal, plat dialect en mengtalen zoals Engels met Indiase talen, Arabisch en Chinees.
Recensie van deel 2: https://www.hebban.nl/recensie/pirayaani-over-rivier-van-mist
1
Reageer op deze recensie