Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Nuchter, grappig, maar wel een beetje veel

Christien Boomsma 11 april 2016 Auteur

In maart 2014 stond de wereld van Chantal Deen even stil. Diagnose borstkanker. Ze was plotseling een van de duizenden jonge vrouwen – ze was 45 - die op een dag een knobbel voelen in hun borst, naar de dokter gaan en in een achtbaan belanden van scans, operaties, wachtkamers, chemo, pruiken, tranen, angst en elke keer weer rechtop krabbelen om door te gaan. ‘Maar, lieve lezer, schrijft ze, ik ben van plan om er nog zeker een jaar of dertig tegenaan te plakken, dus kom maar op!’

Vanaf het begin van haar ziekteproces hield Deen een blog bij, waarin ze haarfijn beschreef wat haar overkwam. Van de eerste MRI-scans, via het passen van haar pruik, via de chemo’s, de kankergym waar ze haar conditie op peil probeert te houden, tot de daadwerkelijke operatie en het moment dat ze kan zeggen ‘kanker has left the building’. Waarna het volgende hoofdstuk begint: bestralingen en immuuntherapie waardoor ze in totaal een vol jaar onder de pannen is.

De tientallen columns op dat blog zijn gebundeld tot het boek Gewoon K: bijna driehonderd bladzijden met Deens vaak heel persoonlijke ervaringen. Die ervaringen zijn erg herkenbaar voor iedereen die het proces zelf of van dichtbij heeft meegemaakt. Zo vertelt ze hoe moeilijk sommige mensen het vinden om te reageren op het nieuws en legt ze hen behulpzaam uit hoe zij graag benaderd wil worden:

Don’t: mij vermijden of ontlopen, voor mij denken (‘ze wil er vast niet over praten’), succesverhalen van anderen vertellen.

Do: naar mij toekomen als je mij ziet, een high-five, boks of een hand geven. Of een zwaaigebaar maken. Niet denken ‘ze heeft vast vrienden genoeg’. Er kunnen er altijd meer bij. Duimen voor me.

Andere momenten maant ze zichzelf tot loslaten (Briess in, briess out), droomt ze over de appetijtelijke vaatchirurg, worstelt ze zich door de eindeloze vermoeidheid van de chemo’s heen, gaat ze out op het toilet met haar onderbroek nog om haar enkels, maakt ze zich boos over onaardige reacties op haar blog, tot ze eindelijk, eindelijk haar aller-, allerlaatste behandeling ever krijgt op 20 maart 2015.

Inzichtelijk, herkenbaar en vlot, dat zijn de columns van Deen zeker. Ze treedt haar ziekte nuchter tegemoet zonder zelfmedelijden en met humor. Net zoals de selfies die ze dagelijks op het blog van Pink Ribbon plaatste – dit is wat het is. Die benadering is prettig – je hoeft niet bang te zijn voor huilverhalen of valse emoties in haar columns.

Maar het is wel een beetje veel. Deens humor, die in het begin verfrissend is – haar port-a-cath wordt port-a-karma, haar arts wordt doctor McDreamy, haar huilbuien Huil-de-la-Tourette en haar pruik een cavia, wordt na een tijdje een beetje vermoeiend. Ja, ze is een stoer wijf en nee, ze gaat niet zitten sippen. Maar haar columns hebben stuk voor stuk diezelfde toon, waarachter de werkelijke emotie, pijn en angst die ook deel uitmaken van de ziekte, schuilgaat. Niet dat Deen niet zégt dat ze bang is, of moe, maar de – soms flauwe – humor zorgt dat je het als lezer niet voelt. Waardoor de humor een schild is waarachter ze zich lijkt te verbergen.

Ze is druk, ze praat veel en dat merk je ook in de columns. Ze is geen professioneel columniste en haar stukjes zijn waarschijnlijk ongeredigeerd afgedrukt. Het gevolg is dat ze vaak in vier, vijf zinnen hetzelfde zegt. Eigenlijk een beetje jammer, want schrijven kan ze zeker. Met een beetje redactie hadden de columns nóg beter kunnen zijn en had de overkill waar de bundel nu een beetje onder lijdt voorkomen kunnen worden.

Kortom: geen boek om achter elkaar uit te lezen. Maar het is wel een stoer boek van een stoer wijf, dat iedereen die met deze ziekte te maken krijgt kan lezen om zichzelf op te trekken aan Deens nuchtere, humorvolle benadering.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Christien Boomsma