Lezersrecensie
Sterke coming-of-age
Ajali is een Rwandese-Belgische tiener, woont in Gent, zit in het laatste middelbaar, en worstelt met zichzelf, de wereld, het Zwart zijn en toch vaak bij wit willen horen. Ze weet niet hoe ze zich voelt, hoe ze zich moet of wil voelen, en hoe ze zich tot de rest van de wereld en de anderen moet verhouden. Haar broer Benjamin lijkt het helemaal goed te doen, tot hij met een depressie terug thuis komt wonen. Uiteindelijk zal dat hen ook dichter bij elkaar brengen.
Dit is een typische coming-of-age roman van een worstelende tiener, met een sausje van een vreemde afkomst er bovenop, wat alles nog wat ingewikkelder maakt.
Maar het is bovenal een sterk geschreven verhaal, je voelt de worstelingen, de paradoxen, de twijfels van Ajali zo goed. Alles wordt zo mooi verwoord, al krijgt het verhaal naar het einde toe een dip, verliest het de vaart een beetje (vermoedelijk door net iets te veel herhaling), waar ik in het begin alleen maar wilde doorlezen.
De Franse zinnen ertussen vond ik persoonlijk wel een meerwaarde, omdat het de belevingswereld extra goed uitdrukt, maar dit kan een struikelblok zijn voor wiens Frans niet zo goed is (achterin een vertaling voorzien zou daarom fijn zijn, evenals een woordenlijst van enkele typische Rwandese woorden).
Graag gelezen, en benieuwd naar meer werk van deze schrijfster.
(en wat een prachtige cover!)
‘Jaren later vond ik het woord om deze ooms en tantes te beschrijven: ze waren mijn ouders' lotgenoten. En het maakte niet uit dat ze nooit diepe gesprekken voerden over hun diepste dromen of angsten, het maakte niet uit dat ze elkaars lievelingskleuren niet kenden, en dat ze elkaar eigenlijk helemaal niet zo leuk of grappig vonden: het lot had hen samengebracht, en het lot had hen samengehouden, ondanks de kolonisatie, en de oorlogen, en het alomtegenwoordige racisme in hun ongastvrije gastland. Of je ze goed kende of niet, of je ze leuk vond of niet: echte lotgenoten konden jouw wereld vatten op een manier waarop zelfs mensen met wie je was opgegroeid - mensen op wie je diep verliefd was geweest - mensen met wie je dagelijks orgasmes deelde, die vaak niet konden vatten.’
Dit is een typische coming-of-age roman van een worstelende tiener, met een sausje van een vreemde afkomst er bovenop, wat alles nog wat ingewikkelder maakt.
Maar het is bovenal een sterk geschreven verhaal, je voelt de worstelingen, de paradoxen, de twijfels van Ajali zo goed. Alles wordt zo mooi verwoord, al krijgt het verhaal naar het einde toe een dip, verliest het de vaart een beetje (vermoedelijk door net iets te veel herhaling), waar ik in het begin alleen maar wilde doorlezen.
De Franse zinnen ertussen vond ik persoonlijk wel een meerwaarde, omdat het de belevingswereld extra goed uitdrukt, maar dit kan een struikelblok zijn voor wiens Frans niet zo goed is (achterin een vertaling voorzien zou daarom fijn zijn, evenals een woordenlijst van enkele typische Rwandese woorden).
Graag gelezen, en benieuwd naar meer werk van deze schrijfster.
(en wat een prachtige cover!)
‘Jaren later vond ik het woord om deze ooms en tantes te beschrijven: ze waren mijn ouders' lotgenoten. En het maakte niet uit dat ze nooit diepe gesprekken voerden over hun diepste dromen of angsten, het maakte niet uit dat ze elkaars lievelingskleuren niet kenden, en dat ze elkaar eigenlijk helemaal niet zo leuk of grappig vonden: het lot had hen samengebracht, en het lot had hen samengehouden, ondanks de kolonisatie, en de oorlogen, en het alomtegenwoordige racisme in hun ongastvrije gastland. Of je ze goed kende of niet, of je ze leuk vond of niet: echte lotgenoten konden jouw wereld vatten op een manier waarop zelfs mensen met wie je was opgegroeid - mensen op wie je diep verliefd was geweest - mensen met wie je dagelijks orgasmes deelde, die vaak niet konden vatten.’
1
Reageer op deze recensie