Een heel fijne aanrader!

De oneindige zomervakantie. die zeeën van tijd, huttenbouwen, buiten eten, je gaat bij iedereen achterom, alle dagen rondsjouwen over je dorp of loom rondhangen aan de slootkant. In die sfeer lees je over de grote kleine belevenissen van Jet en Lo.

Jet woont op dit dorp, Lo verblijft er in de vakantie. Hij woont met zijn moeder in een zomerwoonwagen bij ‘ome Dik’ op het erf. Jet is van Teun en de plaatselijke Spar is het nieuwsblad, je komt er alles ter ore. Een paar bomen zijn een bos en die uit de stad brengen lawaai met zich mee.

De twee kinderen sluiten spontaan vriendschap als ze elkaar tegenkomen. Althans Lo ziet een meisje tot halverwege haar lijf moddervast in een sloot staan omdat ze roept ‘Kun je me helpen?’. Ze moet dringend een schaap gaan redden die op de rug ligt. De kennismaking komt daarna wel. Ze rennen naar het dorp waarbij zij ‘voetstappen stempelt’ om een balk voor over de sloot te halen die je even ergens leent. Zo eenvoudig gaat dat.

Jet is een ondernemend typetje. Ze heeft haar eigen wasmachine ontworpen, wast met slootwater en als ze een oude graafmachine ontdekken moet deze energiezuinig aan de praat worden gebracht. Denker Lo tekent dan het ontwerp.
Als er een pakket arriveert per pakkenfiets, opent Jet dit spontaan waarop Lo vraagt of dit wel mag. Een zin met heerlijke logica volgt: ‘Dat denk ik wel, want ik mag nooit iets niet. Maar ik hoef ook niet veel te mogen.’

De illustraties en ook het omslag van Esther Leeuwrik nemen je mee op een zomers briesje door de zachte tinten geel en groen. Het subtiele gebruik van enkele kleuren ter ondersteuning geven de frisse uitstraling van de bijna schetsmatige tekeningen een vrolijkheid die past bij de verhalen. Met zorg zijn er details en tekeningen toegevoegd die ook ter verduidelijking van de tekst voor de jonge lezer kunnen zijn.

Het is beslist geen boek vol gezapige verhaaltjes. Juist omdat Klootwijk een eigen manier van vertellen heeft en geen complete traditionele familieschets geeft, is het een genot om de ook eigentijdse avonturen van de twee kinderen te lezen. Een gedachte aan bijv. ‘Kees bij de koeien’ van Kranendonk komt boven. De krachtige eenvoud van beeldend vertellen, de relatief korte zinnen en vooral de fantasie en humor maken dit een heel fijne aan te raden voorlees- of zelfleesboek. En dat alles in een setting van een zorgeloos zomers dorpsleven waarin alles lijkt te kunnen.

Dat Jet niet alles durft, blijkt als ze hoog in een boom zit. Lo komt haar redden. Daarna klimmen ze tot de helft in hun uitkijkpost, ‘want in de boom zie je eerder de zomer komen.’