Lezersrecensie
Onze kwetsbare democratie
Het essay ‘Het nationaalsocialisme als rancuneleer’ dat Menno ter Braak in 1937 schreef is in januari van dit jaar heruitgegeven, nu met een voorwoord van Bas Heijne.
Menno ter Braak onderzoekt in zijn essay hoe het nationaalsocialisme kan bestaan in een democratie. Bas Heijne vertaalt het essay van Ter Braak op een heldere en beknopte manier naar de huidige samenleving en politiek in het voorwoord.
Het democratische principe van gelijke kansen, gelijke rechten en gelijkwaardigheid is een mooi streven, maar in de praktijk is dit helaas niet altijd haalbaar waardoor de democratie geregeld teleurstelt. Deze teleurstelling wakkert enige vorm van rancune aan (omdat je je niet gekend of gezien voelt), maar dankzij de democratische instituties (politieke debat, journalistiek, rechtspraak etc.) kan deze rancune in het gareel worden gehouden.
Als de democratische instituties echter als vijand worden gezien, gaat het debat niet meer om argumenten maar om haat. De haat zal zich richten tegen de personen die de instituties vertegenwoordigen. Iedereen kent actuele voorbeelden van politici, pers, rechters, wetenschappers etc. die bedreigd worden. Als haat de belangrijkste drager van de beweging wordt zullen de democratische instituties niet meer in staat zijn om de rancune om te buigen, maar is zij zelfs in gevaar.
“Zo is de zogenaamde rassenleer de fraseologische voorgevel voor het op de eeuwige zondebok, de Jood, geprojecteerde ressentiment; de haat is primair, de Jodenhaat is secundair, de ‘wetenschappelijk’ argumentatie is tertiair.” (citaat)
Als haat geëxploiteerd wordt door middel van rancunepolitiek wordt de haat nóg meer gevoed. Democratie moet dus beschermd worden door het bekritiseren van rancunepolitiek en het voeren van een debat.
Dit essay van ter Braak is helaas pijnlijk actueel en laat zien hoe enorm kwetsbaar onze democratie is. Dit boek(je) kan gelezen worden als waarschuwing in de hoop dat haat verdwijnt en dat boosheid wordt gebruikt om het debat met elkaar te voeren op basis van argumenten, kritiek, gedachtewisseling en (tegen)onderzoek.
“....men zal bijvoorbeeld moeten beginnen met minder geringschattend te spreken over het ‘troepje raté’s’, want de omvang van de reservoirs van de latente rancune kan men nooit overschatten.” (citaat)
Menno ter Braak onderzoekt in zijn essay hoe het nationaalsocialisme kan bestaan in een democratie. Bas Heijne vertaalt het essay van Ter Braak op een heldere en beknopte manier naar de huidige samenleving en politiek in het voorwoord.
Het democratische principe van gelijke kansen, gelijke rechten en gelijkwaardigheid is een mooi streven, maar in de praktijk is dit helaas niet altijd haalbaar waardoor de democratie geregeld teleurstelt. Deze teleurstelling wakkert enige vorm van rancune aan (omdat je je niet gekend of gezien voelt), maar dankzij de democratische instituties (politieke debat, journalistiek, rechtspraak etc.) kan deze rancune in het gareel worden gehouden.
Als de democratische instituties echter als vijand worden gezien, gaat het debat niet meer om argumenten maar om haat. De haat zal zich richten tegen de personen die de instituties vertegenwoordigen. Iedereen kent actuele voorbeelden van politici, pers, rechters, wetenschappers etc. die bedreigd worden. Als haat de belangrijkste drager van de beweging wordt zullen de democratische instituties niet meer in staat zijn om de rancune om te buigen, maar is zij zelfs in gevaar.
“Zo is de zogenaamde rassenleer de fraseologische voorgevel voor het op de eeuwige zondebok, de Jood, geprojecteerde ressentiment; de haat is primair, de Jodenhaat is secundair, de ‘wetenschappelijk’ argumentatie is tertiair.” (citaat)
Als haat geëxploiteerd wordt door middel van rancunepolitiek wordt de haat nóg meer gevoed. Democratie moet dus beschermd worden door het bekritiseren van rancunepolitiek en het voeren van een debat.
Dit essay van ter Braak is helaas pijnlijk actueel en laat zien hoe enorm kwetsbaar onze democratie is. Dit boek(je) kan gelezen worden als waarschuwing in de hoop dat haat verdwijnt en dat boosheid wordt gebruikt om het debat met elkaar te voeren op basis van argumenten, kritiek, gedachtewisseling en (tegen)onderzoek.
“....men zal bijvoorbeeld moeten beginnen met minder geringschattend te spreken over het ‘troepje raté’s’, want de omvang van de reservoirs van de latente rancune kan men nooit overschatten.” (citaat)
1
Reageer op deze recensie